Onderwerp, deelonderwerp en tekstdoelen

Lesdoelen
  • Ik kan het onderwerp van de tekst vinden.
  • Ik weet wat tussenkopjes zijn en kan deze aanwijzen en benoemen.
  • Ik kan het deelonderwerp van een alinea benoemen.
  • Ik weet welke tekstdoelen er zijn.
       amuseren - overtuigen - activeren- informeren - instrueren



1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lesdoelen
  • Ik kan het onderwerp van de tekst vinden.
  • Ik weet wat tussenkopjes zijn en kan deze aanwijzen en benoemen.
  • Ik kan het deelonderwerp van een alinea benoemen.
  • Ik weet welke tekstdoelen er zijn.
       amuseren - overtuigen - activeren- informeren - instrueren



Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

1. Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 4 - Open question

Deelonderwerp
  • Het onderwerp van één (of meerdere) alinea's.
  • Iedere alinea gaat over een deelonderwerp.
  • Je hebt (bijna) altijd meerdere deelonderwerpen in een tekst.


Slide 5 - Slide

Onderwerp + deelonderwerpen
Drie alinea's in het middenstuk.

Drie deelonderwerpen in het middenstuk.
onderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
inleiding
slot

Slide 6 - Slide

Onderwerp: 
Black Friday 
Deelonderwerp:
Ontstaan van Black Friday 
Deelonderwerp:
Drukte in de stad.
Deelonderwerp:
Goede aanbiedingen of onzinaanbiedingen
Middenstuk: 

Alinea 3

Alinea 4
Alinea 2

Slide 7 - Slide

2. Tekstdoelen
Uitleg & oefenen

Slide 8 - Slide

Welke tekstdoelen ken je?

Slide 9 - Open question

Voorbeelden van teksten met als doel 'amuseren'

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

Voorbeelden van teksten met als doel 'informeren'

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

Voorbeelden van teksten met als doel 'instructie geven'

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Slide

Voorbeelden van teksten met als doel 'overhalen'

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Wat is het doel van dit recept?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Wat is het doel van deze krantenartikelen?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Wat is het belangrijkste doel van dit artikel?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 27 - Quiz

Informeren 
Overtuigen
Amuseren 
Activeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt 
De schrijver wil dat jij na het lezen van de tekst dezelfde mening hebt als hij 
De schrijver wil je ontroeren of laten lachen
De schrijver wil dat je iets (niet) gaat doen

Slide 28 - Drag question