Dieetvoeding instaptoets

Dieetvoeding
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Paraveterinaire vakkenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Dieetvoeding

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Benoem de 6 grondstoffen van voeding
timer
1:00

Slide 2 - Open question

  1. Water
  2. Koolhydraten
  3. Vetten
  4. Eiwitten
  5. Vitamines/mineralen
Wat is geen functie van water in het lichaam?
A
Bouwstof
B
Warmte regulatie
C
Transportmiddel
D
Energie leverancier

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de (hoofd)functie van eiwit?
A
Bouwstof
B
Energie leverancier
C
Vochtbalans reguleren
D
Transportmiddel

Slide 4 - Quiz

Bouwstof
Smakelijkheid
Energieleverancier (vuile brandstof)
Wat is de functie van verteerbare koolhydraten
A
Bouwstof
B
Energieleverancier
C
Vochtbalansreguleren
D
Transportmiddel

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Beschrijf de 2 functies van niet of moeilijk verteerbare koolydraten (ruwe celstof)?
timer
1:00

Slide 6 - Open question

  1. Onoplosbaar: stimuleren de werking van maag/darmstelsel, opname en vasthouden van vocht ontlasting blijft soepel maar goede consistentie
  2. Oplosbaar: Voedingsbron voor darmbacteriën; prebiotica
Beschrijf de 4 functies van vetten in voeding
timer
1:00

Slide 7 - Open question

  1. Energieleverancier
  2. Essentiele vetzuren
  3. Bevatten vitamines A,D,E,K
  4. Smakelijkheid
Wat is een functie van mineralen
A
Bouwstof
B
Energieleverancier
C
Vochtbalansreguleren
D
Transportmiddel

Slide 8 - Quiz

Ook wel zouten genoemd
Bouwstof in cellen
Hulpstof bij enzymen 

Wat is geen macro-element?
A
Calcium
B
Fosfor
C
Magnesium
D
Koper

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke vitamine(s) zijn oplosbaar in water?
A
A en D
B
B en C
C
B en K
D
C en E

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke vitamines kun je een hypervitaminose krijgen
A
A en B
B
C en B
C
A en D
D
E en K

Slide 11 - Quiz

Vit A, vooral bij de kat (kan niet uitscheiden)
symptomen: daling eetlust, stijfheid/pijnlijkheid spieren en gewrichten, tandvleesontsteking
Vit D, vooral bij de hond, verkalking weefsels, ontkalking botten
Welke vetzuren zijn essentieel voor de hond?
(meerdere kunnen goed zijn)
A
Linolzuur
B
Linoleenzuur
C
Arachidonzuur
D
Aminozuur

Slide 12 - Quiz

Omega 3: linoleenzuur
Omega 6: linolzuur
(Omega 9: oliezuur)
Vitamine B is voor
A
Stofwisseling, huid, vacht, zenuwstelsel
B
Bindweefsel algemene weerstand
C
Calcium-fosfor verhouding
D
Bloedstolling

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Vitamine A is voor
A
Stofwisseling, huid, vacht, zenuwstelsel
B
Bindweefsel algemene weerstand
C
Calcium-fosfor verhouding
D
Ogen, groei, zenuwstelsel en voortplanting

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Vitamine C is voor
A
Stofwisseling, huid, vacht, zenuwstelsel
B
Bindweefsel, algemene weerstand
C
Calcium-fosfor verhouding
D
Ogen, groei, zenuwstelsel en voortplanting

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Vitamine E is voor
A
Stofwisseling, huid, vacht, zenuwstelsel
B
Bindweefsel algemene weerstand
C
Voortplanting, spieren en algemene weerstand
D
Ogen, groei, zenuwstelsel en voortplanting

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een bijproduct
timer
1:00

Slide 17 - Open question

Delen van grondstoffen die overblijven bij de productie van voedsel voor mensen
Wat betekend ad libitum
A
Volledig voeren
B
Onbeperkt voeren
C
Alleen water
D
Alleen voedsel

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een omnivoor eet voornamelijk plantaardig voedsel, slecht 5% is vlees
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Planten hebben een harde celwand verteerd dit moeilijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Waar vindt de vertering van de ruwvoer plaats bij herbivoren?
A
Maag
B
Dunne darm
C
Dikke darm
D
Endeldarm

Slide 21 - Quiz

Daarna weer opgegeten, voor opnieuw passeren dunne darm

Hoe heet het opeten van de zachte nacht mest bij knaagdieren en haasachtigen?
Waarom is dit belangrijk?
timer
1:00

Slide 22 - Open question

ceacotrofie
Zodat de verteerde voedingstoffen in dikke darm opnieuw de dunnen darm passeren en opgenomen kunnen worden in het bloed.
Kies de juiste
(Meerdere antwoorden zijn goed)
A
Wateropname hond 60-65 ml per kg
B
Wateropname kat 40-60ml kg
C
Wateropname hond 50-80 ml per kg
D
Wateropname kat 50-80ml per kg

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Bij expanderen wordt voeding onder hoge druk samengeperst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoeft niet op een zak diervoeding te staan?
A
Diersoort
B
Voeranalyse + ingrediënten
C
Bewaarvoorschrift
D
Fabrikant + houdbaarheid

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Benoem een gevolg van overvoeding
timer
1:00

Slide 26 - Open question

Obesitas; hart, lever, nieren, gewrichten

Wat veroorzaakt eclampsie
timer
1:00

Slide 27 - Open question

Tekort aan mineralen (calcium)
Koe- melkziekte
Wat veroorzaakt een overmaat aan mineralen

Slide 28 - Open question

enostosis; botwoekering; voedingskanalen te nauw, verminderde bloedtoevoer, beenvlies laat los
Wat veroorzaakt Vit C gebrek bij cavia's?
A
Pijnlijke gewrichten, verlamming
B
Abortus
C
Gebitsproblemen
D
Verstijving/verkramping spieren

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel dagen houdt je als standaard voor een voerwisseling?
A
5-7 dgn
B
4-5 dgn
C
2-3 dgn
D
0 dgn

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Welke zijn giftig voor de hond?
(meerdere antwoorden kunnen goed zijn)
A
Chocolade/alcohol
B
Druiven/rozijnen
C
Noten/pitvruchten
D
Koolgroenten/knoflook

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Welke symptomen kunnen voorkomen bij verkeerde verhouding kracht- ruwvoer?
timer
1:00

Slide 32 - Open question

Verkeerde slijtage gebit
Maag-darm problemen (trommelzucht)
Wat zijn E-nummers?
timer
1:00

Slide 33 - Open question

Producten die zijn toegelaten door EFSA.
European food safety authority 

Dit zegt verder nog niets over de mate van gezond of ongezondheid.