Toetsing Karel

Toetsing Karel
1 / 20
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Toetsing Karel

Slide 1 - Slide

Licht verstandelijke beperking
Matig verstandelijke beperking
Ernstig verstandelijke beperking
Zeer ernstig verstandelijke beperking
Ontwikkelingsleeftijd van 4-7 jaar

Geen leervermogen 
Functionerend op hoog niveau
Ontwikkelingsleeftijd van 2-4 jaar

Slide 2 - Drag question

Wat is waar?
A
Het gemiddelde IQ is 80
B
IQ drukt de verhouding uit tussen verstandelijke leeftijd en werkelijke leeftijd
C
Het IQ van iemand met een licht verstandelijke beperking ligt tussen de 35-55

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Link

Iemand met het syndroom van Down heeft..
A
..van één bepaald chromosoom (chromosoom 23) geen één, maar twee exemplaren in elke cel
B
..van één bepaald chromosoom (chromosoom 23) geen twee, maar drie exemplaren in elke cel
C
..van één bepaald chromosoom (chromosoom 21) geen twee, maar drie exemplaren in elke cel
D
..van één bepaald chromosoom (chromosoom 21) geen één, maar twee exemplaren in elke cel

Slide 5 - Quiz

Wat zijn kenmerken van het syndroom van Down?

Slide 6 - Mind map

Bij welke leeftijd spreken we over de puberteit?
A
10-16
B
11-17
C
12-17
D
12-18

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Link

Wat is de functie van de haarvaten?
A
Brengen bloed van organen naar hart
B
Zorgen voor uitwisseling van stoffen tussen bloed en weefsels

Slide 9 - Quiz

Kenmerkend voor de puberteit is de seksuele rijping. Wat wordt hiermee bedoeld?

Slide 10 - Open question

Wat is een peergroup? En wat is de functie van de peergroup voor de puber?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Link

De hersenen van de puber zijn nog niet af en volop in ontwikkeling. Vooral de prefontale cortex is nog in ontwikkeling. Wat is de functie van de prefontale cortex?

A
Impulscontrole, planning
B
Verwerken visuele prikkels
C
Verwerken auditieve prikkels
D
Slapen, alertheid

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie van het hart?

Slide 14 - Open question

Welke drie soorten bloedvaten zijn er? (Nederlandse namen zijn voldoende)

Slide 15 - Mind map

Kies de juiste bloedsomloop!

"Brengt bloed van hart naar organen en terug naar hart"
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 16 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met arteriën?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Link

Wat speelt een belangrijke rol bij de afweer van infecties / onstekingen doordat ze bacteriën "opeten" of insluiten?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes

Slide 19 - Quiz

Zuurstofrijk
Zuurstofarm
Rechterboezem
Linkerboezem
Rechterkamer
Linkerkamer

Slide 20 - Drag question