Over Taal blok 1 3ke

Welkom 3ke!

Pak rustig je:
1. Leesboek
2. Boek voor NL
3. Schrift
4. Pen/potlood

5 minuten stillezen...
timer
5:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2,3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom 3ke!

Pak rustig je:
1. Leesboek
2. Boek voor NL
3. Schrift
4. Pen/potlood

5 minuten stillezen...
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Programma van vandaag 
1. 10 minuten stillezen
2. Absentie
3. Activeren voorkennis
4. Instructie over taal blok 1
5. Aan het werk
6. Evaluatie

Slide 2 - Slide

Moeilijke woorden?
Wie is er een moeilijk woord tegengekomen in zijn leesboek?

Hoe kom je achter de betekenis?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is 'aanzienlijk' in de zin:
"Ik heb vandaag aanzienlijk beter gevoetbald dan vorige week."
A
niet goed
B
handig
C
tot mijn verbazing
D
veel

Slide 5 - Quiz

Wat is 'een samenhangend verhaal' ?
A
een verhaal dat ergens bij past
B
een spannend verhaal
C
een verhaal met logische verbanden
D
een makkelijk te lezen verhaal

Slide 6 - Quiz

Wat is een 'niet volledig' antwoord?
A
een niet compleet antwoord
B
een niet goed antwoord
C
een antwoord met veel spelfouten
D
het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 7 - Quiz

Over Taal blok 1 doel:
Aan het einde van de les :
- weet je de betekenis van 5 examenwoorden 
uit opdracht 1  (blz. 31)

- weet je wat homoniemen zijn

- weet je wat homofonen zijn





Slide 8 - Slide

Theorie
Homoniem: een woord dat meer dan een betekenis heeft
                          vb. bank, ring, pit, muis

Homofonen: Woorden die hetzelfde klinken, maar die je anders schrijft
                            vb. hard en hart

Slide 9 - Slide

Even oefenen, homoniem
Schrijf op je wisbordje, het juiste antwoord:

Wat is de betekenis van het onderstreepte homoniem?

Janine wierp nog snel een blik in haar boek voor ze de toets maakte.
A. Kijkje
B. Manier van kijken
C. busje van dun staal

Slide 10 - Slide

Even oefenen, homoniem
Schrijf op je wisbordje, het juiste antwoord:

Wat is de betekenis van het onderstreepte homoniem?

Zet die koekenpan maar op de kleinste pit
A. zaadkorrel in een vrucht
B. brander op een gasstel
C. lont van een kaars

Slide 11 - Slide

Even oefenen, homofoon
Kies het goede woord uit de homofonen en schrijf op je wisbordje

1. Heb jij verstaan wat hij zei/zij?

2. Ik lag/lach altijd om zijn grapjes

3. Lise maakt haar huiswerk het liefst in haar eendje/eentje



Slide 12 - Slide

Aan het werk
Over Taal blok 1
blz. 31
Opdracht: 1, 4, 5
Klaar?  
Oefen de woorden van de woordenlijst (Memory)
Maak de woordzoeker



timer
15:00000

Slide 13 - Slide

Nakijken
Opdracht 4 blz. 32
1.  C
2. A
3. B
4. B
5. C
6. B

Slide 14 - Slide

Nakijken

Opdracht 5   blz. 33
1. slot
2. pak
3. maat
4. plaats
5. boer
6. muis

Slide 15 - Slide

Check!

1. Wat is aanzienlijk?
a. veel
b. compleet

Slide 16 - Slide

Check!

2. Wat is aansluiten bij?
a. alles bij elkaar
b. passen bij

Slide 17 - Slide

Check!

3. Wat is samenhangend?
a. met logische verbanden
b. heeft te maken met

Slide 18 - Slide

Check!

4. Wat is formulering?
a. de woorden die je gebruikt om iets   
     te zeggen of op te schrijven
b. compleet

Slide 19 - Slide

Check!

5. Wat is standaard?
a. zoals het altijd gaat
b. volledig

Slide 20 - Slide

Check!

6.     Homofonen zijn woorden die  
                    hetzelfde klinken.
                      juist of onjuist?

Slide 21 - Slide

Check!

6.     Homoniemen zijn woorden met  
            meerdere betekenissen
                      juist of onjuist?

Slide 22 - Slide

Evaluatie
Wat heb je in deze les geleerd? 
Schrijf dit kort op.

Hoe heb je zelf kunnen werken in deze les? 
Geef je zelf een cijfer.


Slide 23 - Slide

Huiswerk en volgende les...
  • Examenwoorden oefenen in Quizlet,
zie link in Magister.

Volgende keer: Over Taal blok 2
- Nieuwe examenwoorden
- synoniemen
- vaktaal


Dank voor jullie aandacht en een fijne middag!!

Slide 24 - Slide