Klas 3 gymn Montag, den 22. November 2021

Montag, den 22. November 2021
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Hören
  • Plauderecke A
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Montag, den 22. November 2021
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Hören
  • Plauderecke A
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss

Slide 1 - Slide

Nachsehen Hausaufgaben:
  • stencil haben sein werden vanaf 14 t/m 19 
  • Aufgabe 4.4 B Seite 62
  • Aufgabe 8.2 Seite 69

Slide 2 - Slide

Ziele Unterichtsstunde
  • Je kunt tijdens het luisteren een samenvatting maken in het Nederlands.
  • Je maakt kennis met het bijvoeglijk naamwoord en de verschillen in de der- en ein-groep.
  • Je kunt de werkwoorden haben, sein und werden herhalen in de o.t.t. en de o.v.t.
  • Je kunt een eenvoudig gesprek voeren m.b.t. gezondheid.

Slide 3 - Slide

Hören:          Seiten 54-55
Gezamenlijk lezen inleiding.

  1. Je werkt in duo`s.
  2. Lees de vragen even goed door.
  3. Vul tijdens het luisteren de vragen in (Nederlands).
  4. Je hoort het verhaal twee keer.
  5. Na de tweede keer maak je samen een korte samenvatting.
  6. Een aantal duo`s lezen de samenvatting voor.
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Plauderecke A   Hören
Gezamenlijk beluisten van Plauderecke A
Bestudeer Plauderecke A

  • Werk in tweetallen
  • Aufgabe 12.1 + Wissel van rol
  • Aufgabe 12.2 + Wissel van rol
  • Een aantal leerlingen doen de gesprekken voor!

timer
1:00

Slide 5 - Slide

Hausaufgaben:
Lernen persoonlijke vnw 1e 3e en 4e naamval + Präpositionen 3e und 4e Fall 
+ Wechselpräpositionen + redekundig ontleden (stencils) + Grammatik Kapitel 10 Seiten 19: 4 + 5
Lernen: Wörterliste A+B Seite 35  NL→Duits und Duits→NL
Lernen: bijvoeglijk naamwoord na een woord uit de der-groep  Seite 34 Textbuch + kopieën  
Lernen: Plauderecke A Seite 28 Textbuch

Machen:
  • Aufgabe 4.4 C Seite 63
  • Stencil haben, sein  en werden vragen 20 t/m 22 + 24 en 25
  • Aufgabe 7.1 Seite 68 

Slide 6 - Slide

Zum Schluss:
  • Wat waren de doelen van vandaag.

Slide 7 - Slide

Prüfung (GP): Dienstag, den 7. Dezember 2021
Unterrichtsstoff:
  • Kapitel 10: 
- Personalpronomen 1e 3e und 4e Fall: Präpositionen 3e und 4e Fall und redekundig ontleden + aantekeningen + Word-document. Textbuch Seite 19 punt 4 en 5.

  • Kapitel 11: 
- Grammatik Seite 34: het bijvoeglijk nw na een woord uit de der- en de ein-Gruppe.
- Wörterlisten A+B Seite 35,                           NL→Duits + Duits→NL
- Plauderecke A+B Seiten 26+27                  NL→Duits + Duits→NL
- Schreibecke  bron 16 Seite 30 Textbuch ............?

Slide 8 - Slide

Oefenmateriaal LessonUP:
  • Persoonlijk en vragend vnw. 1e, 3e en 4e naamval
  • SO opgaven naamvallen der/ein-groep
  • SO opgaven der/ein-groep met voorzetsels
  • Genitiv of voorzetsel von?
  • Uitlegfilmpjes: stappenplan naamvallen + Genitiv 

De links voor deze lessen in LessonUp worden met jullie gedeeld!

Slide 9 - Slide

Mon/Freitag, den 22/26. November 2021
Plauderecke A Textbuch 28 Aufgaben 12.1 en 12.2
Aufgabe 4.4 C Seite 63
Lieder Aufgabe 6.1 Seite 65
Aufgabe 8.2 Seite 69

Lesen Aufgabe 7.1 Seite 68 +  Aufgabe 8.3 of 9.1 Seiten 70/72
Plauderecke B  TB Seite 29 Aufgabe 14.1 + 14.2
Hören Aufgaben 12.3 + 16.2
M Blog Aufgabe 15.1 + 16.1 Schreibecke?


Slide 10 - Slide

Das Personalpronomen und das Substantiv
Met een persoonlijk vnw. terugverwijzen naar een zelfstandig naamwoord.
der-woorden → er
die-woorden → sie
das-woorden → es
die-woorden → sie (mv)

Redekundig ontleden! Of voorzetsels 3e 4e of wisselvoorzetsels.
  • Der Hund ist süß. (onderwerp)      Ich streichle ihn (lijdend vw)
  • Die Fische gehören mir.  (onderwerp)  Die meisten von ihnen sind Goldfische. (voorzetsel 3e Fall)

Slide 11 - Slide

Präpositionen 3e of 4e Fall
Belangrijkste vragen zijn: wo? wohin?     → toestand of beweging?
an                   aan
auf                  op                                     geen wo/wohin? -> 4e Fall
hinter            achter
neben           naast
in                     in, naar (ergens in gaan) 
über               boven, over                   geen wo/wohin? -> 4e Fall
unter             onder
vor                  voor
zwischen    tussen

Slide 12 - Slide

Samenvoegingen:

an + das = ans                        in + das = ins
an + dem = am                       von + dem = vom
bei + dem = beim                  zu + der = zur
in + dem = im                          zu + dem = zum

Let op:
Als je de klemtoon legt op het lidwoord kun je het niet samenvoegen!
Bij dié bakker moet je ook geen brood kopen!  ➜ Bei dem Bäcker soll man auch kein Brot kaufen!
Naar dié disco ga ik nooit meer!     ➜ Zu der Disko gehe ich nie wieder!

Slide 13 - Slide

LessonUP
  • Pak je mobiel.
  • Ga naar Play Store.
  • Zoek op: LessonUP → met icoontje raket.
  • Installeren en openen.
  • Code invoeren:           aeydu
  • vul je emailadres van school in
  • Bedenk een wachtwoord vul deze twee keer in (noteer dit wachtwoord op een veilige plek!!!!!)
  • Je voor- en achternaam invullen.
 

Slide 14 - Slide