De hoeveelheid elektrische energie die kan worden gebruikt of worden getransporteerd is recht evenredig met:
-de hoeveelheid lading (Q);
-de grootte van de spanning (U)
W = Q . U
Naarmate de lading groter is, wordt de energie groter.
Maken we de spanning hoger, dan wordt de energie ook groter.
De eenheid van de elektrische energie is de Joule.
We zeggen: De energie is …….. Joule
We schrijven: W = ….. Joule. Bijvoorbeeld : W= 3600 J
Ook weten we dat geldt: Q = I . t
Dan is het ook: W = U . I . t