Les 8: Rapporteren

Ik maak kennis met de cliënt en het ondersteuningsplan
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ik maak kennis met de cliënt en het ondersteuningsplan

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • Weet je hoe je de observatiegegevens vast kan leggen d.m.v. een rapportage.
  • Ken je soorten rapportages.
  • Ken je manieren van gegevens rapporteren.
  • Ken je wetgeving van toepassing op het maken van een rapportage.





 

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
- Terugblik: observatiemethoden
- Theorie rapporteren




          

Slide 3 - Slide

Observatiemethoden
> vrije observatie, vooronderzoek.
> gestructureerde observatie, exact doel, vaak getalsmatig.
> intervalobservatie, wisselende tijden.
> contextuele observatie, omgeving is middelpunt. 
> protocollaire observatie, standaard.

Slide 4 - Slide

Allerlei informatie....en nu? Methodisch werken!

> Rubriceren en analyseren

> Prioriteiten stellen/ SWOT analyse

> Samenvatten en rapporteren

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Rapporteren
> Mondeling en schriftelijk
> Vrij of gestructureerd

> Doel: voor wie en met welk doel rapporteer je?
> Gegevens verzamelen, ordenen en rapporteren.

Slide 7 - Slide

Inhoud uitgebreide rapportage:

> Aanleiding
Beschrijf kort waarom je dit verslag schrijft.
> Doel
Beschrijf wat je met het verslag wilt bereiken.
> Kern
Beschrijf de gebeurtenis.
> Samenvatting
Vat samen wat je hebt geconstateerd.
> Conclusie
Beschrijf welke vervolgacties je kunt ondernemen
 

Slide 8 - Slide

SOAP-methode
De letters van SOAP staan voor:
  
S = Subjectief (de informatie van de cliënt of naastbetrokkenen)
O = Objectief (wat jij als professional hebt waargenomen)
A = Analyse (wat jij denkt dat er aan de hand is op basis van S en O)
P = Plan (de actie die je onderneemt op basis van S, O en A).

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
Een begeleidingsdoel: Saskia kookt over twee maanden elke werkdag haar eigen avondmaaltijd.


S = Saskia wil niet naar kookles, ze zegt dat ze daar niets leert.
O = Saskia is niet naar kookles gegaan.
A = Ik denk dat het te vermoeiend is voor Saskia om na het werk nog naar de kookclub te gaan.
P = Ik zal mijn analyse met haar bespreken en ga een oplossing zoeken.

Slide 10 - Slide

Opdracht
Je werkt als persoonlijk begeleider in groep 4 van het speciaal basisonderwijs. Het is eind november, Sinterklaastijd! De kinderen knutselen voor het Sintfeest. Adil knutselt normaal altijd heel rustig, de afgelopen dagen is hij echter heel onrustig. Hij maakt ruzie met zijn klasgenootjes, vandaag verscheurde hij de kleurplaat van zijn beste maatje Floris.  Je hebt een tijdje Adil geobserveert en rapporteert nu volgens de SOAP methode in het leerlingzorgsysteem.


Slide 11 - Slide

> Wat heb je gesignaleerd?
> Met welk doel heb je geobserveerd?
> Wat haal je uit je observatie?
> Wat rapporteer je:

S (ubjectief)

O (objectief)

A (nalyse)

P (lan)


Slide 12 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • Weet je hoe je de observatiegegevens vast kan leggen d.m.v. een rapportage.
  • Ken je soorten rapportages.
  • Ken je manieren van gegevens rapporteren.
  • Ken je wetgeving van toepassing op het maken van een rapportage.





 

Slide 13 - Slide

Vooruitblik
Huiswerk:

Lees thema 4 uit je boek Methodisch handelen. 

Volgende week:
Behoeften en doelen formuleren.

Slide 14 - Slide