This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Zegt u het maar * Goed te volgen
* Zelfstandig aan de slag
*Evaluatie leerdoel
Slide 1 - Slide
Wat is de indeling bij een onderhoudende tekst?
Slide 2 - Open question
Wat is GEEN kenmerk van een alinea? Een alinea
A
Een alinea begint op een nieuwe regel
B
Een alinea heeft een titel
C
Een alinea vertelt iets over een deelonderwerp van de tekst
D
Een alinea laat de regel inspringen
Slide 3 - Quiz
een deelon-
derwerp
een stukje tekst over hetzelfde deelonderwerp.
het onderwerp van een alinea
de belangrijkste zin van een alinea.
kernzinnen
een alinea
Slide 4 - Drag question
Leerdoelen vandaag
Je geeft en krijgt in gesprekken informatie
Je wacht op je beurt om iets te zeggen
Je hanteert een afwisselende intonatie en een passend volume en tempo
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
00:43
Hoe voer je een goed gesprek?
Slide 7 - Open question
Spreekregel 1
Spreek rustig. Neem af en toe een spreekpauze en blijf rustig ademhalen.
Spreekregel 2
Spreek duidelijk. Spreek de woorden duidelijk uit en zorg ervoor dat de ander je goed hoort.
Spreekregel 3
Maak contact door de ander aan te kijken. Als je de ander aankijkt, zie je beter wat hij bedoelt. Wat kun je van zijn gezicht aflezen?
Spreekregel 4
Neem een actieve houding aan. Dus zit rechtop en doe je jas uit of je pet af.
Slide 8 - Slide
Hoe gebruik je je stem?
Iedere stem is anders, onze koning heeft bijvoorbeeld een andere stem dan de juf die je had op de basisschool. Wanneer is het prettig om naar iemand zijn stem te luisteren? Volume Toonhoogte Tempo Intonatie
Slide 9 - Slide
Zelfstandig aan het werk
Verder werken aan de doelen van Nederlands >
portal > Blok 1 > Trede 2
Van het kopje spreken en gesprekken voeren maken >
- Zegt u het maar - Goed te volgen
Klaar? > verder werken aan Nederlands of eigen leerdoelen
Slide 10 - Slide
Gesprekken voeren : ik kan een goed gesprek voeren: dan moet ik denken aan de volgende 3 dingen:
A
kunnen luisteren
B
doorvragen
C
duidelijk spreken
D
alleen gesloten vragen stellen
Slide 11 - Quiz
Hoe kan je je stem gebruiken bij een gesprek?
Slide 12 - Open question
create.kahoot.it
Slide 13 - Link
WAT BETEKENT MIMIEK?
A
ALLES WAT JE KUNT AFLEZEN AAN HET UITERLIJK VAN MENSEN
B
ALLES WAT JE KUNT AFLEZEN AAN HET GEZICHT VAN MENSEN
C
ALLE GEBAREN DIE MENSEN MAKEN
D
DE KLEDING DIE MENSEN DRAGEN
Slide 14 - Quiz
Ik weet waar ik op moet letten bij het voeren van een gesprek