Herhaling meer dan lezen 1kt/tl febr 25

Herhaling meer dan lezen 2e deel
* Tekstdoelen/ tekstsoorten
* Deelonderwerpen
* Alinea`s/ kernzinnen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Herhaling meer dan lezen 2e deel
* Tekstdoelen/ tekstsoorten
* Deelonderwerpen
* Alinea`s/ kernzinnen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Ik kan/ weet wat alinea's zijn en hoe ik deze kan vinden.
Ik kan de kernzin van een alinea bepalen.
Ik weet wat een deelonderwerp is.

Slide 2 - Slide

Voorkennis
Een tekst is meestal verdeeld in alinea’s
Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde deelonderwerp gaan.

Slide 3 - Slide

Instructie 
  • Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
  • Soms begint de eerste regel van een alinea met een stukje wit. Dat noem je inspringen.
  • Soms wordt er tussen twee alinea’s een regel overgeslagen. Dat noem je een witregel.




Slide 4 - Slide

Alinea's herken je aan...
                                     Een alinea:                     
                 - Begint op een nieuwe regel
                 - Springt de eerste regel
                      van de alinea in
                 - Begint na een witregel

Slide 5 - Slide

Kernzinnen

Slide 6 - Slide

KERNZINNEN
Kernzin
De belangrijkste informatie van een alinea.
Waar staat de kernzin? 
  • De 1e zin is de kernzin.
  • De 2e zin van een alinea is de kernzin.
  • De laatste zin van de alinea is de kernzin.
  • De overige zinnen geven meestal uitleg (toelichting) of voorbeelden bij de kernzin!


Slide 7 - Slide

Tekstdoelen
De schrijver van een tekst heeft altijd een doel. Hij wil iets bereiken met de tekst. Er zijn vijf tekstdoelen:
  1. Informeren
  2. Instrueren
  3. Overtuigen
  4. Activeren
  5. Amuseren 

Slide 8 - Slide

Tekstsoorten 
Bij elk tekstdoel hoort een tekstsoort.
Bij elk tekstdoel hoort een tekstsoort. 



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat voor soort tekst is dit?
A
Recept
B
Nieuwsartikel
C
Advertentie
D
Ingezonden brief

Slide 11 - Quiz

De schrijver wil dat je zijn mening overneemt. Welk tekstdoel hoort daarbij?

Slide 12 - Open question

De schrijver wil dat je leert hoe je iets moet doen. Welk tekstdoel hoort daarbij?

Slide 13 - Open question

De schrijver wil dat je iets te weten komt. Welk tekstdoel hoort daarbij?

Slide 14 - Open question

Welk tekstdoel hoort bij de volgende tekstsoort: geboortekaartje
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen

Slide 15 - Quiz

Welk tekstdoel hoort bij de volgende tekstsoort: bespreking over een film
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 16 - Quiz

Welk tekstdoel hoort bij de volgende tekstsoort: gebruiksaanwijzing
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 17 - Quiz

Welk tekstdoel hoort bij de volgende tekstsoort: weerbericht
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 18 - Quiz

Welk tekstdoel hoort de volgende tekstsoort: handleiding van een stofzuiger
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 19 - Quiz

Onderwerp en deelonderwerpen
Elke tekst gaat ergens over. Het heeft een bepaald onderwerp.

Als er veel over een onderwerp te vertellen is, kan het onderverdeeld zijn in deelonderwerpen.

Het onderwerp schrijf je zo kort mogelijk.


Slide 20 - Slide

Onderwerp, deelonderwerp 

Onderwerp: Waarover gaat in enkele woorden de tekst?

DeelonderwerpWaar gaat deze alinea over?



Slide 21 - Slide

Deelonderwerp
  • Het onderwerp van één (of meerdere) alinea's.
  • Iedere alinea gaat over een deelonderwerp.
  • Je hebt (bijna) altijd meerdere deelonderwerpen in een tekst.


Slide 22 - Slide

Onderwerp: 
Black Friday 
Deelonderwerp:
Ontstaan van Black Friday 
Deelonderwerp:
Drukte in de stad.
Deelonderwerp:
Goede aanbiedingen of onzin aanbiedingen
Middenstuk: 

Alinea 3

Alinea 4
Alinea 2

Slide 23 - Slide

Onderwerp: 
Huiswerk
Deelonderwerp:
Waarom huiswerk
Deelonderwerp:
Soorten huiswerk
Deelonderwerp:
Controleren van huiswerk
Middenstuk: 

Alinea 3

Alinea 4
Alinea 2

Slide 24 - Slide

deelonderwerpen games

Slide 25 - Mind map

Deelonderwerpen over puppies

Slide 26 - Open question

Deelonderwerpen staan in..
A
Inleiding
B
Slot
C
Kern
D
Conclusie

Slide 27 - Quiz

Deelonderwerpen zijn altijd maar 1 alinea
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz