Les 4 renaissance: Joost van den Vondel

Les 4: Joost van den Vondel
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 4: Joost van den Vondel

Slide 1 - Slide

Vondel 1587 - 1679
- De vader van Joost had een winkel in de Warmoesstraat en daar moest hij al vroeg in werken. 

- Geen opleiding alleen lager onderwijs door het werk. 

- Tijdens zijn huwelijk gaat zijn vrouw in de zaak werken en studeert hij Frans, Latijn en Grieks. 

Slide 2 - Slide

Vondel 1587 - 1679
- Verliest zijn vrouw en twee kinderen. Dit verlies beschrijft hij in elegieën (klaagzangen) 

- Veel gelegenheidsgedichten > elegie, oden (lofdichten) voor familie, vrienden en landelijke beroemdheden. 
- Hekeldichten > reageert op oprecht en geeft zijn mening door spot, verontwaardiging of haat. 

Slide 3 - Slide

Latere leven
- Bekeert zich tot katholicisme, vervreemdt hem van leden van Muiderkring. Nu meer op voorgrond als toneelschrijver. 

- Zoon jaagt het vermogen erdoor, waardoor Vondel op latere leeftijd nog moet werken. Hij wordt 92 jaar. Hij heeft op 1 kleinzoon na al zijn kinderen en kleinkinderen overleefd. 

Slide 4 - Slide

Tragedie (treurspel) 
- Gespeeld voor een wat meer elitair publiek. 

- Meer luisterstukken dan kijkstukken > grote lappen tekst in dichtvorm

- Tragedie staat er bekend om dat de mens, strijdend tegen vijandige machten, de nederlaag lijdt. 

Slide 5 - Slide

Tragedie (treurspel) 
- Hoofdpersoon is nooit een schurk. Hij gaat strijdend ten onder > medelijden met personage. 
Vaak hooggeplaatste personen (vorsten/kasteelheer)

- Taal is hoog niveau
- Inhoud is ontleend aan de klassieke oudheid, geschiedenis of Bijbel 

Slide 6 - Slide

Regels tragedie
-  Vorm en inhoud heel strikt. 

1. Geschreven in dichtvorm. 

2. Vijf bedrijven 

Slide 7 - Slide

Vijf bedrijven
- Expositie: uiteenzetting van wat voorafgegaan is, zodat je kunt begrijpen wat je gaat zien > vaak lange monoloog 

- Intrige > moeilijkheden > opwekken spanning > richting climax
- Climax  > opvoering van de spanning 
- Catastrofe > hoogtepunt en omslan richting fatale afloop
- Peripetie > fatale afloop 

Slide 8 - Slide

Regels tragedie vervolg

3. Tussen de bedrijven moet een rei of koor zingen of spreken > geven een terugblik op wat er was en vooruitwijzing op wat er gaat komen

4. De drie eenheden moeten in acht worden genomen

Slide 9 - Slide

Drie eenheden
- Eenheid van plaats > het spel moet zich op één plaats afspelen, geen decorwisselingen > soms dus personages die iets vertellen over wat er op een andere plek gebeurt 

- Eenheid van tijd > binnen 24 uur moet het zich afspelen 

- Eenheid van handeling > één thema 

Slide 10 - Slide

Regels tragedie vervolg
5. De held (hoofdpersoon) moet een belangrijk figuur zijn > gaat door eigen schuld of schuld van anderen ten onder. 

6. Soms een deus ex machina op het toneel om oplossing te brengen in een moeilijke of vastgelopen situatie. 
Het is: het verschijnsel uit het klassieke Griekse en Romeinse theater, waarbij schrijver een vastgelopen situatie oploste door een God op het toneel te brengen die het verhaal tot een goed of kwaad einde bracht. 

Slide 11 - Slide

Gijsbrecht van Aemstel 
- Lange speeltraditie > elk jaar werd het stuk in januari opgevoerd. Na 1969 gestopt. 

- Gaat over de held Gijsbrecht van Aemstel die zijn stad Amsterdam ten onder ziet gaan. 

Slide 12 - Slide

Gijsbrecht van Aemstel 
- Aemulatio epos Aeneis van Vergilius > held Gijsbrecht (verder lijkt hij op klassieke Aeneas) maakte hij christelijke held van. 

- Verplaatst het klassieke verhaal van Troje naar Amsterdam. 

- Het schip dat wordt achtergelaten 'het Zeepaard'  is het paard van Troje. 

Slide 13 - Slide