Havo 3 - 002

Welkom
3 HAVO ||  2021-2022


Hoofdstuk 1
Begroten voor iedereen


1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
3 HAVO ||  2021-2022


Hoofdstuk 1
Begroten voor iedereen


Slide 1 - Slide

Programma
  • Lesdoelen
  • Herhaling 
  • Theorie 
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Noem de twee soorten geld en geef hierbij een eigenschap

Slide 3 - Open question

Chartaal geld
Giraal geld

Slide 4 - Slide

Soorten inkomen
Zakgeld - Geld dat je krijgt zonder tegenprestatie
Salaris - Geld dat je krijgt door een tegenprestatie te leveren
Zwart werk - Een baan die niet geregistreerd staat bij de belastingdienst

Slide 5 - Slide

Noem de twee soorten behoeften en geef hiervan een voorbeeld

Slide 6 - Open question

Primaire behoeften
  • Noodzakelijke behoeften: 
  • Eten, (schoon) drinkwater, een huis, kleding, onderwijs en gezondheidszorg 

Slide 7 - Slide

Secundaire behoeften
Overige behoeften:
Behoeften die het leven beter of prettiger maken


Slide 8 - Slide

Karin heeft €80 euro
Zij koopt alleen maar mascara van €4 euro of broodjes frikandel van €1,50 euro
Hoeveel kan Karin maximaal kopen van beide producten?

Slide 9 - Open question

Budgetlijn 
Karin kan dus maximaal 53 broodjes kopen of maximaal 20 mascara's.

Hierbij kunnen we een budgetlijn maken

Slide 10 - Slide

Wat doe jij om overzicht te behouden in je inkomsten en uitgaven?

Slide 11 - Open question

Hoe organiseer ik mijn inkomsten en uitgaven?

Slide 12 - Slide

Begroting

Slide 13 - Slide

Begroting

Slide 14 - Slide

Begroting

Slide 15 - Slide

Begroting
Kasboek -> Bijhouden wat je uitgaven zijn

Begroting -> Een overzicht van inkomsten en uitgaven
Sluitende begroting -> De begroting is in evenwicht. Inkomsten en uitgaven zijn gelijk. 

Slide 16 - Slide

Soorten uitgaven
Dagelijkse uitgaven
Vaste lasten
Reserveringen

Slide 17 - Slide

Noem voor elk soort uitgave twee voorbeelden.
Doe dit zo: dagelijkse uitgaven zijn ....
Reserveringen zijn....

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Link

Aan de slag
Maken -> 1.8 tot en met 1.16 (Huiswerk)!
Hoe? -> Rustig en overleggen mag! 
Hulp? -> Vinger de lucht in!
Klaar? -> Maken tot en met 1.20
5 minuten voor het einde sluiten we af

Slide 20 - Slide