Klas 3 gymn Montag, den 15. November 2021

LessonUP
  • Pak je mobiel.
  • Ga naar Play Store.
  • Zoek op: LessonUP → met icoontje raket.
  • Installeren en openen.
  • Code invoeren:           aeydu
  • vul je emailadres van school in
  • Bedenk een wachtwoord vul deze twee keer in (noteer dit wachtwoord op een veilige plek!!!!!)
  • Je voor- en achternaam invullen.
 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

LessonUP
  • Pak je mobiel.
  • Ga naar Play Store.
  • Zoek op: LessonUP → met icoontje raket.
  • Installeren en openen.
  • Code invoeren:           aeydu
  • vul je emailadres van school in
  • Bedenk een wachtwoord vul deze twee keer in (noteer dit wachtwoord op een veilige plek!!!!!)
  • Je voor- en achternaam invullen.
 

Slide 1 - Slide

Montag, den 15. November 2021
  • Willkommen
  • Lidwoorden LessonUp klas G3B
  • Hausaufgaben gemacht, Bücher, Heft dabei?
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Grammatik; het bijvoeglijk naamwoord
  • Verben haben, sein und werden
  • Hören
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss

Slide 2 - Slide

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgabe 3.1 Seite 54 
Aufgabe 3.4 C Seite 58

Slide 3 - Slide

Ziele Unterichtsstunde
  • Je kunt de werkwoorden haben, sein und werden herhalen in de o.t.t. en de o.v.t.
  • Je kunt tijdens het luisteren een samenvatting maken in het Nederlands.
  • Je maakt kennis met het bijvoeglijk naamwoord en de verschillen in de der- en ein-groep.

Slide 4 - Slide

Grammatik: 
Het bijvoeglijk naamwoord na een woord uit de der- en de ein- groep

Slide 5 - Slide

Grammatik Wiederholen:


Verben: haben, sein und werden o.t.t. und o.v.t.

  • Machen Aufgaben Kopien: 13 t/m 22 + 24 en 25            
                                   bij 15 -> laatste ... niets invullen
  • Fertig: Lernen Wörterliste A  Seite 35
  • Besprechen Verben
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Hören:          Seiten 54-55
Gezamenlijk lezen inleiding.

  1. Je werkt in duo`s.
  2. Lees de vragen even goed door.
  3. Vul tijdens het luisteren de vragen in (Nederlands).
  4. Je hoort het verhaal twee keer.
  5. Na de tweede keer maak je samen een korte samenvatting.
  6. Een aantal duo`s lezen de samenvatting voor.
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Hausaufgaben:
Lernen persoonlijke vnw 1e 3e en 4e naamval + Präpositionen 3e und 4e Fall 
+ Wechselpräpositionen + redekundig ontleden (stencils) + Grammatik Kapitel 10 Seiten 19: 4 + 5
Lernen: Wörterliste A Seite 35  NL→Duits und Duits→NL
Lernen: bijvoeglijk naamwoord na een woord uit de der-groep  Seite34 Textbuch + kopieën  

Machen:
Aufgabe 4.4 A Seite 60

Slide 8 - Slide

Zum Schluss:
  • Wat waren de doelen van vandaag.

Slide 9 - Slide

Das Personalpronomen und das Substantiv
Met een persoonlijk vnw. terugverwijzen naar een zelfstandig naamwoord.
der-woorden → er
die-woorden → sie
das-woorden → es
die-woorden → sie (mv)

Redekundig ontleden! Of voorzetsels 3e 4e of wisselvoorzetsels.
  • Der Hund ist süß. (onderwerp)      Ich streichle ihn (lijdend vw)
  • Die Fische gehören mir.  (onderwerp)  Die meisten von ihnen sind Goldfische. (voorzetsel 3e Fall)

Slide 10 - Slide

Prüfung (GP): Dienstag, den 7. Dezember 2021
Unterrichtsstoff:
  • Kapitel 10: 
- Personalpronomen 1e 3e und 4e Fall: Präpositionen 3e und 4e Fall und redekundig ontleden + aantekeningen + Word-document. Textbuch Seite 19 punt 4 en 5.

  • Kapitel 11: 
- Grammatik Seite 34: het bijvoeglijk nw na een woord uit de der- en de ein-Gruppe.
- Wörterlisten A+B Seite 35,                           NL→Duits + Duits→NL
- Plauderecke A+B Seiten 26+27                  NL→Duits + Duits→NL

Slide 11 - Slide

Präpositionen 3e of 4e Fall
Belangrijkste vragen zijn: wo? wohin?     → toestand of beweging?
an                   aan
auf                  op                                     geen wo/wohin? -> 4e Fall
hinter            achter
neben           naast
in                     in, naar (ergens in gaan) 
über               boven, over                   geen wo/wohin? -> 4e Fall
unter             onder
vor                  voor
zwischen    tussen

Slide 12 - Slide

Samenvoegingen:

an + das = ans                        in + das = ins
an + dem = am                       von + dem = vom
bei + dem = beim                  zu + der = zur
in + dem = im                          zu + dem = zum

Let op:
Als je de klemtoon legt op het lidwoord kun je het niet samenvoegen!
Bij dié bakker moet je ook geen brood kopen!  ➜ Bei dem Bäcker soll man auch kein Brot kaufen!
Naar dié disco ga ik nooit meer!     ➜ Zu der Disko gehe ich nie wieder!

Slide 13 - Slide