2.2: Het land van de farao 3

Afsluiting: 2.2: Het land van de farao
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Afsluiting: 2.2: Het land van de farao

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • bespreken laatste deel samenvattingsopdracht
  • Afsluiting paragraaf 2.2
  • oefenen met toetsvragen over paragraaf 2.1 en 2.2

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les....
... Kun je uitleggen waarom de uitvinding van het schrift belangrijk was voor historici.
... Kun je uitleggen waarom de uitvinding van het schrift belangrijk was voor het bestuur van Egypte
... Kun je uitleggen wat de begrippen: prehistorie, historie en oudheid betekenen.
... Kun je uitleggen hoe het Egyptische rijk groot werd en uiteindelijk ten onderging.
... Heb je laten zien dat je de lesstof kan toepassen in vragen. 

Slide 3 - Slide

Het schrift: 
begrippen: oudheid, prehistorie

antwoord geven op de vraag: Hoe belangrijk was de uitvinding van het schrift?

Slide 4 - Slide

Hoe belangrijk was de uitvinding van het schrift?

Slide 5 - Open question

Het schrift:
  • hiërogliefen, tekens in steen
  • honderden kleine tekeningen met elk een bepaalde betekenis. 

Slide 6 - Slide

Het schrift:
Belangrijk voor het bestuur van het land:
  • wetten vastleggen
  • opbrengsten boeren bijhouden
  • belastingen bijhouden
  • voorraad in de schuren bijhouden

Slide 7 - Slide

Het schrift:
  • Met de komst van het schrift komen er voor historici  geschreven bronnen om te gebruiken om het verleden te bestuderen.
  • Met de uitvinding van het schrift eindigde de prehistorie en begon de oudheid.
  • Tijd van Grieken en Romeinen: 3000 v.Chr. - 500 n.Chr.

Slide 8 - Slide

Eenheid, verdeeldheid, veroveringen:
begrippen: -

antwoord geven op de vraag: Hoe werd het rijk groot?
Hoe kwam er een einde aan het Egyptische rijk?

Slide 9 - Slide

Hoe werd het rijk groot?

Slide 10 - Open question

Hoe kwam er een einde aan het Egyptische rijk?

Slide 11 - Open question

Eenheid, verdeeldheid, veroveringen:
  • sterke farao = eenheid
  • zwakke farao = verdeeldheid, het rijk kon uiteenvallen.
  • soldaten om de onderdanen te beschermen
  • soldaten om het rijk uit te breiden. 

Slide 12 - Slide

Eenheid, verdeeldheid, veroveringen:
  • Groot rijk
  • Grote rijkdom, overwonnen volken
    moesten jaarlijks veel goederen
     leveren aan de farao.

  • 525 v. Chr. Egypte veroverd door Perzen, einde van de Egyptische staat. 

Slide 13 - Slide

Afsluiting 2.2
In deze paragraaf heb je geleerd:
  • Hoe Egypte een staat werd.
  • Hoe Egyptenaren dachten over de farao.
  •  Op welke manier farao’s hun staat bestuurden.
  • Hoe belangrijk de uitvinding van het schrift was.
  • Hoe het Egyptische rijk zich ontwikkelde.

Slide 14 - Slide

Aan de slag:
Maak de oefenvragen, doe dit alsof je een toets maakt. Dat betekent:
  • Herhaal de vraag in je antwoord
  • Geef een duidelijk antwoord op de vraag, leg je antwoord uit als daar om gevraagd wordt.
  • Lees je antwoord nog een keer na
  • controleer je antwoord.

Slide 15 - Slide

De meeste nederzettingen van boeren lagen net buiten het stroomgebied van de Nijl.
Noteer twee redenen waarom Egyptische boeren hun nederzettingen een stukje van de Nijl af bouwden.

Slide 16 - Open question


Slide 17 - Open question

Leg uit welke rol handelaren speelden bij de ontwikkeling van de eerste stedelijke gemeenschappen (samenlevingen).

Slide 18 - Open question

Gebruik bron 1.
Leg met een beeldelementen uit wat het Palet te maken heeft met de eenwording van Egypte.

Slide 19 - Open question


Slide 20 - Open question


Slide 21 - Open question

Gebruik bron 2.
Egyptenaren geloofden dat de farao de plaatsvervanger op aarde was van de god Horus. Leg uit hoe je dat ziet aan dit reliëf.

Slide 22 - Open question

De boeren moesten twee soorten belasting betalen.
Geef van elke soort belasting aan waarom deze belangrijk was voor de farao.

Slide 23 - Open question


Slide 24 - Open question

Klaar?
  • stel eventueel vragen over de opdrachten die minder goed gingen, of over stof waar je nog extra uitleg over wil
  • controleer of alle opdrachten van 2.2 op je methode af zijn
  • oefen met de begrippen via de begrippentrainer van de methode. 

Slide 25 - Slide