Oefenen kijken en luisteren M4A

Kijken en luisteren 
mavo 4 - extra oefenen


1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Kijken en luisteren 
mavo 4 - extra oefenen


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onderdeel: begrijpend luisteren
Klik op de links om de oefenfilmpjes te bekijken. Beantwoord daarna de vragen op de volgende pagina's. 

Maak eventueel aantekeningen om hoofdzaken te onthouden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Link

This item has no instructions

1. Uit welke vier landen komen in 2018 de meeste
vluchtelingen naar Europa?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

2. Waarom vluchten de vluchtelingen?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

3. De EU heeft met Turkije een deal gesloten over de
opvang van de vluchtelingen. Wat houdt de ‘Turkijedeal’
in? (Meerdere antwoorden mogelijk).
A
De vluchtelingen worden 50/50 verdeeld over Turkije en de EU
B
Turkije krijgt geld van de EU, in ruil daarvoor houden ze vluchtelingen tegen
C
Bepaalde vluchtelingen die in Europa zijn, worden teruggestuurd naar Turkije
D
Turkije geeft geld aan de EU, zodat zij de vluchtelingen op kunnen vangen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

4. Waarom betaalt de EU liever geld aan Turkije dan dat
ze zelf vluchtelingen opvangen?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

5. Hoeveel van de inwoners van Jordanië zijn vluchteling?
A
1 op de 1000 inwoners
B
1 op de 100 inwoners
C
1 op de 10 inwoners

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

6. Nederland investeert in Jordanië om twee redenen.
Welke twee?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

7. Met Nederlands geld is er een kas gebouwd in Jordanië.
Op welke manier helpt dit vluchtelingen?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Slide 11 - Link

This item has no instructions

1. Wat is een genocide?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

2a. Tussen welke twee volken ging de strijd in Rwanda?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

2b. Waardoor was er strijd tussen de twee volken?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

3. Hoeveel mensen werden er in Rwanda vermoord
tijdens de genocide tussen april en juli 1994?
A
Meer dan een miljoen
B
Zo’n 200.000
C
Zo’n 50.000

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

4. Door wie wordt de vrijheid van de Oeigoeren ingeperkt?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

5. Op welke manier wordt geprobeerd de Oeigoeren de Chinese cultuur bij te brengen?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

6. Naar welk land vluchten de meeste vluchtelingen uit
Myanmar?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

7. Wanneer wordt iets officieel een genocide genoemd?
A
Als er meer dan 100.000 mensen zijn vermoord
B
Als een groep mensen het recht van bestaan wordt ontzegd
C
Als een volk opzettelijk een ander volk uitmoord

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Onderdeel: fictie
Kijk de fragmenten op de volgende pagina's. Beantwoord telkens de vragen die tussendoor gesteld worden.

*Let op: zet het geluid aan in het filmpje (rechtsonder)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Samenvatten
Schrijf een samenvatting van ongeveer 10 regels wat er is gebeurd in het filmpje. 




(eigen antwoord)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

Fragment 1 
Welke personages zie je in het filmpje?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Op welke manier zijn de personages aan elkaar verbonden?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Neemt Gregg zijn overstap naar havo serieus?
A
Nee
B
Ja

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Video

Fragment 2
Samenvatten
Schrijf een samenvatting van ongeveer 10 regels wat er is gebeurd in het filmpje. 




(eigen antwoord)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat doelt het meisje op met de opmerking: 'rustig aan Badr Hari'?
A
Ze maakt zijn magere lichaam belachelijk
B
Ze is onder de indruk van zijn lichaam

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van Bilal?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Onderdeel: sprekersbedoeling
Op de volgende pagina's staan begrippen met daarbij voorbeelden die vaak gebruikt worden in de vragen bij het onderdeel sprekersbedoeling. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Sprekersbedoeling:
1. Aanvulling geven
2. Conclusie trekken
3. Correctie geven

4. Mening geven of vragen
5. Nieuwe informatie geven of vragen

Voorbeeld:
1. Daar komt nog bij dat ...
2. Je kunt dus zeggen dat ...
3. Je vergeet nu te noemen dat ...
4. Ik vind dat ...
5. Het volgende gebeurde ...

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Sprekersbedoeling:
6. Samenvatting geven 
7. Structuur aan een gesprek geven
8. Verduidelijkimg geven
9. Vermoeden uitspreken

Voorbeeld:
6. Kortom ..., Samengevat ...
7. Ik vertel eerst ... en daarna ...

8. Ik zeg dat omdat ...
9. Ik denk dat.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke sprekersbedoelingen zijn:
  • iemand plagen
  • iemand in verlegenheid brengen
  • een grapje maken.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Bedoel je nou dat het feest morgen niet doorgaat?
A
correctie
B
vermoeden
C
samenvatting
D
verduidelijking

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Dus jij komt niet naar school?
A
aanvulling
B
conclusie
C
mening
D
vermoeden

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

ik vind dat een erg goed boek
A
mening
B
samenvatting
C
correctie
D
vermoeden

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Kijk het filmpje op de volgende pagina. Herken je de verschillende sprekersbedoelingen?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions