tekst 13, r. 30-41
Malorix: In scaena stabat servus apud dominum. Servus insolens erat et dominum deridebat. Dominus baculum sustulit et servum plectere incepit. Is autem per scaenam cucurrit.
Dominus, quod erat senex, eum capere non
potuit. Postquam longe a sene fugit, servus
constitit. Iterum et iterum dominum deridebat.
Romani riserunt.
Verritus: Num iocosum id fuit? Immo, nobis haud placuit fabula de domino et servo.
Roscius (susurrans ad amicum): Crede mihi: Frisia non ridet!
Malorix: Op het toneel stond een slaaf bij zijn meester. De slaaf was brutaal en lachte de meester uit. De meester tilde een stok op en begon de slaaf te slaan. Die rende echter over het toneel. De meester kon, omdat hij een oude man was, hem niet te pakken krijgen. Nadat hij ver van de oude man was gevlucht,
bleef de slaaf staan. Hij lachte de meester steeds weer uit. De Romeinen lachten.
Verritus Dat was toch zeker niet grappig? Integendeel, ons beviel het verhaal over de meester en de slaaf helemaal niet.
Roscius (fluisterend tot zijn vriend) Geloof mij: Friesland lacht niet