What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling: Aan elkaar of los?
Spelling
Aan elkaar of los?
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling
Aan elkaar of los?
Slide 1 - Slide
Aan elkaar of los?
- Je kent de regels voor los of aan elkaar schrijven.
- Je kan dus bepalen of je woorden los of aan elkaar moet schrijven.
Slide 2 - Slide
Wat is juist?
A
schouder tas
B
schoudertas
C
schouder-tas
Slide 3 - Quiz
Wat is juist?
A
zilveren ring
B
zilverenring
Slide 4 - Quiz
Waarom schrijf je 'schoudertas' aan elkaar, maar 'fantastische tas' los?
Slide 5 - Open question
De regels voor het aan elkaar schrijven:
Woorden die één ding zijn, schrijf je aan elkaar.
Daarvoor heb je een aantal regels.
1. Heb je drie woorden of minder? Schrijf ze aan elkaar!
Voorbeeld:
bagage + drager = bagagedrager.
Slide 6 - Slide
Wat is juist?
(Tip: vormen de woorden samen 1 begrip?)
A
fiets sleutel
B
fietssleutel
C
fiets-sleutel
Slide 7 - Quiz
Wat is juist?
(Tip: vormen de woorden samen 1 begrip?)
A
Fransehoofdstad
B
Franse hoofdstad
Slide 8 - Quiz
De regels voor het aan elkaar schrijven:
2. Woorden die bestaan uit
er, hier, daar
of
waar + voorzetsel
schrijf je aan elkaar.
Voorbeeld: er+voorzetsel over = erover
hier+voorzetsel op = hierop
daar +voorzetsel om = daarom
Slide 9 - Slide
De regels voor het aan elkaar schrijven:
3. Getallen met honderd en duizend schrijf je aan elkaar.
Voorbeeld:
vijf + honderd + dertien = vijfhonderddertien
drie + veertig + duizend = drieënveertigduizend
Slide 10 - Slide
Wat is juist?
A
daar over
B
daarover
Slide 11 - Quiz
Wat is juist?
A
hiernaast
B
hier naast
Slide 12 - Quiz
Wat is juist?
A
onderwijsinspectie
B
onderwijs inspectie
Slide 13 - Quiz
De regels voor het aan elkaar schrijven:
4. Veel
werkwoorden
schrijf je aan elkaar.
Iets wat je kunt
doen
, dus.
Voorbeeld: hardlopen, lesgeven, schoonmaken.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Aan elkaar of los?
A
Zuid-Hollander
B
ZuidHollander
C
Zuid Hollander
Slide 16 - Quiz
Aan elkaar of los?
A
bananen schil
B
bananenschil
Slide 17 - Quiz
Aan elkaar of los?
A
driekamer appartement
B
driekamerappartement
C
drie-kamer-appartement
D
drie kamer appartement
Slide 18 - Quiz
Aan elkaar of los?
Ik heb het verslag ...
A
afgemaakt
B
af gemaakt
Slide 19 - Quiz
Aan elkaar of los?
langeafstandsloper
A
Los: lange afstands loper
B
Los: lange afstandsloper
C
Los: langeafstands loper
D
Aan elkaar: langeafstandsloper
Slide 20 - Quiz
Denk je dat je het begrijpt?
A
Ik denk dat ik het wel begrijp
B
Ik begrijp het nog niet 100%
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
Spelling H6: Aan elkaar of los?
March 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
paragraaf 6 Aan elkaar of los?
December 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling H6: Aan elkaar of los?
April 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Samenstellingen
8 days ago
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling H6
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling: aan elkaar of los?
May 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling: aan elkaar of los?
March 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling H6: Aan elkaar of los?
June 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2