3 inkomensverschillen

3. Inkomensverschillen 
Theorie
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Algemene EconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3. Inkomensverschillen 
Theorie

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je leert in deze paragraaf:

• wat oorzaken kunnen zijn van inkomensverschillen
• hoe je uit een grafiek de inkomensverschillen kunt aflezen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welk inkomen?

Slide 4 - Slide

Oorzaak Inkomensverschillen?

Slide 5 - Mind map

Inkomensverschillen

Slide 6 - Slide

Soorten inkomen
Modaal inkomen =
het meest voorkomende inkomen in ons land. zo'n 3200 euro bruto, netto is dat ongeveer 2.500 euro. per maand. 

Minimum inkomen =
bedrag dat iemand minimaal moet verdienen
(dit is de helft van het modaal inkomen)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Lorenzcurve
  • In één oogopslag zichtbaar hoe het inkomen in een land verdeeld is. 
  • Horizontale as: bevolking in % van totaal 
  •  verticale as: Inkomen in % van het totaal

  • Punt A: de armste 10% heeft 10% van het inkomen 
  • Punt B: de armste 20% heeft 20% 
  • Punt C: 80@ van de bevolking heeft 80% van het inkomen. 
  • Inkomen is hier gelijk verdeeld. 

Slide 9 - Slide

Ongelijke inkomensverdeling
  • Hiernaast een meer realistich beeld van een inkomsverdeling in een land 
  • Punt D: de armste 40% heeft maar 10% van het totale inkomen 
  • Punt E: 80% van de bevolking heeft maar 50% van het inkomen.
  • Dus de rijkste 20% heeft 50% van het inkomen. 

Slide 10 - Slide

Inkomensverdeling
  • Taak van de overheid om inkomens gelijk te verdelen
  • Rode lijn is primaire inkomensverdeling; verschil tussen arm/rijk groot (werklozen vs. rijke ondernemers) 
  • Blauwe lijn secundaire inkomensverdeling. verschil tussen arm/rijk 'eerlijker' verdeeld. 
  • Door belastingen wordt er meer bij de rijke weggehaald
  • Hierdoor kunnen de armeren gecompenseerd worden. 

Slide 11 - Slide

De Lorenzcurve....
A
geeft de verdeling binnen een beroepsgroep aan
B
geeft de mate van inkomensgelijkheid aan
C
Geeft de mate van inkomensongelijkheid aan
D
geeft de inkomensverdeling van docenten aan

Slide 12 - Quiz

Welke Lorenzcurve is van een ontwikkelingsland?
A
Links want de inkomensverschillen zijn klein
B
Links want de inkomensverschillen zijn groot
C
Rechts want de inkomensverschillen zijn klein
D
Rechts want de inkomensverschillen zijn groot.

Slide 13 - Quiz

Aan de slag 
Maken alle toepassingsvragen en verwerkingsvragen hoofdstuk 3  

Volgende les oefentoets Hoofdstuk 3! 

Slide 14 - Slide