Wat: Lees en maak hoofdstuk 7, paragraaf 2 (blz. 226 t/m 229).
basis: 13, 14, 16, 18, 20, 22, 25
herhaling: 15, 17, 19, 21
verdieping: 23, 24, 26
Wanneer: Zorg dat dit voor volgende week af is en kijk het na.
Hoe: Met je boek en in je schrift. Schrijf met pen, teken met potlood.
Klaar?: Als je klaar bent met paragraaf 2, kun je verder met paragraaf 3.