VWO hoofdstuk 7

H7 vwo
H7: duurzaamheid
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 85 min

Items in this lesson

H7 vwo
H7: duurzaamheid

Slide 1 - Slide

7.1 Fossiele brandstoffen

Slide 2 - Slide

7.2 Biobrandstoffen

Slide 3 - Slide

7.3 Duurzame ontwikkelingen

Slide 4 - Slide

7.4 Evenwichten

Slide 5 - Slide

7.5 Evenwichten beinvloeden

Slide 6 - Slide

Wat wordt bedoeld met gefractioneerde destillatie?
A
De destillatie vindt in verschillende stappen (=gefractioneerd) plaats.
B
Tijdens de destillatie worden de koolwaterstofketens in kleinere stukken gebroken en ontstaan er verschillende fracties.
C
Tijdens de destillatie wordt de aardolie gescheiden in verschillende mengsels met een vergelijkbaar kookpunt (=fractie).
D
Tijdens de destillatie wordt de aardolie gescheiden in verschillende fracties met het zelfde kookpunt.

Slide 7 - Quiz

Is zuurstof bij onvolledige verbranding in overmaat of ondermaat?
A
Overmaat
B
Ondermaat

Slide 8 - Quiz

Tijdens het kraken van heptaan ontstaan 2 stoffen. Etheen is een van de producten wat is de andere?
A
Hexaan
B
Pentaan
C
Pent-1-een
D
Hex-2-een

Slide 9 - Quiz

Fossiele brandstoffen zijn:
A
Ooit ontstaan uit dieren- en plantenresten
B
Via fotolyse ontstaan
C
Resultaat van omzetting van zonlicht in warmte
D
Door middel van thermolyse ontstaan uit aardolie

Slide 10 - Quiz

Bij het kraken van een koolwaterstoffractie ontstaan...
A
alleen verzadigde koolwaterstoffen
B
aromatische koolwaterstoffen
C
een mengsel van verzadigde en onverzadigde koolwaterstoffen
D
alleen onverzadigde koolwaterstoffen

Slide 11 - Quiz

Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Steenkool, Bruinkool, aardolie & hout
B
Biomassa, aardgas, oerwater & steenkool
C
Steenkool, Bruinkool, Aardolie & Aardgas
D
Aardgas, hout, aardolie & steenkool

Slide 12 - Quiz

Wat is de belangrijkste reden om koolwaterstoffen te kraken?
A
Lange koolwaterstofketens geven meer uitstoot van koolstofdioxide.
B
De vraag naar kortere koolwaterstofketens is groter.
C
Kortere koolwaterstofketens zijn eenvoudiger te transporteren.
D
Lange koolwaterstofketens zijn moeilijk op te slaan.

Slide 13 - Quiz

Wat zijn voordelen van fossiele brandstoffen? Meerdere antwoorden kunnen goed zijn.
A
ze zijn vrij goedkoop te winnen
B
ze raken niet op
C
ze zijn makkelijk te vervoeren
D
de verbranding zorgt niet voor luchtverontreiniging

Slide 14 - Quiz


Het versterkt broeikaseffect is een groot probleem.
Welke stof veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?

A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide

Slide 15 - Quiz

Welke oxiden ontstaan er bij de verbranding van koolwaterstoffen?
A
Koolstofdioxide en water
B
Koolstofdioxide en zwaveldioxide
C
Alleen koolstofdioxide

Slide 16 - Quiz

Fossiele brandstoffen bestaan uit koolstofatomen (C) en waterstofatomen (H).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz


Bij de volledige verbranding van een bepaalde hoeveelheid koolstof ontstaat 22 gram koolstofdioxide. 
De vergelijking van deze verbranding is: C + O2 --> CO2
Hoeveel gram koolstof is er verbrand?


A
6 gram
B
11 gram
C
12 gram
D
22 gram

Slide 18 - Quiz

De meest gebruikte fossiele brandstoffen zijn steenkool, aardgas en aardolie.
Is het gebruik van fossiele brandstoffen
CO₂-neutraal?
A
nee, omdat ze niet bijdragen aan een beter milieu
B
nee, omdat ze bijdragen aan klimaatverandering
C
ja, omdat ze bijdragen aan een beter milieu
D
ja, omdat ze bijdragen aan klimaatverandering

Slide 19 - Quiz

Wat is de correcte reactievergelijking voor de verbranding van stikstof?
A
N+O2NO2
B
N+O2CO2
C
NO2N+O2

Slide 20 - Quiz

Verbranding van aardgas is een...
A
exotherme reactie
B
endotherme reactie

Slide 21 - Quiz

Welke binding wordt verbroken
bij kraken?
A
atoombinding
B
metaalbinding
C
vanderWaalsbinding
D
ionbinding

Slide 22 - Quiz

Welke type chemische reactie vindt plaats bij kraken?
A
een verbrandingsreactie
B
een vormingsreactie
C
een katalytische reactie
D
een ontledingsreactie

Slide 23 - Quiz

Wat is onvolledige verbranding?
Een verbranding met ......... zuurstof.
A
te veel
B
te weinig
C
geen
D
genoeg

Slide 24 - Quiz

Welke reactie kun je NIET doen met een alkaan?
A
Kraken
B
Additie
C
Verbranding
D
Substitutie

Slide 25 - Quiz

Wat is je juiste reactievergelijking van de verbranding van methaan?
A
CH4+O2>CO2+H2O
B
CH4+4O>CO2+2H2O
C
CH4+2O2>CO2+2H2O
D
CH4+3O>CO+2H2O

Slide 26 - Quiz

Wat is geen fossiele brandstof?
A
Aardolie
B
Aardgas
C
Steenkool
D
Biomassa

Slide 27 - Quiz

wat is de verbrandingswarmte van methaan?
A
-8,90x10^5 J per mol
B
-0,75x10^5 J per mol

Slide 28 - Quiz

Kraken: C20H42 => C12H26 + 2 .......

Wat moet er op de stippellijntjes?
A
C8H18
B
C3H7
C
C8H16
D
C4H8

Slide 29 - Quiz

Biobrandstoffen dragen bij aan een duurzame samenleving. Dit betekent dat er bij de verbranding....
A
geen CO2 vrijkomt
B
minder CO2 vrijkomt.
C
gedurende langere tijd energie vrijkomt.
D
dat evenveel CO2 vrijkomt als er tijdens de groei is opgenomen.

Slide 30 - Quiz