tekst 13, r. 19-29
Dixi: ‘Caesar semper optimos
20.locos praebet principibus Romanorum et barbarorum, exempli gratia Virginibus Vestalibus, fortissimis sociis …’ Statim Verritus
et Malorix cucurrerunt ad locos optimos.
Mox inter principes prope scaenam sedebant. 25.Valde risi!
Verritus Cur risisti, Rosci? Frisios enim nemo superat armis aut fide: socii fortissimi sumus.
Amicus Sine dubio. Ibi scilicet spectaculum bene spectare potuistis. Quid vidistis?
Ik zei: ‘De keizer biedt de voornaamsten van de Romeinen en vreemdelingen altijd de beste plaatsen aan, bijvoorbeeld aan de Vestaalse Maagden, de dapperste bondgenoten...’Meteen renden Verritus en Malorix naar de beste plaatsen. Spoedig zaten zij tussen de voornaamsten dicht bij het toneel. Ik heb erg gelachen!
Verritus Waarom heb jij gelachen, Roscius? Niemand overtreft immers de Friezen met de wapens of in trouw: wij zijn de dapperste bondgenoten.
Vriend Zonder twijfel. Daar konden jullie de voorstelling natuurlijk goed zien. Wat hebben jullie gezien?