Marketing MP04 05 06

Marketing MP04 05 06
1 / 20
next
Slide 1: Slide
LessonUpMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Marketing MP04 05 06

Slide 1 - Slide

MP04: Van welk plan is het marketingplan afgeleid?
A
Beleidsplan
B
Communicatieplan
C
Financieringsplan
D
Ondernemingsplan

Slide 2 - Quiz

Wat zijn de drie stappen van perceptie?
A
Blootstelling, aandacht, begrip
B
Blootstelling, behoeften, begrip
C
Negeren, behoeften, aandacht
D
Blootstelling, negeren, aandacht

Slide 3 - Quiz

Een schoenenfabriek gaat een eigen merk schoensmeer produceren. Welke strategie hoort hierbij?
A
Marktpenetratie
B
Productontwikkeling
C
Marktontwikkeling
D
Diversificatie

Slide 4 - Quiz

De BCG-matrix helpt een onderneming om zijn marktpositie te bepalen
A
Eens
B
Oneens

Slide 5 - Quiz

Welke van de volgende is GEEN gevaar voor de winstgevendheid van een bedrijf?(concurrentiestrategie van porter)
A
Het bedrijf is nieuw
B
Leveranciers die samenwerken
C
Nieuwkomers met een focus op een lage prijs
D
Substituut producten

Slide 6 - Quiz

Marktsegmentatie is het opdelen van de markt in verschillende groepen afnemers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Een samenwerking van bedrijven om nieuwe producten te ontwikkeling heet?
A
Co-design
B
Co-innovatie
C
Co-development
D
Co-creatie

Slide 8 - Quiz

MP05: Wat houdt SMART in?
A
Het is een manier om je missie op te stellen
B
Het is een onderdeel van je marketingbeleid
C
Het is een manier om je visie op te stellen
D
Het is een manier om doelen te stellen

Slide 9 - Quiz

Waar staat SMART voor?

Slide 10 - Open question

Welke drie zaken zijn van belang voor een goed marketingbeleid?
A
Bepalen van missie en visie, bepalen van core business en kernwaarde en het vaststellen van USP's
B
Vaststellen van USP's, Bepalen van de distributiekanalen en het bepalen van personeelsbeleid.
C
Bepalen van distributiekanalen, bepalen van missie en visie en bepalen van core business en kernwaarde.
D
Bepalen van missie en visie, bepalen van het personeelsbeleid en vaststellen van USP's

Slide 11 - Quiz

Wat betekent het begrip core business?

Slide 12 - Open question

Wat is het verschil tussen een formele en informele organisatie?

Slide 13 - Open question

Wat doet een contentmanager?
A
Die houdt zich bezig met de analyse en planning van de inhoud van een marketingactiviteit.
B
Die is verantwoordelijk voor de relatie met meerdere klanten.
C
Die is verantwoordelijk voor de webwinkelactiviteiten en online verkoop van een bedrijf
D
Die houdt zich bezig met de uitvoering van alle online activiteiten van een organisatie

Slide 14 - Quiz

MP06: Wat onderzoek je in een interne analyse?
A
De sterke en zwakke punten van een organisatie zelf
B
De sterke punten van de medewerkers in de organisatie
C
De sterke en zwakke punten van concurrenten
D
De sterke en zwakke punten van je product

Slide 15 - Quiz

Wat is GEEN middel van een organisatie
A
Geld
B
Personeel
C
Faciliteiten
D
Normen

Slide 16 - Quiz

Welke is GEEN marktpartij
A
Concurrenten
B
Arbeiders
C
Afnemers
D
Leveranciers

Slide 17 - Quiz

Juist of Onjuist:
Demografische factoren zijn kenmerken die de economie beschrijven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Welke vier strategieën kun je kiezen volgens de confrontatiematrix?
A
Aanvallen, Analyseren, Meebewegen en Niets doen
B
Aanvallen, Verdedigen, Versterken, Terugtrekken
C
Meebewegen, Versterken, Niets doen, Terugtrekken
D
Aanvallen, Analyseren, Versterken, Terugtrekken

Slide 19 - Quiz

De belangstelling van de consument neemt af. dit is een:
A
Kans
B
Bedreiging
C
Sterk punt
D
Zwak punt

Slide 20 - Quiz