H2P5 Les van 1 november

H 2 par. 5      Deze les: 
  • Leerdoelen
  • Belangrijke woorden 
  • Theorie
  • Vragen maken
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H 2 par. 5      Deze les: 
  • Leerdoelen
  • Belangrijke woorden 
  • Theorie
  • Vragen maken

Slide 1 - Slide

H2P5 Veiligheid
leerdoelen:
je leert:
- hoe je in een practicum lokaal veilig werkt
-hoe je veilig werkt met een brander
- hoe je gevaarlijke stoffen herkent

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Belangrijke woorden-1
  • Gevarensymbool
  • gif wijzer
  • Irriterend
  • Licht ontvlambaar

Slide 4 - Slide

Belangrijke woorden-2
  • Pictogram
  • Veiligheidskaart

Slide 5 - Slide

Uitleg gevaarlijke stoffen-1
Sommige stoffen zoals alcohol branden al bij een lage temperatuur. Stoffen die gemakkelijk in brand vliegen, zijn licht ontvlambaar. Andere voorbeelden van licht ontvlambare stoffen zijn wasbenzine en spiritus.
Sommige stoffen zoals ammoniak beschadigen snel je ogen of je huid. Deze stoffen zijn irriterend. Andere voorbeelden zijn ovenreiniger en gootsteenontstopper.

Slide 6 - Slide

Uitleg gevaarlijke stoffen-2
Welke gevaren een stof heeft, kun je zien aan het gevarensymbool. Een andere naam voor gevarensymbool is pictogram. In figuur 1 zie je pictogrammen die in Nederland worden gebruikt.

Soms gebruik je in huis gevaarlijke stoffen. Meestal hebben die flessen een kindveilige sluiting. Een kind kan de dop van zo’n fles niet zelf opendraaien.

Slide 7 - Slide

1- In de keukenkast staan verschillende flessen.
Hoe weet je op een veilige manier in welke fles benzine zit?
A
De fles met een kleurloze vloeistof is de benzine
B
Ik lees de etiketten en vind zo de fles met benzine
C
Ik ruik voorzichtig aan elke fles tot ik de fles met benzine vind.

Slide 8 - Quiz

2- Waarom zitten er op sommige flessen doppen met een kindveilige sluiting?

Slide 9 - Open question

3- Op een etiket staat dit pictogram.
Wat is de betekenis van dit pictogram?
A
bijtend (corrosief)
B
explosief
C
giftig
D
schadelijk (irriterend)

Slide 10 - Quiz

4- Wat betekend het als een stof irriterend is?
A
Dat die stof alleen gevaarlijk is als je hem aanraakt of inademt
B
Dat die stof alleen gevaarlijk is als je hem aanraakt of inslikt
C
Dat die stof alleen gevaarlijk is als je hem inademt of inslikt
D
Dat die stof alleen gevaarlijk is als je hem aanraakt, inademt of inslikt

Slide 11 - Quiz

5- Schrijf drie stoffen op die ontvlambaar zijn.

Slide 12 - Open question

Uitleg informatie op etiketten-1
Op de verpakking van een gevaarlijke stof hoort een duidelijk etiket te staan (figuur 2). Dat staat in de wet. Je ziet zulke etiketten niet alleen bij stoffen waar je thuis mee werkt. Je komt ze ook tegen op de potjes en flessen in het natuur- en scheikundelokaal. De overheid heeft regels gemaakt voor de informatie op het etiket.

Slide 13 - Slide

Uitleg informatie op etiketten-2
Op etiketten zie je gevarensymbolen. Verder kun je op het etiket H- en P-zinnen tegenkomen. De H staat voor Hazard (Engels) = gevaar. Een H-zin geeft dus aan voor welk gevaar je moet oppassen. De P staat voor Precaution (Engels) = voorzorgsmaatregel. Een P-zin geeft aan welke voorzorgsmaatregelen je moet nemen als je met die stof gaat werken.

Slide 14 - Slide

Uitleg informatie op etiketten-3
Op een etiket past niet veel informatie. Daarom wordt er voor elke gevaarlijke stof ook een veiligheidskaart gemaakt. Op zo’n kaart kun je lezen wat de gevaren zijn en welke veiligheidsmaatregelen je moet nemen. Ook staat er op wat je bij een ongeluk moet doen.

Slide 15 - Slide

Uitleg informatie op etiketten-4

Slide 16 - Slide

6- Nitroglycerine is een vloeistof die ontploft als je schudt met de fles waar deze stof in zit.

Welk gevarensymbool moet zeker op de fles staan?
A
explosief
B
niet mengen
C
ontvlambaar
D
schadelijk

Slide 17 - Quiz

Uitleg Veilig werken-1
  • Werk je met een gevaarlijke stof, dan is het slim om plastic handschoenen te gebruiken. 
  • Hiermee voorkom je dat je de stoffen op je huid krijgt. 
  • Zet ook een veiligheidsbril op als je met gevaarlijke stoffen werkt. 
  • Zo zorg je ervoor dat ze niet in je ogen kunnen komen. 
  • Met een schort of labjas bescherm je je kleren.

Slide 18 - Slide

Uitleg Veilig werken-2
  • Leidinggevenden van bedrijven en scholen kunnen je ook verplichten om bijvoorbeeld je ogen te beschermen. 
  • Hiervoor kunnen ze in een ruimte het bord van de volgende dia plaatsen. Zo’n bord heet een gebodsbord. 
  • Gebodsborden zijn blauw van kleur.

Slide 19 - Slide

Uitleg Veilig werken-3
  • Zelfs als je heel voorzichtig bent, kan er iets misgaan. Dan gebruik je de gifwijzer. 
  • Hierin staat voor iedere schadelijke stof wat je kunt doen. De gifwijzer kun je kopen bij de apotheek. 
  • Hij is ook beschikbaar als app (figuur 6). 
  • De belangrijkste regel als er iets is misgegaan: bel altijd eerst de huisarts.

Slide 20 - Slide

Uitleg Veilig werken-4

Slide 21 - Slide

Uitleg Veilig werken-5

Slide 22 - Slide

Uitleg

Slide 23 - Slide

Aan het werk 
Maken:

Als je klaar bent

Slide 24 - Slide


Na deze les, wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 25 - Poll

Onthouden-1
De belangrijkste pictogrammen

Slide 26 - Slide

Onthouden-2
  • De gevaren van een stof staan met een gevarensymbool (= pictogram) op het etiket.
  • Op het etiket staan ook H- en P-zinnen.
  • Een H-zin geeft aan voor welk gevaar je moet oppassen.
  • (de "H" van Hazard, betekend gevaar)
  • Een P-zin geeft aan welke voorzorgsmaatregelen je moet nemen als je met een stof gaat werken.
  • (de "P" van precaution, betekend voorzorgsmaatregel)
  • Alle informatie die niet op het etiket past kun je op de veiligheidskaart van een stof vinden.

Slide 27 - Slide

Onthouden-3
  • Om veilig te werken met stoffen gebruik je:
  • • plastic handschoenen;
  • • een veiligheidsbril;
  • • een schort of labjas.
  • In de gifwijzer staat wat je kunt doen bij een ongeluk met een gevaarlijke stof.
  • Bel altijd eerst de huisarts!!!

Slide 28 - Slide

Hulp
  • Lees de lesstof (nog eens) door 
    In je boek of online NOVA
  • Vraag een klasgenoot
  • mail SJA
    (sja@scholenaanzee.nl) 

Slide 29 - Slide

Extra stof
Je mag Test Jezelf van H2P5 gaan maken.

Slide 30 - Slide

Leerdoel van deze les
Hoeveel sterren geef je jezelf?
Minimaal 1 ster, maximaal 5 sterren
Ik kan gevarensymbolen herkennen
Ik kan voorzorgsmaatregelen noemen bij het gebruik van gevaarlijke stoffen
Ik kan beschrijven hoe je kunt opzoeken wat je moet doen in geval van ongelukken met gevaarlijke stoffen.

Slide 31 - Drag question