oefenen woordenschat en pww

Vul bij de volgende dia's een woord in uit de woordenlijst die je voor vandaag geleerd hebt
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vul bij de volgende dia's een woord in uit de woordenlijst die je voor vandaag geleerd hebt

Slide 1 - Slide


Het is wel ................dat net nadat haar opa was overleden haar oma vorige week een ernstig ongeluk kreeg.

Slide 2 - Open question

De koers van de aandelen van de soja werd ............... toen men wereldwijd steeds meer vegetarisch ging eten.

Slide 3 - Open question

Vanwege Corona zijn alleen de ...............operaties uitgevoerd. De maagverkleining van onze overbuurman gebeurt pas over drie maanden.

Slide 4 - Open question

In de kindertehuizen werd vroeger het haar van kinderen gedecimeerd om te voorkomen dat ze luizen kregen.

Slide 5 - Open question

Maak een zin waaruit de betekenis van het woord blijkt

Slide 6 - Slide

prepareren

Slide 7 - Open question

idyllisch

Slide 8 - Open question

crypte

Slide 9 - Open question

fysiek

Slide 10 - Open question

Waar of onwaar?
In een zin met een naamwoordelijk gezegde zit nooit een lijdend voorwerp
A
waar
B
onwaar

Slide 11 - Quiz

Waar of Onwaar

In een zin met een naamwoordelijk gezegde moet een koppelwerkwoord zitten
A
waar
B
onwaar

Slide 12 - Quiz

Waar of Onwaar
In een naamwoordelijk gezegde zit altijd een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord
A
waar
B
onwaar

Slide 13 - Quiz

Waar of Onwaar

Als er maar één werkwoord in de zin staat is dat een HWW of een KWW
A
waar
B
onwaar

Slide 14 - Quiz