This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Doelen hoofdstuk 9
-je kunt voorvoegsels bij maten uitleggen
- Je kunt verschillende meetinstrumenten aflezen
Slide 1 - Slide
Kan het dametje met een centimeter meten
Nu de overstap naar gewicht
Ga staan van licht naar zwaar
en
klein naar groot
Welke maten gebruiken we meestal?
Slide 2 - Slide
Gebruik altijd dit schema!
Leer deze uit je hoofd !!!!
Slide 3 - Slide
Eenheden van tijd
1 millennium = 1 000 jaren
1 eeuw = 100 jaren
1 jaar = 4 kwartalen
1 jaar = 12 maanden
1 jaar = 52 weken
1 jaar = 365 of 366 dagen
1 kwartaal = 3 maanden
1 kwartaal = 13 weken
1 week = 7 dagen
1 dag = 24 uren
1 dag = 1 etmaal
1 uur = 60 minuten
1 uur = 4 kwartieren
1 kwartier = 15 minuten
1 minuut = 60 seconden
Slide 4 - Slide
Hoe kom je aan het antwoord?
Slide 5 - Slide
Kilo = 1000 mega= 1000 000 giga = 1 miljard
Bytes - KiloBytes- MegaBytes - GigaBytes - Terra Bytes
Volt
Hertz
Slide 6 - Slide
Bespreken
Slide 7 - Slide
Een moderne windmolen heeft een vermogen 3 MW en levert per jaar 6,6 miljoen kWh stroom voor 2000 huishoudens.
In Nederland zijn 7 700 000 huishoudens.
Een huishouden gebruikt gemiddeld …….MWh stroom per jaar.
In totaal verbruikt Nederland ……………GWh.
Om deze hoeveelheid stroom te leveren heb je.............. windmolens nodig.
Een windmolen park van 150 windmolens heeft een totaal vermogen van .....GW
Slide 8 - Slide
Doel van deze les:
9.4: Je kunt een passende maateenheid kiezen
9.5: Je kunt een aantal referentiematen benoemen en toepassen.
9.6: Je kunt alle informatie in dit hoofdstuk toepassen in de opdrachten.
Slide 9 - Slide
https:
Slide 10 - Link
9.4: Check in duo's (waarom dan...)
Eén persoon maakt de even opdrachten
De ander de oneven opdrachten
Beide klaar check elkaar werk
Of...... ieder een vraag en meteen checken
timer
5:00
Slide 11 - Slide
Check the check(er)
Slide 12 - Slide
referentiematen en schattend rekenen
Slide 13 - Slide
Referentiematen
De onderstaande maten moet je zonder toelichting (!) kunnen toepassen:
In opgaven met het doel te toetsen of je de meest gangbare referentiematen kunt hanteren wordt meestal geen afrondinstructie gegeven. De juiste antwoorden vallen dan binnen een antwoordmarge passend bij de juiste en reële schattingen en marges uit onderstaande tabel.
Slide 14 - Slide
9.5: Check in duo's (waarom dan...)
Eén persoon maakt de even opdrachten
De ander de oneven opdrachten
Beide klaar check elkaar werk
Of...... ieder een vraag en meteen checken
timer
10:00
Slide 15 - Slide
1.6 Gemengde opgave
Maak zelfstandig
timer
5:00
Slide 16 - Slide
Hebben we huiswerk voor volgende week?
Samenvatting van de les
Slide 17 - Slide
Evaluatievraag: Op deze manier les krijgen vind ik
Slide 18 - Open question
Omschrijf deze les in 3 woorden
Slide 19 - Mind map
Evaluatie van deze les:
9.4: Je kunt een passende maateenheid kiezen
9.5: Je kunt een aantal referentiematen benoemen en toepassen.
9.6: Je kunt alle informatie in dit hoofdstuk toepassen in de opdrachten.