What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
5.5 woorden, Spreekwoorden/ Uitdrukkingen
1 / 44
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
44 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Verschil spreekwoorden en uitdrukkingen
Een
spreekwoord
is een vaste zin met een wijsheid of tip.
Bijvoorbeeld: Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
Een
uitdrukking
is een woord of groepje woorden met een aparte betekenis die je in zinnen kunt gebruiken.
Bijvoorbeeld: vlinders in je buik hebben.
Slide 2 - Slide
Welke spreekwoorden herken je in de volgende video?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Ontdek spreekwoorden in het volgende schilderij:
Slide 5 - Slide
www.spreekwoord.nl
Slide 6 - Link
Even oefenen:
Slide 7 - Slide
Moet je een spreekwoord
letterlijk of figuurlijk nemen?
A
letterlijk
B
figuurlijk
Slide 8 - Quiz
De appel valt niet ver van de boom
A
Het is nergens beter dan thuis
B
Van iets wat je jong leert, heb je later veel voordeel
C
Kinderen lijken vaak op hun ouders
D
Hele goede vrienden zijn
Slide 9 - Quiz
Geen kind hebben aan iemand
A
Kinderen lijken vaak op hun ouders
B
Geen last hebben van iemand
C
Jouw eigen kind of kinderen
D
Van iets wat je jong leert, heb je later veel voordeel
Slide 10 - Quiz
Iemand met open armen ontvangen
A
Het is nergens beter dan thuis
B
Geen last hebben van iemand
C
Hele goede vrienden zijn
D
Iemand enthousiast ontvangen
Slide 11 - Quiz
Het zijn dikke vrienden
A
Kinderen lijken vaak op hun ouders
B
Geen last hebben van iemand
C
Een familielid bezorgt je soms nadeel zonder dat je dat verwacht
D
Hele goede vrienden zijn
Slide 12 - Quiz
Je eigen vlees en bloed
A
Jouw eigen kind of kinderen
B
Kinderen lijken op hun ouders
C
Mensen veranderen
D
Hele goede vrienden
Slide 13 - Quiz
Jong geleerd, oud gedaan
A
Mensen veranderen
B
Het is nergens beter dan thuis
C
Van iets wat je jong leert, heb je later veel voordeel
D
Verstandig genoeg zijn om je eigen beslissingen te nemen
Slide 14 - Quiz
Kleine kinderen worden groot
A
Jouw eigen kind/ kinderen
B
Mensen veranderen
C
Verstandig genoeg zijn om je eigen beslissingen te nemen
D
Kinderen lijken vaak op hun ouders
Slide 15 - Quiz
Oost west, thuis best
A
Iemand enthousiast ontvangen
B
Geen last hebben van iemand
C
Het is nergens beter dan thuis
D
Kinderen lijken vaak op hun ouders
Slide 16 - Quiz
Van je familie moet je het hebben
A
Mensen veranderen
B
Een familielid bezorgt je soms nadeel zonder dat je het verwacht
C
Hele goede vrienden zijn
D
Kinderen lijken vaak op hun ouders
Slide 17 - Quiz
Oud en wijs genoeg zijn
A
Verstandig genoeg zijn om je beslissingen te maken
B
Kinderen lijken vaak op hun ouders
C
Mensen veranderen
D
Van iets wat je jong leert, heb je later veel voordeel
Slide 18 - Quiz
Mijn bloed kookt
A
Iemand heel leuk vinden
B
Ergens veel moeite voor doen
C
Heel boos zijn
D
Verliefd zijn
Slide 19 - Quiz
Door dik en dun
A
Iemand heel leuk vinden
B
Elkaar steunen op leuke en minder leuke momenten
C
Met veel zin aan iets beginnen
D
Ruzie hebben
Slide 20 - Quiz
Met bloed, zweet en tranen
A
Boos zijn
B
Hard hijgen omdat je je hebt ingespannen
C
Iemand leuk vinden
D
Ergens veel moeite voor doen
Slide 21 - Quiz
Als kat en hond leven
A
Iemand leuk vinden
B
Altijd ruzie maken
C
Elkaar steunen op leuke en minder leuke momenten
D
Heel boos zijn
Slide 22 - Quiz
zuig ik uit mijn duim
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
goed met elkaar overweg kunnen
C
verzin
D
maken van niets een groot probleem
Slide 23 - Quiz
samen door één deur
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
goed met elkaar overweg kunnen
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem
Slide 24 - Quiz
door dik en dun
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
met een slecht humeur de dag beginnen
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem
Slide 25 - Quiz
met het verkeerde been uit bed gestapt
A
uit je hoofd weten
B
in een slechte bui zijn
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem
Slide 26 - Quiz
maken van een mug een olifant
A
iemand respecteren hoe hij is
B
doen alsof je van niets weet
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
van iets kleins een groot probleem maken
Slide 27 - Quiz
alles weer koek en ei
A
iemand respecteren hoe hij is
B
doen alsof je van niets weet
C
is het goed tussen die twee
D
maken van niets een groot probleem
Slide 28 - Quiz
niet bij elkaar onder de plak zitten
A
iemand respecteren hoe hij is
B
niet de macht over elkaar hebben
C
is het goed tussen die twee
D
sterk overdrijven
Slide 29 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
koek en ei __
A
eten
B
geven
C
zijn
D
hebben
Slide 30 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
onder de plak __
A
schoonmaken
B
stoppen
C
plakken
D
zitten
Slide 31 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
Een appeltje voor de dorst ___
A
kennen
B
geven
C
eten
D
hebben
Slide 32 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
Een oogje in het zeil __
A
houden
B
geven
C
varen
D
meten
Slide 33 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
Iets op je duimpje __
A
kennen
B
geven
C
zuigen
D
meten
Slide 34 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
Doen alsof je neus __
A
snuit
B
kriebelt
C
bloedt
D
niest
Slide 35 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
Door de mand __
A
kennen
B
stoppen
C
vallen
D
hangen
Slide 36 - Quiz
Maak de uitdrukking af:
Uit je duim __
A
komen
B
zuigen
C
kennen
D
meten
Slide 37 - Quiz
Wat zou dit spreekwoord betekenen?
Honger is een scherp zwaard.
Slide 38 - Open question
Wat zou dit spreekwoord betekenen?
Ieder huisje heeft zijn kruisje.
Slide 39 - Open question
Wat zou dit spreekwoord betekenen?
Hoge bomen vangen veel wind.
Slide 40 - Open question
Wat zou dit spreekwoord betekenen?
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
Slide 41 - Open question
create.kahoot.it
Slide 42 - Link
www.paraplu7.nl
Slide 43 - Link
https:
Slide 44 - Link
More lessons like this
Spreekwoorden/ Uitdrukkingen
April 2022
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Spreekwoorden/ Uitdrukkingen
April 2023
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Spreekwoorden/ Uitdrukkingen
February 2023
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Spreekwoorden/ Uitdrukkingen
December 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Spreekwoorden/ Uitdrukkingen
June 2024
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Woordenschat hoofdstuk 6
June 2023
- Lesson with
50 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
5.5 Spreekwoorden en uitdrukkingen les 1 en 2
April 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Woordenschat H2
November 2020
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2