Crack the code H3b einde schooljaar

H3b einde schooljaar 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3b einde schooljaar 

Slide 1 - Slide

Om de code te kunnen kraken moet je 3 verschillende soorten opdrachten doen:
  1. Atlasopdrachten A1 t/m A5 (apart blaadje)
  2. Rekenopdrachten B1 t/m B6 (apart blaadje)
  3. Vragen over drie leerjaren aardrijkskunde. (deze LessonUp).

Schrijf de antwoorden op je antwoordenvel. Los de sommen op en kom tot de code.

Slide 2 - Slide

Je krijgt nu 20 meerkeuze vragen over drie schooljaren aardrijkskunde. Je mag je lesboek en aantekeningen gebruiken om de vragen te beantwoorden.

Schrijf de antwoorden op je antwoordvel.
A = 1
B = 2
C = 3
D = 4

Slide 3 - Slide

C1. Nederlandse gemeenten verwachten dat ze in de toekomst meer voorzieningen op het gebied van de gezondheidszorg nodig hebben.Waarom?
A
1. De ontgroening neemt toe.
B
2. De ontgroening neemt af.
C
3. De vergrijzing neemt toe.
D
4.De vergrijzing neemt af.

Slide 4 - Quiz

C2. Mevrouw Ledoux verhuist van Landgraaf naar Amsterdam. Dit noemen we ....
A
Emigratie
B
Immigratie
C
Buitenlandse migratie
D
Binnenlandse migratie

Slide 5 - Quiz

C3. In welk antwoord staan de klimaten in de juiste volgorde van hoge breedte naar lage breedte?
A
1. tropisch regenwoudklimaat - woestijnklimaat - savanneklimaat
B
2. toendraklimaat - savanneklimaat - steppeklimaat
C
3. gematigd zeeklimaat - steppeklimaat - savanneklimaat
D
4. poolklimaat - steppeklimaat - toendraklimaat

Slide 6 - Quiz

C4. Wat bedoelen we met het klimaat in Turkije?
A
1. Het weer zoals dat elke dag in Turkije voorkomt, wat betreft temperatuur, neerslag en wind.
B
2. De gemiddelde toestand van de lucht op een bepaalde plaats en tijd in Turkije.
C
3. De gemiddelde temperatuur in Turkije over een langere tijd.
D
4. Het gemiddelde weer in Turkije over een lange periode.

Slide 7 - Quiz

C5. Wat is juist?
A
1.Een zeeklimaat is in de zomer warmer en in de winter kouder dan een landklimaat.
B
2. Een zeeklimaat is in de zomer kouder en in de winter warmer dan een landklimaat.
C
3. Een zeeklimaat is in de zomer en in de winter warmer dan een landklimaat.
D
4.Een zeeklimaat is in de zomer en in de winter kouder dan een landklimaat.

Slide 8 - Quiz

C6. Een aardbeving met een kracht van 5 op de schaal van Richter is ....... keer zwaarder dan een aardbeving van 2 op de schaal van Richter.
A
3
B
1000
C
10
D
100

Slide 9 - Quiz

C7. Orkanen ontstaan in ...
A
1. poolgebieden.
B
2. tropische gebieden.
C
3. berggebieden.
D
4.woestijngebieden.

Slide 10 - Quiz

C8. Bij de mid-oceanische rug bewegen twee platen ......
A
1. naar elkaar toe
B
2. langs elkaar
C
3. uit elkaar

Slide 11 - Quiz

C9. Beoordeel de volgende stellingen. Welk antwoord is juist?
I De hoogte van het analfabetisme zegt iets over het
welzijn in een land.
II Het percentage mensen dat in de landbouw werkt, zegt
iets over de welvaart in een land.
A
1. Alleen I is juist.
B
2. Alleen II is juist.
C
3. Beide zijn juist.
D
4.Beide zijn onjuist.

Slide 12 - Quiz

C10. Nederland is aantrekkelijk voor buitenlandse bedrijven om er een vestiging op te zetten. Welke vestigingsplaatsfactor speelt daarbij geen rol van betekenis?
A
1. de gunstige ligging aan de rand van het continent
B
2. Nederland is een vlak land.
C
3.de goed opgeleide bevolking met beheersing van meerdere talen
D
4. de lage belasting voor buitenlandse bedrijven in Nederland

Slide 13 - Quiz

C11. Na 1970 is de globalisering sterk toegenomen. Welke reeks van drie ontwikkelingen heeft daar aan bijgedragen?
A
1. De toename van het aantal mno’s, toename van de regionale ongelijkheid in ontwikkelingslanden en het verdwijnen van handelsbelemmeringen.
B
2. De toename van het aantal mno’s, het verdwijnen van handelsbelemmeringen en de verbetering van het transport.
C
3. De verbetering van verbindingen, de toename van het aantal mno’s en de groei van de formele sector.
D
4. De verbetering van de verbindingen, het opheffen van handelsbelemmeringen en de opkomst van de semiperiferie.

Slide 14 - Quiz

C12. Welke vorm van verwering zie je?
A
1. Mechanische verwering
B
2. Chemische verwering

Slide 15 - Quiz

C13. De stenen op de afbeelding zijn rond door ...
A
1. Verwering
B
2. Erosie
C
3. Sedimentatie

Slide 16 - Quiz

C14. Het dal op de afbeelding is ontstaan door ...
A
1. een rivier
B
2. een gletsjer

Slide 17 - Quiz

C15. De relatieve afstand kan veranderen.
A
1. goed
B
2. fout

Slide 18 - Quiz

C16. Gentrification is een proces waarbij een oude, vervallen stadswijk wordt opgeknapt en daarna bewoond door rijkere burgers.
A
1. goed
B
2. fout

Slide 19 - Quiz

C17. Een stad ligt aan een rivier. Je noemt dit de situation van de stad.
A
1. goed
B
2. fout

Slide 20 - Quiz

C.18. Bij letter H zien we evaporatie.
A
1. goed
B
2. fout

Slide 21 - Quiz

C19. De waterbalans van Nederland laat zien dat de neerslag en de rivieren voor aanvoer van zoet water zorgen. Wat zijn de factoren die zorgen voor het verdwijnen van water uit Nederland?
A
1. uitstroom van rivieren, nuttige neerslag
B
2. infiltratie, uitstroom van rivieren.
C
3. waterconsumptie, verdamping
D
4. import van virtueel water, verdamping

Slide 22 - Quiz

C20. Wat zal de belangrijkste oorzaak zijn voor de verwachte zeespiegelstijging?
A
1. het afsmelten van grote hoeveelheden landijs
B
2. het afsmelten van grote hoeveelheden drijfijs
C
3. het toenemen van de hoeveelheid water in de kringloop
D
4. het korter worden van de waterkringloop

Slide 23 - Quiz