What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
voorbereiding op toets
voorbereiding op toets
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
voorbereiding op toets
Slide 1 - Slide
Sleep de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
timer
1:00
tekstdoel informeren
tekstdoel overtuigen
tekstdoel amuseren
tekstdoel overhalen
tekstdoel instrueren
een nieuwsbericht over een schietpartij
recensie over mijn gelezen boek
een strip in de Donald Duck
een advertentie voor de nieuwste iPhone
spelhandleiding van UNO
Slide 2 - Drag question
Sleep de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
tekstdoel informeren
tekstdoel overtuigen
tekstdoel amuseren
tekstdoel activeren
een nieuwsbericht over een schietpartij
recensie over mijn gelezen boek
de Donald Duck
een oproep op een website om minder zuivel te consumeren
Slide 3 - Drag question
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een opsomming?
A
Zoals
B
Ten slotte
C
Tegenover
D
Denk aan
Slide 4 - Quiz
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor chronologisch?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan
Slide 5 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overhalen
Slide 6 - Quiz
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 7 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 8 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 9 - Quiz
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'tijd'?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan
Slide 10 - Quiz
Signaalwoord
Geen signaalwoord
ook
aan
word
zo
dus
slecht
Slide 11 - Drag question
Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende signaalwoorden.
opsomming
voorbeeld
tegenstelling
conclusie
onder andere
bovendien
kortom
daarom
zo
dus
toch
ten eerste
echter
Slide 12 - Drag question
Een opsommend tekstverband
A
geeft een conclusie
B
noemt twee of meer tekstdelen in volgorde
C
geeft een samenvatting
Slide 13 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
instrueren
Slide 14 - Quiz
Tekstdoelen
Een politierapport heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
Slide 15 - Quiz
Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Tekstdoel Informeren
Tekstdoel Overtuigen
Tekstdoel Amuseren
Tekstdoel activeren
Tekstdoel instrueren
Een nieuwsbericht over gestrande trein
Recensie over eenfilm
Een mop in een tijdschrift
Een oproep op een website om te gaan protesteren.
Artikel op een website warin iemand zijn mening geeft over een vuurwerkverbod.
Spelhandleiding hoe je 'Yahtzee' moet spelen.
Slide 16 - Drag question
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen/alinea's leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het deelonderwerp
D
Woorden die extra informatie geven
Slide 17 - Quiz
Zoek
signaalwoord en tekstverband:
Eerst was zijn band lek en vervolgens moest hij naar huis lopen.
A
eerst opsomming
B
eerst/ vervolgens opsomming
C
eerst chronologisch
D
eerst/vervolgens chonologisch
Slide 18 - Quiz
Een chronologisch tekstverband:
A
geeft een (tijds)volgorde aan
B
geeft een reden aan
C
geeft een conclusie aan
D
geeft een opsomming aan
Slide 19 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Instrueren
Slide 20 - Quiz
Tekstdoel: informeren.
Tekstdoel: Overtuigen.
Tekstdoel: Activeren.
reclameteksten
verkiezingsteksten
nieuwsbericht
recensie van een boek
columns
Slide 21 - Drag question
Welk
tekstdoel
hoort bij de
tekstsoort
?
Sleep de tekstsoorten naar de juiste tekstdoelen.
activeren
amuseren
instrueren
overtuigen
recept
recensie
reclamefolder
roman
Slide 22 - Drag question
Want
Maar
En
Ook
Of
Als
Daarna
Doordat
Welke signaalwoorden horen
niet
bij het tekstverband "opsomming"?
Welke signaalwoorden horen bij het tekstverband "opsomming"?
Slide 23 - Drag question
Wat is een tekstverband?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.
D
Het onderwerp in een tekst
Slide 24 - Quiz
Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
voorbeeld / toelichting
echter
maar
ook
zoals
daarnaast
zo
Slide 25 - Drag question
Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
voorbeeldgevend
C
tegenstellend
D
redengevend
Slide 26 - Quiz
Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Overtuigen
Informeren
Slide 27 - Drag question
Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende tekstverbanden.
opsomming
voorbeeld
tegenstelling
tijdsvolgorde
oorzaak-gevolg
voorwaarde
onder andere
bovendien
zo
toch
ten eerste
echter
eerst
daarna
doordat
tenzij
mits
daardoor
Slide 28 - Drag question
Signaalwoorden
van
voorbeeld
Signaalwoorden
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook
Slide 29 - Drag question
Tekstdoelen
Een stripboek heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
Slide 30 - Quiz
tekstdoel:
activeren
tekstdoel:
amuseren
tekstdoel:
informeren
tekstdoel:
instrueren
tekstdoel:
overtuigen
De schrijver wil dat je iets te
weten
komt.
De schrijver wil dat je je
vermaakt
.
De schrijver wil dat je zijn
mening
overneemt.
De schrijver wil dat je leert
hoe
je iets moet doen.
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat
doen
.
Slide 31 - Drag question
Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
tijdsvolgorde
echter
maar
ook
nadat
daarnaast
terwijl
Slide 32 - Drag question
Sleep de tekstdoelen naar het juiste plaatje
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
Slide 33 - Drag question
Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
Slide 34 - Drag question
Signaalwoorden van vergelijking
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van reden
net zo als
maar
daarom
want
in vergelijking met
toch
Slide 35 - Drag question
Zoek het
tekstverband:
Hij houdt van pannenkoeken, maar niet van pizza.
n.
A
tijdsvolgorde
B
tegenstelling
C
oorzaak- gevolg
Slide 36 - Quiz
tekstdoel:
activeren
tekstdoel:
amuseren
tekstdoel:
informeren
tekstdoel:
instrueren
tekstdoel:
overtuigen
De schrijver wil dat je iets te weten komt.
De schrijver wil dat je je vermaakt.
De schrijver wil dat je zijn mening overneemt.
De schrijver wil dat je leert hoe je iets moet doen.
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.
Slide 37 - Drag question
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
ook
maar
Slide 38 - Drag question
More lessons like this
Z 32 B Lezen
September 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Les 14/9
September 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2223 1hv - 5.3 Lezen - les 1
May 2023
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Signaalwoorden
November 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
2223 1hv VOGC- 5.3 Lezen - (les 1)
May 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les 14/9 lezen herhaling leerjaar 1
September 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
E 42 K Lezen
January 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
5.3 Lezen - tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm - les 1
June 2023
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1