Je krijgt
12 minuten om de tekst te
schrijven. Nadien vertel je de klas waarom dit bij één bepaalde tekststructuur hoort. De anderen mogen bijkomende vragen stellen.
- Komen alle elementen terug van jouw gekozen tekststructuur? (p. 312)
- Behandelt elke alinea een deelvraag?
- Bevat de tekst een duidelijke structuur: titel, inleiding, midden en slot?