Ne 2425 - BK1 - 1.2 en 1.4 moedertaal / meertaligheid_versie DCS

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

STARTKLAAR maken:

• Telefoon in het Zakkie
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

SomToday updaten

>> Pak je laptop. Werk 10 minuten aan NUMO.

Afspraken in de klas

Rust & respect:

- Spullen mee.

- Naar elkaar luisteren.

Lukt dit niet? UIT + nakomen vrijdagmiddag.

Deze week - Kern 1.1 + CS&G 5

Deze LessonUp hoort bij: 

Kern hoofdstuk 1 les 1.2: 

Lezen --> de taal waar je vandaan komt 

Kern hoofdstuk 1 les 1.4:

Lezen --> meertaligheid

Lezen

H1.2 De taal waar je vandaan komt

Lesdoel: 

Je komt meer te weten over streektalen en leert wat titel, inleiding, alinea en tussenkopje zijn.

Test jezelf!

Je hoort 3 mensen spreken. 

In welk deel van Nederland wonen zij?

Je hoorde 2 streektalen/dialecten

1. Het Gronings - provincie Groningen.

2. Rotterdams - stad Rotterdam.

3. Limburgs - provincie Limburg.

Begrippen uit deze les

Dialect / streektaal

Titel

Inleiding

Alinea

Tussenkopje

Samen lezen

Wat is een dialect?

Test jouw kennis!

>> Werkblad uitdelen.

Wat?	Maak de vragen op het werkblad
Tijd?	3 minuten. Daarna nakijken.
Klaar?	Maak vraag 20 op bladzij 15.

Aan de slag!

Wat?	Maak vraag 12 tot 18 op bladzij 14.
Hoe?	Lees de oefentekst. Werk alleen.
Tijd?	5 minuten. Daarna nakijken.
Klaar?	Maak vraag 19 en 20.

Woorden uit deze les

(iemand) opvangen =(iemand die mogelijk hulp nodig heeft) helpen

rechter = persoon die uitspraak doet in rechtszaken

onmogelijk = Iets wat niet kan

tegenstelling = Het tegenovergestelde

overig = ander / overgebleven

toelichting = verklaring, uitleg

Jeugdjournaal terugkijken

https://npo.nl/start/serie/nos-jeugdjournaal 

Quiz-tijd!

Energizer

Wat te doen

- Doe je boek open. 

- Lees Belangrijk

- Samen mondeling opdrachten maken

- Zelfstandig werken

De docent schrijft op het bord welke bladzijde en opdrachten.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nakijken

De antwoorden staan op het bord.

Pak een andere kleur pen.

Verbeter je fouten.

Stel vragen als je die hebt.

Waar vind je de titel?

1. Onderaan de tekst, in de samenvatting.
2. Bovenaan de tekst.
3. Die bestaat niet.
4. De titel kun je niet vinden.

Wat vertelt de inleiding?

1. Dat is de samenvatting.
2. Je vindt daar de conclusie.
3. Het vertelt kort waar de tekst over gaat.
4. Daar staan de belangrijke woorden.

      Leerdoelen

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Lezen

Les 1.4 Meertaligheid

Lesdoel: 

Je leert wat meertaligheid is en wat verkennend en intensief lezen is. 

Voorbeelden

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Wat kun jij vertellen
over "verkennend en intensief lezen"?

Instructie

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Begrippen uit deze les

verkennend

intensief

Woorden uit deze les

(iemand) opvangen =(iemand die mogelijk hulp nodig heeft) helpen

rechter = persoon die uitspraak doet in rechtszaken

onmogelijk = Iets wat niet kan

tegenstelling = Het tegenovergestelde

overig = ander / overgebleven

toelichting = verklaring, uitleg

Energizer

Wat te doen

- Doe je boek open. 

- Lees Belangrijk

- Samen mondeling opdrachten maken

- Zelfstandig werken

De docent schrijft op het bord welke bladzijde en opdrachten.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nakijken

De antwoorden staan op het bord.

Pak een andere kleur pen.

Verbeter je fouten.

Stel vragen als je die hebt.

Wat doe je als eerste bij "verkennend lezen?

1. Bekijk de plaatjes.
2. Bedenk waarover de tekst gaat.
3. Lees de titel, inleiding en tussenkopjes.

Wat doe je voordat je intensief gaat lezen?

1. Je leest de tekst verkennend.
2. Je googlet over het onderwerp van de tekst.
3. Je vraagt je ouders waar de tekst over gaat.

Fictieopdracht periode 4 (deze hangt ook in Teams)

FICTIE: LEKKER EVEN LEZEN

Pak nu je leesboek. Denk tijdens het 

lezen ook aan de fictieopdracht.

("Wat moet ik aan het eind van 

deze periode inleveren bij dit leesboek?")

Welk cijfer geef je jouw inzet voor deze week?

1. Een 10.... zoals altijd
2. Een voldoende, dat is prima.
3. Een onvoldoende, ik kan echt beter.
4. Ik heb eigenlijk niet meegedaan......

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Exit ticket: wat weet je nog over "titel en inleiding"?

Exit ticket: wat weet je nog over "verkennend en intensief lezen"?

Afsluiting

Bedankt en tot de volgende les!

Checklist:

• Zijn de leerdoelen behaald?
• Les in context plaatsen van de periode 
• Het leren en het gedrag samen evalueren
• Vooruitblikken adhv JdW-planner  

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.