H1 samenvatting les 16

H1 Vier rijken 
  • Vandaag:
  • Herhalen en 'zelf samenvatten' maken
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with text slides.

Items in this lesson

H1 Vier rijken 
  • Vandaag:
  • Herhalen en 'zelf samenvatten' maken

Slide 1 - Slide

H1.1:  Indelen van organismen
om organismen beter te kunnen begrijpen, hebben biologen alle organismen ingedeeld in groepen. Dit proces heet ordening.
Ordening vindt voornamelijk plaats op basis van celkenmerken. 
De vier hoofdverdelingen noemen we de vier rijken.

Slide 2 - Slide

De vier Rijken
Bacteriën        Schimmels       Planten               Dieren

Slide 3 - Slide

Groepen
De vier rijken worden vervolgens onderverdeeld in 8 groepen. 

Slide 4 - Slide

Gewervelden
De groep gewervelden worden ook wee ropgedeeld in 5 groepen.
Deze moet je kennen met eigenschappen

Slide 5 - Slide

Determineren
Determineren
organismen herkennen door naar kenmerken te kijken
(engels)Determine = bepalen, vaststellen

Determineren doe je met een determineertabel

Slide 6 - Slide

Determineren 
  • Bepalen van de soortnaam
  • zoekkaart
  • determineertabel 

Slide 7 - Slide

Naamgeving
wetenschappelijke naam. bedacht door Linnaeus

wetenschappelijke naam bestaat uit:
Geslachtsnaam - eerste deel met een Hoofdletter
Soortnaam - geeft de soort van het dier aan met een kleine letter

Slide 8 - Slide

H1.2 Plantenrijk
Plant bestaat uit vier delen:
  1. wortel
  2. stengel
  3. blad
  4. bloem

Slide 9 - Slide

Plantenrijk
Planten cel bestaat:

  1. celwand: bescherming
  2. celmembraan: transport
  3. cytoplasma: stroperige vloeistof
  4. celkern: regelt alles in de cel
  5. bladgroenkorrel: fotosynthese
  6. vacuole: blaasje, stevigheid

Slide 10 - Slide

Stevigheid Planten
Kruidachtigen:
zuigen vacuole vol met water,
vacuole druk tegen de celwand, geeft stevigheid (fietsband)

Slide 11 - Slide

H 1.3  Opbouw dier
  • organisme
  • orgaanstelsel
  • orgaan
  • weefsel
  • cel

Slide 12 - Slide

Opbouw dierlijke cel
  • celmembraan
  • cytoplasma
  • celkern

Slide 13 - Slide

1.4 Kenmerken
Schimmels

  • eencellig of meercellig
  • eencellig zijn gisten 
  • meercelligen zijn lange draden 
Een paddenstoel is een meercellige schimmel! 

Slide 14 - Slide

Schimmelcel
bestaat uit:
  1. celwand
  2. celmembraan
  3. cytoplasma
  4. vacuole
  5. celkern

Slide 15 - Slide

Kenmerken bacteriën




  • één cel
  • erg klein
  • zweepharen
  • geen kernmembraan
  • kringchromosomen

Slide 16 - Slide

Bacterie-cel
bestaat uit:
  1. celwand
  2. celmembraan
  3. cytoplasma

Slide 17 - Slide

Voortplanting bacteriën

celdeling


elk halfuur delen



eencellige schimmels delen ook

Slide 18 - Slide

Voortplanting schimmels

Sporen

= cel waar nieuwe schimmel uit komt



aan uiteinde schimmeldraad

of onder de paddenstoel

Slide 19 - Slide

Nuttige en schadelijke bacteriën en schimmels

ze voeden zich met dode resten van organismen 

reducenten 

hierbij komen voedingsstoffen vrij die door planten kunnen worden gebruikt

Slide 20 - Slide

voedselbederf tegengaan
bacteriën/schimmels kunnen voedsel bederven, voorkomen: conserveren
  1. drogen: schimmels/bacteriën kunnen niet zonder water
  2. verhitten: schimmels/bacteriën  gaan dood bij hoge temperatuur. Steriliseren (120oC) of pasteuriseren (70oC)
  3. koelen: schimmels/bacteriën groeien langzamer
  4. toevoegen conserveermiddel: schimmels/bacteriën kunnen niet groeien wanneer er teveel suiker, zout, zuur of alcohol aanwezig is
  5. vacuüm: schimmels/bacteriën kunnen niet zonder zuurstof

Slide 21 - Slide

1.5 voedselkringloop

Slide 22 - Slide

Plantaardige cel
  • In bladgroenkorrels zit chlorofyl (bladgroen)

  • In bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats: eigen energierijke voeding maken


eigen voedsel maken
Wij kunnen in ons lichaam niet ons eigen voedsel maken.
Hiervoor gaan we naar de winkel of halen we ingrediënten van het land.
Ook dieren, bacteriën en schimmels kunnen het niet. Zonder planten zouden er geen voedsel en geen zuurstof zijn!

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Reactievergelijking
               zonlicht
  • Water + koolstofdioxide  --> zuurstof + glucose

  • Planten kunnen van glucose weer andere stoffen maken.




Slide 25 - Slide

Elke voedselketen is 
onderdeel van een voedselkringloop
Voedselkringloop

Slide 26 - Slide

Voedselkringloop

Slide 27 - Slide

Consumenten
  • Dieren eten / consumeren de energierijke stoffen die planten maken.
  • Dieren in de tweede schakel : herbivoren.
  • Dieren in de derde (of hoger) schakel : carnivoren / omnivoren.
  • Producenten worden gegeten door consumenten van de eerste orde.
  • Die worden op hun beurt gegeten door consumenten van de tweede orde.

Slide 28 - Slide

Afvaleters
  • Niet alle organismen worden gegeten.
  • Dode resten van planten en dieren worden gegeten door afvaleters.
  • Afvaleters horen niet bij een voedselweb, want de schakels van een
    voedselketen bestaan alleen uit levende organismen.

Slide 29 - Slide

Reducenten
  • Resten die afvaleters achterlaten, worden afgebroken door bacteriën en schimmels --> reduceren.
  • Planten nemen deze stoffen op --> kringloop is rond.

Slide 30 - Slide

1.6 Biotechniek (Biotechnologie)
Biotechniek: 
(door de mensen) gebruiken van levende wezens om ze met een bepaalde techniek voor je te laten werken.

Slide 31 - Slide

gebruikt schimmels
  • brood: (gist) ontstaat koolstofdioxide en alcohol
  • schimmelkaas: sporen, speciale smaak
  • geneesmiddelen: (penicilline), doodt bacteriën antibiotica

Slide 32 - Slide

gebruikt bacteriën
  • yoghurt: melkzuurbacterie, conserveermiddel (langer houdbaar)
  • zuurkool: melkzuurbacterie, geeft zure smaak
  • afvalwater schoonmaken: zuiveringsinstallatie, afvalstoffen worden afgebroken tot CO2, mineralen

Slide 33 - Slide

Genetische modificatie
Biotechnologie: technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens (gisten, melkzuurbacterie)

Genetische modificatie: aanbrengen van erfelijk eigenschappen in organismen

Slide 34 - Slide

Genetische modificatie
Voedsel als medicijn: Rijstplanten met meer vitamine A
Supervoedsel: gen ingebracht bij organismen
wasmiddel: enzymen, werken op lage temperatuur

CRISPR-CAS: (gen-aanpassing)
knippen, vervangen van genen

Slide 35 - Slide