creatief schrijven

Creatief schrijven
De komende 2 lessen gaan we aan het werk met een schrijfopdracht. 
We gaan een sprookje schrijven. 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Creatief schrijven
De komende 2 lessen gaan we aan het werk met een schrijfopdracht. 
We gaan een sprookje schrijven. 

Slide 1 - Slide

Planning voor de komende twee lessen
Les 1:
- Uitleg over tekstdoelen, doelgroepen en sprookjes
- Uitleg over de OPOE-strategie
- schrijfplan maken en begin van het sprookje
Les 2:
- sprookje afschrijven
- elkaars verhaal (sprookje) beoordelen


Klassikale afsluiting op het digibord. 

Slide 2 - Slide

LES 1

Slide 3 - Slide

Wat maakt een verhaal
leuk om te lezen?

Slide 4 - Mind map

 Doelen les 1
Lesdoelen:

  1. Je kunt de verschillende tekstdoelen opnoemen.
  2. Je kunt uitleggen voor welke doelgroep een tekst geschreven is en je weet waar je per doelgroep rekening mee moet houden. 
  3. Je kunt de OPOE-strategie toepassen bij het schrijven van een creatieve tekst. 



Slide 5 - Slide

Schrijfdoelen van een schrijver
Informeren --> De schrijver wil informatie geven aan de lezers.

Amuseren --> De schrijver wil mensen laten lachen en ontspannen

Overhalen --> De schrijver wil mensen overhalen om iets te 
gaan doen 


Slide 6 - Slide

De doelgroep 
  • Voor wie is de tekst bedoeld? 
    Wie gaat die tekst lezen?
    Jongeren, ouderen, autoliefhebbers, mbo-studenten, kleuters, brugklasleerlingen, meisjes die van paarden houden, jongens die niet van voetbal houden. 

  • De schrijver past zijn taalgebruik aan de doelgroep aan.

    U of jij, straattaal of vaktaal, veel/weinig plaatjes?


Slide 7 - Slide

Denken, delen, uitwisselen
 Waarmee houdt je als schrijver rekening als je voor jongeren schrijft?


Schrijf de dingen waar jij aan denk in je schrift
timer
1:00

Slide 8 - Slide

De doelgroep
Je kunt erachter komen voor welke doelgroep een tekst is door:
1. Te letten op het taalgebruik. 
2. Te kijken naar het uiterlijk van de tekst.
3. Te letten op het onderwerp van de tekst. 



Slide 9 - Slide

Volwassenen:

- gemakkelijke en moeilijke woorden door elkaar
- weinig of geen plaatjes
- kleine letters
- lange en korte zinnen door elkaar

Kinderen:

- gemakkelijke woorden
- veel plaatjes
- grote letters
- korte zinnen


Slide 10 - Slide

OPOE-strategie
Tekst 'Sem' 

OPOE
Deelvragen
Antwoord op de vragen
Over wie gaat het verhaal?

- Wie is de hoofdpersoon?
- Waar is de hoofdpersoon als het verhaal begint?
Wat is het Probleem?
- Wat is het probleem dat opgelost moet worden?
- Waarom is het moeilijk om het probbleem op te lossen?
Wat is de Oplossing?

- Lost de HP het elf op of is er hulp?
- Hoe gebeurt dat precies?
- Wat gebeurt er daarna?
Hoe is het Einde?
- Hoe loopt het verhaal af?

Slide 11 - Slide

Startzin 
  • Er was eens een superprinses. Zij wilde trouwen met een leuke prins. Maar die prins werd gevangen gehouden door een boze koningin.
  • Er was eens een slimme kabouter. Hij had een drankje uitgevonden waarmee hij zichzelf onzichtbaar kon maken. Maar toen was hij onzichtbaar en dat is een groot probleem.
  • Er was eens een meerman met een probleem: hij wilde liever een draak zijn. Dus ging hij op zoek naar iemand die hem kon helpen.
  • Er was eens een tovenares die haar toverkracht kwijt was. Er was één persoon die haar kon helpen. Maar die woonde ver, ver weg…
  • Er was eens een dappere ridder. Maar hij werd gevangen gehouden door een kikkerprinses die met hem wilde trouwen.
  • Er was eens een lief klein egeltje. Zij had gehoord dat een vijand het paleis van de koning wilde aanvallen. Dat moest ze de koning vertellen. Maar hoe kon ze sneller bij de koning zijn dan de vijand?
  • Er was eens....................

Slide 12 - Slide

Schrijfplan 
Je hebt een startzin gekozen. Je gaat nu een plan maken voor je verhaal. Zet je ideeën in het OPOE-schema wat je van de docent krijgt. 

Slide 13 - Slide

schema ingevuld?
Begin maar met schrijven

Slide 14 - Slide

Afsluiting les
Wat ga je thuis vertellen als je vragen wat je tijdens deze les hebt geleerd?

Slide 15 - Slide

LES 2

Slide 16 - Slide

Wat weet je nog
van vorige les?

Slide 17 - Mind map

Korte terugblik
Welke doelgroep willen ze bereiken met de volgende teksten en waar zie je dat aan?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Creativiteit omvat zoveel meer dan artistieke kwaliteiten zoals schilderen of tekenen
A
volwassenen
B
jongeren

Slide 21 - Quiz

Stel je voor dat je een magische tattoo laat zetten met onzichtbare inkt die alleen jij kunt zien.
A
volwassenen
B
jongeren

Slide 22 - Quiz

Op een vriendelijke manier zeggen wat je dwarszit is een echte superkracht
A
volwassenen
B
jongeren

Slide 23 - Quiz

Hoewel we niet lijken te weten hoeveel emoties we precies hebben, kunnen we wel een praktische poging doen om de specifieke emotie die jij voelt, een ‘naam’ te geven.
A
volwassenen
B
jongeren

Slide 24 - Quiz

Doelen les 2
  1. Je kunt de OPOE-strategie toepassen bij het schrijven van een creatieve tekst. 
  2. Je kunt de tekst van een ander beoordelen aan de hand van bespreekkaartjes 

Slide 25 - Slide

Hoe ziet deze les eruit?
  • Eerste 10 minuten de tijd om je verhaal af te schrijven
  • Verhalen uitwisselen in viertallen en verdelen van de beoordelingskaartje. 

Slide 26 - Slide

Beoordelen 
Groepjes van vier:
1. De verhalen worden voorgelezen aan elkaar.
2. Je legt kaartjes met kenmerken bij het verhaal waar dat het meeste bij past. (deze krijg je van de docent) 
3. Bespreek waarom je welke kaartjes bij welk verhaal gelegd hebben.
4. Iedereen noteert welke kaartjes bij je eigen verhaal liggen.


Slide 27 - Slide

Afsluiting van de les
invullen van het woordweb op de volgende dia

Slide 28 - Slide

Wat zou jij na deze les
nog aan willen passen
aan je verhaal?

Slide 29 - Mind map