Lessenserie 2

On part pour Paris !
LES 1: Texte d'une curiosité insolite à Paris
LES 2: Chercher une activité à Paris
LES 3: Faire un poster pour convaincre les parents
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

On part pour Paris !
LES 1: Texte d'une curiosité insolite à Paris
LES 2: Chercher une activité à Paris
LES 3: Faire un poster pour convaincre les parents

Slide 1 - Slide

Les 2:
Chercher une curiosité/activité à Paris...
-> Où est-ce que tu voudrais aller?

-Écrivez des idées-

Slide 2 - Slide

Le but
Vous pouvez chercher de l'information en français sur une coriosité/activité. Vous pouvez chatter de cette activité en phrases courtes, en utilisant des adjectifs

Slide 3 - Slide

D: Je vais à Paris
Deze zomer ga je met je ouders een week naar Parijs. Zij willen natuurlijk  de Eiffeltoren, de Notre Dame en het Louvre bezoeken. 
Je ouders geven je één dag, waarop jij iets mag plannen, wat jij graag wilt doen of zien. Je moet alleen wel van tevoren met een plan komen, zodat het in het reisprogramma kan worden ingepast. Omdat je niet zo goed weet wat je moet kiezen, besluit je met je Franse vriend(in) te appen, om te vragen of hij/zij je misschien kan helpen kiezen.

Slide 4 - Slide

Le Plan
  1. Choisissez deux activités/curiosités à Paris.
  2. Utilisez des sites français.
  3. Quoi/Pourquoi/Comment/Où/Quand (wat, waarom, hoe, waar, wanneer)




Slide 5 - Slide

Instructions: Deux activités
Je ouders willen sowieso de Eiffeltoren, de Notre Dame en het Louvre bezoeken. 
Jij mag op één dag iets plannen wat jij wilt gaan doen...
=> Zoek alle informatie op Franse sites.

Let op: Noteer de sites en de info die je nodig hebt van je activiteit/bezienswaardigheid. Denk ook aan de datum/openingstijden/ bereikbaarheid (bv. metrostation) en entreeprijs. Schrijf ook op waarom je hier naartoe zou willen.

Noteer alles - Individuele opdracht !!!


Slide 6 - Slide

Qu'est-ce que
vous avez trouvé ?

Slide 7 - Mind map

Ensuite...
  • Vous faites des paires (à deux)
  • Vous communiquez vos idées dans un chat 
  • Lesquelles des activités/curiosités vous allez choisir
  • Utiliser des adjectifs...

Slide 8 - Slide

Adjectif = Bijvoeglijk nw
  • La bonne place; devant ou derrière le nom ?
      -> jeune, vieux, beau, joli, bon, petit, grand, meilleur, nouveau
      -> exceptions (beau/belle-vieux/vieille-nouveau/nouvelle)

  • Comment créer la bonne forme ?
       ->                      mnl             vwl      -> exeptions: (heureux/heureuse, fou/folle     
                  enk           x                 e                                  sportif/sportive, blanc/blanche
                  mv            s                  es                               national/nationaux, faux/fausse)

Slide 9 - Slide

Pratiquer
Denk aan plaats en vorm!
  1. (mooi) un musée
  2. (grand) la tour
  3. (vieux) une église
  4. (sportief) un évènement
  5. (gevaarlijk) une ville

Slide 10 - Slide

chat:  On va où?
- Werk in tweetallen (twee kleuren)
- Werk een chat uit in een GoogleDoc
- Je schrijft samen 15 à 20 appjes
- Je gebruikt max. 4 app-afkortingen
- Je gebruikt allebij min. 2 bijv.nw.
- Je kiest allebij één bezienswdh

GEEN Google Vertalen !!!
timer
15:00

Slide 11 - Slide

FINI
Lever je chat in :
- mail hem naar mij
-deel hem met mij

Slide 12 - Slide

La prochaine fois...
La semaine prochaine:
Jullie gaan je ouders overtuigen van de bezienswaardigheid die jullie willen zien!

Ik ben benieuwd hoe het tot nu toe gaat ???


Slide 13 - Slide