4.4 Afronden in praktische situaties

4.3 Afronden
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.3 Afronden

Slide 1 - Slide

Afronden
* Je kijkt altijd naar het eerste getal dat je weglaat
91,53
helen
1 decimaal
2 decimalen

(decimaal -> getal achter de komma)

Slide 2 - Slide

Rond het getal af op helen
201,495

Slide 3 - Open question

Rond het getal af op één decimaal
201,495

Slide 4 - Open question

Rond het getal af op twee decimalen
201,491

Slide 5 - Open question

Rond het getal af op helen
704,5738

Slide 6 - Open question

Rond het getal af op één decimaal
704,5738

Slide 7 - Open question

Rond het getal af op twee decimalen
704,5738

Slide 8 - Open question

Rond het getal af op helen
4.309,873

Slide 9 - Open question

Rond het getal af op één decimaal
4.309,873

Slide 10 - Open question

Rond het getal af op twee decimalen
4.309,873

Slide 11 - Open question

Huiswerk bespreken
* Opdracht 53
* Opdracht 54

Slide 12 - Slide

4.4 Praktische situaties

Slide 13 - Slide

Rond af op een heel getal
104,849

Slide 14 - Open question

Rond af op één decimaal
104,849

Slide 15 - Open question

Rond af op twee decimalen
104,849

Slide 16 - Open question

Afronden op ronde getallen

Tientallen                                        43                          40
Honderdtallen                              431                        400
Duizendtallen                              4.319                      4.000
Tienduizendtallen                      43.196                   40.000

Slide 17 - Slide

Slim afronden
Kijk goed wanneer je moet afronden

Personen? Auto's? Geld? Hele euro's?

Slide 18 - Slide

Opdracht 63 
Samen maken

Slide 19 - Slide

Opdracht met wisbordjes

Slide 20 - Slide

Schoolreisje
Leerlingen van Avila gaan op schoolreisje
Er zitten 563 leerlingen op school
In een bus gaan 50 leerlingen
Hoeveel bussen moet avila huren?

Slide 21 - Slide

Antwoord
563 : 50 = 11,26
Dus 12 bussen
Want 11 bussen betekend dat er voor 13 leerlingen geen plek is

Slide 22 - Slide

Zakken chips

Jan wil graag voor al zijn zakgeld zakjes chips kopen
Hij heeft 3 euro gekregen

Hoeveel kan hij er kopen?

Slide 23 - Slide

Antwoord
3 : 0,59 = 5,08
Dus 5 zakken
Dan houd hij 0,05 euro over

Slide 24 - Slide

Opdrachten
Maak de testopgave op bladzijde 212 en 215

Klaar? Kijk de opdrachten na via som
Maak daarna de opdrachten volgens je leerroute

Slide 25 - Slide

Kahoot afronden

Slide 26 - Slide

Toets hoofdstuk 3 bespreken

Slide 27 - Slide