P4 donderdag 22 april H3

            ¡Buenos días!            

H3 Jueves, 22 de abril 2021
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

            ¡Buenos días!            

H3 Jueves, 22 de abril 2021

Slide 1 - Slide

Afspraken online lessen

Slide 2 - Slide

Los objetivos de hoy:
Aan het einde van de les hebben we gedaan...
- Introducción P4 
- Repaso "los tiempos del pasado"
- Practicar con los verbos

Slide 3 - Slide

Periode 4
Te behandelen stof:    Con Gusto H3
Toetsing:  - Vocabulario H3 sp-nl/nl-sp 
                     - Luistervaardigheid 
                     - TW4: Grammatica + voca H11 (2x)
Wat heb je nodig: TB + WB / schrift en map
          Van je docent krijg je:        - Studiewijzer + boekje
                                                                - Woorden + zinnenlijst op papier 


Slide 4 - Slide

De verleden tijden in het Spaans
In het Spaans kennen we 3 verleden tijden:
- De presente perfecto

- De pretérito indefinido

- De pretérito imperfecto*

Slide 5 - Slide

Presente Perfecto

Slide 6 - Slide

Presente perfecto =
HABER + VOLTOOID DEELWOORD

Slide 7 - Slide

HABER + VOLTOOID DEELWOORD

Slide 8 - Slide

Tijdsindicatoren
Belangrijk is om tijdsindicatoren te leren herkennen, deze geven een "hint".

Bij de presente perfecto kun je in zinnen en teksten de volgende tijdsindicatoren tegenkomen:
Hoy, esta mañana, este verano, este fin de semana, hace 5 minutos, hast ahora, ya / todavía no, nunca etc.

Slide 9 - Slide


Waarvoor wordt indefinido gebruikt? 

Slide 10 - Slide

De pretérito indefinido
= de onvoltooide verleden tijd : ik at, jij ging 

  • De indefinido gebruik je bij een afgesloten handeling, gebeurtenis  op een bepaald moment / periode in het verleden.
  • ook bij opeenvolgende handelingen in het verleden gebruik je de indefinido.

Slide 11 - Slide

Marcadores del indefinido = signaalwoorden van de indefinido

Slide 12 - Slide

Indefinido

Slide 13 - Slide

perfecto vs indefinido
perfecto 
signaalwoorden + gebruik
indefinido 
signaalwoorden + gebruik
Hoy, esta mañana, esta semana, ya, aún, todavía (no), (no) nunca, jamás, alguna vez, últimamente, cinco años/ dos semanas, muchas/varias veces. 
Het heeft nog (emotionele) betrekking op het heden.
Ayer, anoche, hace tres días, la semana pasada, el año pasado, aquel día, aquel invierno, desde 1995 hasta 1998, de repente, en 2000, último, alle data in het verleden, aquel. 
Afgesloten geheel, afgesloten gebeurtenissen, éénmalige gebeurtenissen.

Slide 14 - Slide

A practicar :-) 
Voor deze opdrachten kun je je TB gebruiken om de verleden tijden door te nemen (TB p. 117, 118)

Maak nu de volgende opdrachten:
Maak in je schrift twee kolommen aan: 
kolom 1: presente perfecto
kolom 2: pretérito indefinido 




Slide 15 - Slide

Vervoeg deze werkwoorden:
presente perfecto
pretérito 
indefinido
COMER, YO
HABLAR, USTED
PEDIR, TÚ
BAILAR, NOS.
DECIR*, ELLA
ESTAR, VOS. 
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Vervoeg deze werkwoorden:
presente perfecto
pretérito 
indefinido
COMER, YO
HE COMIDO
COMÍ
HABLAR, USTED
HA HABLADO
HABLÓ
PEDIR, TÚ
HAS PEDIDO
PEDISTE
BAILAR, NOS.
HEMOS BAILAD
BAILAMOS
DECIR*, ELLA
HA DICHO
DIJO
ESTAR, VOS. 
HAB. ESTADO
ESTUVISTEIS

Slide 17 - Slide

Extra uitdaging:
https://espanol.lingolia.com/es/gramatica/tiempos-comparacion/perfecto-indefinido/ejercicios

Klik op deze link en maak de eerste twee opdrachten in je schrift. (Kijken we in de volgende les na!)

Slide 18 - Slide

Deberes:
1. Repasar presente perfecto + pretérito indefinido
2. Ga naar: https://espanol.lingolia.com/es/gramatica/tiempos-comparacion/perfecto-indefinido/ejercicios
3. Maak de eerste twee opdrachten in je schrift.


Slide 19 - Slide