Congruentie

CONGRUENTIE

Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn in getal.

onderwerp enkelvoudig --> persoonsvorm ook enkelvoudig zijn. En als het onderwerp meervoudig is, moet de persoonsvorm ook meervoudig zijn.

 

Gelijkheid in getal noemen we congruentie.

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

CONGRUENTIE

Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn in getal.

onderwerp enkelvoudig --> persoonsvorm ook enkelvoudig zijn. En als het onderwerp meervoudig is, moet de persoonsvorm ook meervoudig zijn.

 

Gelijkheid in getal noemen we congruentie.

Slide 1 - Slide

CONGRUENTIEFOUTEN


Dat wil zeggen dat het getal (ev/mv) van het onderwerp en de persoonsvorm niet gelijk zijn.

Dit komt vaak voor bij onderwerpen die voor ons gevoel meervoud zijn, maar taalkundig enkelvoud.


Slide 2 - Slide

Wat is goed / congruent?
A
De kudde koeien staan in de wei
B
De kudde koeien staat in de wei

Slide 3 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Een groep wielrenners viel vlak voor de finish
B
Een groep wielrenners vielen vlak voor de finish

Slide 4 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Men zien door de bomen het bos niet meer
B
Men ziet door de bomen het bos niet meer

Slide 5 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Er stonden nog drie pakken rijst in de voorraadkamer
B
Er stond nog drie pakken rijst in de voorraadkamer

Slide 6 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Twintigduizend mensen bezocht het festival
B
Twintigduizend mensen bezochten het festival

Slide 7 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Een partij sportschoenen spoelde aan op het strand
B
Een partij sportschoenen spoelden aan op het strand

Slide 8 - Quiz

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

de meeste musea
A
de
B
meeste
C
musea

Slide 9 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Op Museumdag is de meeste musea gratis toegankelijk.
B
Op Museumdag zijn de meeste musea gratis toegankelijk.

Slide 10 - Quiz

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Bijna tachtig procent van de Nederlanders noemt zich gelukkig.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 11 - Quiz

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Een aantal mensen komt altijd te laat.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 12 - Quiz

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?

30 procent van de mensen zijn vaker ziek dan twee keer per jaar.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 13 - Quiz

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Volgens Van Gaal geeft de media een verkeerde weergave van de gebeurtenissen.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 14 - Quiz

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
Hoofdstuk Taalverzorging
Paragraaf 4.4
Maak opdracht 1 t/m 5 

Slide 16 - Slide