1G1 LTC week 49

Maandag 6 december 
1. 5 minuten lezen 
2. presentaties plannen 
3. zelfstandig verder met H2 
inloggen in de LessonUps met klascode: zkhbs
timer
5:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Maandag 6 december 
1. 5 minuten lezen 
2. presentaties plannen 
3. zelfstandig verder met H2 
inloggen in de LessonUps met klascode: zkhbs
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Je kunt de vertaalstrategie toepassen:
-zinnen analyseren
-zinnen vertalen

Slide 2 - Slide

2. Presentaties plannen
Onderwerp: Eigen keuze (cultuur, geschiedenis, mythologie) 
-> eerst overleggen met docent
Tijd: 10 minuten 
Vorm: in tweetallen presenteren
Wanneer: week 3, 4, 5, 6, 7, 8 (1 tweetal per les)

Slide 3 - Slide

3. Zelfstandig werken
1. Ben je bij tekst 2B? Ga verder met de LessonUp vanaf volgende slide. 

2. Ben je al klaar met 2B? 
Kijk eerst 2B na (slide 6 en 9) en ga dan verder: 
->Maken oefening 'grammatica en tekstbegrip 2B'
-> verder met 2C 

Slide 4 - Slide

2B: r. 6-11
Arbiter est mons Tmolus.
Dei canunt et Tmolus audit.
Mons victoriam Apollini dat.
Apollo igitur valde laetus est.
Midas autem cum Tmolo dissentit et clamat:
“Pan victor est!”

Slide 5 - Slide

Vul je vertaling in van r. 6-11 en controleer het!

Slide 6 - Open question

Verder werken: 2B 
Vertaal de tekst helemaal af! 

Slide 7 - Slide

Klaar met 2B?
Kijk r. 12-15 na op de volgende slide: 

Slide 8 - Slide

2B: vul je vertaling in van r. 12-15 en controleer het!

Slide 9 - Open question

Oefening gram+tekstbegrip 2B maken
Heb je deze al af? 
Kijk het na op de volgende slides. 

Slide 10 - Slide

Oefening grammatica en tekstbegrip 2B (1-4)
1. a. (eigen interpretatie). 1) Pan lijkt op een mens omdat hij armen, torso en het grootste gedeelte van zijn gezicht als een mens heeft; 2) Pan lijkt ook op een bok omdat hij bokkenpoten en hoorntjes heeft. Pan zag er dus nagenoeg hetzelfde uit als Silenus.
b. Een panfluit.
c. paniek
2. De lier.
3. Apollo, omdat hij de god van muziek is. Apollo moet dus wel als de beste muziek kunnen maken.
4. Omdat zowel Apollo als Pan het onderwerp zijn van certant. Er zijn dus meerdere personen onderwerp
van de handeling. Het werkwoord moet dus in het meervoud staan.
5. Midas heeft Apollo niet de overwinning geschonken.
6. Hij krijgt ezelsoren: aures eius in spatium trahit (r. 14).
7. Tmolus is de man links onder op de afbeelding. Pan zit aan de andere kant van Apollo. Hij houdt een
grote panfluit vast.
8. Midas (ezelsoren, staat rechts), Apollo (lier, naakt, zittend links van het midden), Pan (fluit, zittend
rechts van het midden), Tmolus (wijst naar Apollo, zit in het midden).

Slide 11 - Slide

Oefening grammatica en tekstbegrip 2B (5-8)
5. Midas heeft Apollo niet de overwinning geschonken.
6. Hij krijgt ezelsoren: aures eius in spatium trahit (r. 14).
7. Tmolus is de man links onder op de afbeelding. Pan zit aan de andere kant van Apollo. Hij houdt een
grote panfluit vast.
8. Midas (ezelsoren, staat rechts), Apollo (lier, naakt, zittend links van het midden), Pan (fluit, zittend
rechts van het midden), Tmolus (wijst naar Apollo, zit in het midden).

Slide 12 - Slide

Ga nu verder met 2C 
Lezen en vragen maken 
Af? Roep docent erbij. 

Slide 13 - Slide

Reflectie: wat heb je vandaag geleerd?

Slide 14 - Open question

Huiswerk vrijdag 10-12
2B helemaal af! 

Slide 15 - Slide

Vrijdag 10 december 
1. 5 minuten lezen 
2. 2B afronden 
3. H2 afronden: Midas en zijn oren 
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Presentaties
Stuur je onderwerp via een bericht in Magister per tweetal in vóór vrijdag 17 december! Noteer de datum in je agenda. 

Slide 17 - Slide

Lesdoel
Je leert mythen vergelijken met moderne interpretaties. 

Slide 18 - Slide

2B: vertaling nakijken t/m eind
De goden zingen en Tmolus luistert. De berg geeft de overwinning aan Apollo. Apollo

is dus zeer blij.  (Maar) Midas is het (echter) oneens met Tmolus en roept:
“Pan is de winnaar!” Apollo is nu boos. De god straft de domme koning: hij rekt zijn oren uit.  Midas heeft nu de oren van een ezel. 


Slide 19 - Slide

Samen lezen
Midas heeft ezelsoren 

Slide 20 - Slide

Aflevering serie+oefening
Het geheim van Midas en De slaaf kan zich niet inhouden 
(oefenboek)

Slide 21 - Slide

Lesdoel: Welke Midas vind je sympathieker en waarom? (van de verhalen of uit de serie)

Slide 22 - Open question

Wat neem je mee uit H2 naar H3?

Slide 23 - Open question