DHA2A Modalverben(Grammatik) Aussehen K8

1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Die Bedeutung der Modalverben
Dürfen = mogen / toestemming hebben
Können = kunnen / in staat zijn tot
Mögen = houden van /  lusten / aardig vinden
Möchten = willen (wens)
Müssen = moeten (noodzaak vanuit jezelf)
Sollen = moeten (bevel van een ander)
Wollen = willen
Wissen = weten
                                    

Slide 2 - Slide

Wat is het kenmerk van Modalverben?
A
de klinker in de stam bij enkelvoud verandert...
B
de klinker blijft in de stam altijd hetzelfde...
C
alleen "du" heeft een uitgang (+st) "ich" en "er/es/sie" niet...
D
meervoud is zoals bij regelm. werkwoorden...

Slide 3 - Quiz

Modalverben t.t.

(dürfen) ______ du in die Disko gehen?
A
dürftest
B
darftest
C
durftest
D
darfst

Slide 4 - Quiz

(Modalverben): jij wil - kan - moet
A
du-wollst- könnst- musst
B
du willst - kannst - musst
C
du-wollst- könnst- müsst
D
du-willst- könnst- sollst

Slide 5 - Quiz

Ich _____ jetzt alles von Modalverben.

A
wissen
B
weißen
C
wiss
D
weiß

Slide 6 - Quiz

____________ (können) ihr die Modalverben bilden?
A
Könnt
B
Könnte
C
Könnet
D
Könntet

Slide 7 - Quiz


Wir ______ jetzt, was die Modalverben sind!
A
weißen
B
wissen
C
wisst
D
weiß

Slide 8 - Quiz

____________ (können) du die Modalverben bilden?
A
Könnst
B
Kannst
C
Könnet
D
Könntet

Slide 9 - Quiz

Kijk naar de afbeeldingen en kies de Modalverb die het beste past. Vergeet niet dat je ook moet vervoegen!

Slide 10 - Slide

Sie ..... auf die Toilette gehen

Slide 11 - Slide

Kijk naar de vorige dia en kies het Modalverb, die het beste in de zin past.

Slide 12 - Open question

Ich .... kein Gemüse essen 

Slide 13 - Slide

Kijk naar de vorige dia en kies het Modalverb, die het beste in de zin past.

Slide 14 - Open question

..................wir eine Frage stellen?

Slide 15 - Slide

Kijk naar de vorige dia en kies het Modalverb, die het beste in de zin past.

Slide 16 - Open question

Over de Modalverben...
A
Ik snap het helemaal.
B
Ik snap er helemaal niets van.
C
Ik snap het een beetje.
D
Ik wil graag extra oefeningen.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide