Les 8, oefenles MO (11-06)

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Pak je werkboek en een pen.

Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een woordzoeker.

Aujourd'hui c'est mardi!                       Fijn dat je er bent!

Tijdens het in stilte lezen, gaat er een papier rond. Noteer hierop het duo dat je gaat vormen tijdens het MO.

Le programme:

- MO (a.s. maandag & dinsdag)

1. Instructie / informatie

2. Voorbeeldsituaties

3. Oefenen

Les buts (leerdoelen):

- Aan het einde van de les weet je hoe het mondeling van volgende week eruit ziet

- Aan het einde van de les heb je het mondeling (grotendeels) voorbereid

Est-ce que tout le monde est présent?

- Zijn we compleet? Wie missen we?

Uitleg MO:

Deel 1 = Monoloog (jij bent alleen aan het woord)

1.1. Jezelf voorstellen (naam, leeftijd, familie, plaats, hobby's, activiteit vorig weekend --> passé composé)

1.2. Iemand beschrijven (je krijgt foto en je gaat de persoon beschrijven (minstens 4 punten ga je beschrijven, zoals kledingstukken, kleur haar, kleur ogen etc.)

Deel 2 = Dialoog (je voert samen met leerling een gesprek)

1.3. Je kunt vertellen dat je ziek bent en waar je last van hebt + vragen stellen over dit thema

1.3.  Je kunt vertellen dat je gezond bent + vragen stellen over dit thema

= phrases-clés C&G chapitre 5

Uitvoering MO in de klas

Er wordt een duo naar voren geroepen. De rest van de klas is zelfstandig aan het werk met opdrachten. Als het duo klaar is, wordt er een volgende duo geroepen en wordt er verder gewerkt.

Deel 1 - monoloog

1.1. Jezelf voorstellen (naam, leeftijd, familie, plaats, hobby's, activiteit vorig weekend --> passé composé) 

Voorbeeld.....

"Est-ce que vous pouvez vous présenter?"

Bonjour je m'appelle Julie et j'ai treize ans. J'habite à Paris avec mon père, ma mère et mon frère. J'aime jouer du piano, j'aime chanter et je fais du foot. Le weekend dernier, j'ai regardé un film avec mon ami.

Deel 1 - monoloog

1.2. Iemand beschrijven (je krijgt foto en je gaat de persoon beschrijven (minstens 4 punten ga je beschrijven, zoals kledingstukken, kleur haar, kleur ogen etc.)

Voorbeeld.....

"Est-ce que vous pouvez décrire une personne?"

La personne porte un short vert et un t-shirt jaune et orange. La personne a les cheveux orange et les yeux noirs.

Deel 2 - dialoog

Deel 2 = Dialoog (je voert samen met leerling een gesprek)

1.3. Je kunt vertellen dat je ziek bent en waar je last van hebt + vragen stellen over dit thema

1.3. Je kunt vertellen dat je gezond bent + vragen stellen over dit thema

Voorbeeld....

Rol A

1. Vraag of de ander gezond is

2. Vraag de ander waar hij / zij last van heeft

3. Vraag de ander of hij / zij goed drinkt.

4. Geef antwoord op de vraag over sport

5. Bedankt en sluit af

Rol B

1. Vertel dat je niet in vorm bent.

2. Noem 2 plekken waar je last van hebt.

3. Geef antwoord en stel een vraag over sport

4. Reageer door te vertellen welke sport je zelf doet

5. Bedankt en sluit af

Zinnen van phrases-clés ch5 zijn de basis van het gesprek. Dit is een voorbeeldsituatie.

Rol A

1. Comment ça va / ça va?

2. Qu'est-ce que tu as?

3. Est-ce que tu bois bien?

4. Non, je déteste le sport.

5. Merci, au revoir.

Rol B

1. Non, je ne suis pas en forme.

2. J'ai mal à la tête et mal au ventre.

3. Oui, tu fais du sport?

4. OK, je fais du ski.

5. Merci au revoir.

Tip:

Leer de zinnen van hoofdstuk 1,2,3 en 5 om goed voorbereid te zijn.

Au travail:

Quoi? Bestudeer het uitlegstencil en ga het MO voorbereiden:

1. Schrijf een tekst waarin je jezelf voorstelt met alle onderdelen--> kijk bij je aantekeningen in je schrift

2. Noteer zinnen die je kunt gebruiken om een persoon te omschrijven (chapitre 3)

3. Noteer belangrijke zinnen uit chapitre 5 over gezondheid die mogelijk gebruikt kunnen worden voor het maken van een gesprekje.

Comment (hoe)? Je gaat eerst individueel in stilte aan het werk, vervolgens krijg je tijd om te oefenen in duo's en tot slot zijn er een aantal duo's die klassikaal een gesprekje voeren.

Prêt (klaar)? Ga de opgeschreven zinnen leren.

Je mag deze PowerPoint als basis gebruiken, maar houd ook rekening met andere zinnen die gevraagd kunnen worden over het thema gezondheid van chapitre 5.

Au travail avec votre duo:

1) Je krijgt allebei 2 minuten om jezelf voor te stellen.

Persoon 2 let op de uitspraak, variatie in woorden en inhoud

Ga zitten als duo.

Au travail avec votre duo:

1) Je krijgt allebei 1,5 minuut om een persoon van de foto te omschrijven. Gebruik de zinnen die je hebt genoteerd. De persoon die niet aan het woord is, let op uitspraak, hele zinnen en inhoud

Au travail avec votre duo:

1) Je krijgt 5 minuten om een rollenspel over gezondheid te houden. Wissel daarna van rol. Wees kritisch!

Moeilijk? Gebruik phrases-clés C&G Ch.5

Klassikale afsluiting:

Quoi? 1 leerling omschrijft één van de poppetjes van de foto en 1 duo voert het geoefende rollenspel uit. 

De rest van de klas luistert aandachtig en serieus.

Questions?

Zijn er nog vragen over het MO? Is het duidelijk wat er van je wordt verwacht?

Les devoirs (huiswerk)

- Voorbereiden MO --> Leren gemaakte zinnen / oefenen in duo's