Les 1: Technologische hulpmiddelen

Technologie binnen zorg en welzijn:
Technologische Hulpmiddelen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Technologie binnen zorg en welzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Technologie binnen zorg en welzijn:
Technologische Hulpmiddelen

Slide 1 - Slide

Vooraf klaarzetten: 2 robotmaatjes (met 2 tablets), 2 reanimatiepoppen (met 2 tablets, 2 VR-brillen, 2 Smart watches.

Vooraf uitprinten: casusopdracht (voor elke leerling), rollenspel opdrachten (1 per rollenspel)

Aandacht richter: robotmaatje laten zwaaien, dansen en praten.  

Technologie is een groot onderdeel voor de zorg geworden. Het kan de veiligheid en zelfredzaamheid van de zorgvragers vergroten, de doelgerichtheid van zorgverleners versterken en het contact tussen zorgvragers en gevers verbeteren. Daarnaast neemt het een deel van het werk van de zorggevers over. Belangrijke redenen om dit dus te gebruiken in de zorg en welzijn.
Doelen en lesprogramma
  • Doelen
- Je kan verschillende technologische hulpmiddelen benoemen, de functies uitleggen en toepassen.

  • Lesprogramma
Inleiding (10 minuten)
Theorie (8 minuten)
Casus (20 minuten)
Rollenspel (42 minuten)
Evalueren en afsluiten (10 minuten)

  • Belangrijk!
- Vraag om hulp aan de docent als je het niet begrijpt.
- Leidt jezelf en andere niet af (anders sanctieladder).

Slide 2 - Slide

Neem de doelen en het lesprogramma door. Motiveer de doelen: omdat dit je kan helpen in het vakgebied waarin je later wil werken en/of om je meer kennis te geven in zorg en welzijn, technologie en ICT. 
Zijn er vragen?
Welke technologische hulpmiddelen ken je?

Slide 3 - Mind map

Technologische hulpmiddelen kunnen bijdragen aan de kwaliteit van leven van de klant. Zorgtechnologie kan helpen op het gebied van leefstijl, zelfredzaamheid en veiligheid. Maar welke technologie past bij welk gebied? Voordat we dit gaan bespreken ben ik benieuwd naar welke technologische hulpmiddelen jullie kennen. Bevraag verschillende leerlingen.
Gezonde leefstijl
Wanneer leef je gezond? 
  • Gezond eten, niet roken, voldoende bewegen en ontspannen.
Technologisch hulpmiddel dat hierbij helpt? 
  • Voorbeeld: VR-bril.
  • Hiermee kan de zorgvrager contact onderhouden, pijn afleiden, ontspannen, op een leuke manier meer bewegen en angst of een trauma mee behandelen.
  • Vanaf 12 jaar en ouder.


Slide 4 - Slide

Leefstijl is een stijl van leven op het gebied van gezond blijven. Wanneer leef je gezond? (vraag aan de leerlingen). Je kunt gezond leven door gezond te eten, niet te roken en voldoende te bewegen en ontspannen. Door gezond te leven verklein je de kans op ziekten. Ook helpt gezond leven je langer fit te blijven. Een gezonde leefstijl is goed zorgen voor je lichaam én je geest.
 
Voorbeeld van een technologisch hulpmiddel dat helpt bij een gezonde leefstijl: VR-brillen (laten zien). Hiermee kan de zorgvrager contact onderhouden, pijn afleiden, ontspannen, op een leuke manier meer bewegen en angst of een trauma mee behandelen.

Zelfredzaamheid
Wanneer spreek je van zelfredzaamheid? 
  • Het vermogen van mensen om zichzelf te redden.
Technologisch hulpmiddel dat hierbij helpt? 
  • Voorbeeld: Robot maatje.
  • Helpt bij herinneren, zorgt voor beweging en bied gezelligheid.
  • Voor oudere die snel vergeten en zich eenzaam voelen.

Slide 5 - Slide

Wanneer spreek je van zelfredzaamheid? (vraag aan de leerlingen). Zelfredzaamheid is het vermogen van mensen om zichzelf te redden op alle levensterreinen met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg. Door behoud en/of versterking van zelfredzaamheid kan zorg worden voorkomen of uitgesteld.

Voorbeeld van een technologisch hulpmiddel dat helpt bij zelfredzaamheid: Robotmaatje (laten zien). Robotmaatje laten vertellen: Ik ben een voorgeprogrammeerde robot die je helpt te herinneren. Zo vertel ik het dagprogramma van de zorgvrager. Geef ik aan hoe laat het is en wanneer de zorgvrager zijn medicijnen moet nemen. Ik bied gezelligheid en kan muziek afspelen. Fijn voor oudere die snel wat vergeten of zich eenzaam voelen.

Veiligheid
Wanneer is iemand veilig?
  • Bescherming tegen gevaar.
Technologische hulpmiddel dat hierbij helpt?
  • Voorbeeld: Reanimatiepoppen.
  • Leert te reanimeren.
  • Voor familie van de zorgvrager met bijvoorbeeld hartklachten.

Slide 6 - Slide

Wanneer spreek je van veiligheid? (vraag aan de leerlingen). Hierbij gaat het om de bescherming of het gevoel van bescherming tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door het menselijk handelen bij de zorgvrager thuis. Veilige zorg gaat hierbij om de veiligheid van zowel de zorgvrager zelf als van de zorgverlener. 

Voorbeelden van technologische hulpmiddelen die helpen bij veiligheid: Reanimatiepoppen (laten zien). Hiermee kan bijvoorbeeld de familie van de zorgvrager (met hartklachten) gemakkelijk leren hoe ze kunnen reanimeren. Maar ook elektrische bloeddrukmeters en smartbands (laten zien) zorgen voor veiligheid, want hiermee kan de zorgvrager zijn/haar bloeddruk en hartslag mee meten. Geschikt voor mensen met snel een te hoge bloeddruk of hartslag.
Koppel de technologische hulpmiddelen aan de juiste gebieden.
Bedenk: hoe dragen deze technologische hulpmiddelen bij aan de kwaliteit van leven van de klant?
Gezonde leefstijl
Zelfredzaamheid
Veiligheid

Slide 7 - Drag question

Koppel de technologische hulpmiddelen aan de juiste gebieden op LessonUp. Hoe dragen deze technologische hulpmiddelen bij aan de kwaliteit van leven van de klant?
Bevraag verschillende leerlingen.

Casus
Wat? 3 casus opdrachten.
Hoe? In elke casus beschrijft de zorgvrager een probleem. Aan jou de taak om aan te geven welk technologisch hulpmiddel de zorgvrager verder kan helpen en waarom. 
Basis: maakt minimaal 2 casussen. 
Kader: maakt alle 3 de casussen.
Hulp? Individueel m.b.v. de PowerPoint in Classroom.
Tijd? 15 minuten.
Klaar? Vergelijk de antwoorden met je klasgenoot.
Waarin hebben jullie verschillende keuzes gemaakt en waarom? Vul je antwoorden met die van je klasgenoot aan.
Resultaat? Je kan technologische hulpmiddelen benoemen op het gebied van leefstijl, zelfredzaamheid en veiligheid en je kunt aangeven op welke wijze technologische hulpmiddelen bijdragen aan de kwaliteit van leven van de klant.


timer
15:00

Slide 8 - Slide

Leg de casus uit.
Laat de leerlingen de opdracht herhalen:
Dus wat gaan we als eerst doen? Wat is hierbij belangrijk? Wat doe je als je klaar bent? Hoelang heb je hiervoor? Zijn er nog vragen?

Zet de timer en loop rond.
Casus antwoorden
Casus 1: 
  • Medicijnen dispenser (cMed Plus), want dit helpt haar op tijd medicijnen in te nemen. Daarnaast gebruikt zij al een tablet en kan hier makkelijk mee om gaan, dus deze technologische hulpmiddel past goed bij haar.
Casus 2: 
  • Kook app, want dit helpt hem zelfstandig te koken. Daarnaast gebruikt hij al apps op zijn smartphone, dus deze technologische hulpmiddel past goed bij hem.
Casus 3: 
  • Pillo, want dit helpt hem lekkerder in zijn vel te voelen. Daarnaast is gamen zijn favoriete vrijetijdsbesteding en is het makkelijk mee te nemen naar zijn familie in Marokko, dus deze technologische hulpmiddel past goed bij hem.


Slide 9 - Slide

Vraag elk groepje welke antwoorden ze hebben en waarom. Geef aan waarom dit wel of niet klopt en vul eventueel aan.
Rollenspel
Wat? Rollenspel.
Hoe? Pas de technologische hulpmiddelen toe bij de zorgvrager (klasgenoot).
Robotmaatje: maak een passende dagprogramma voor de zorgvrager.
VR-bril: laat de zorgvrager een oefening doen die hem/haar helpt bewegen.
Reanimatiepop: help een familielid van de zorgvrager te leren reanimeren.
Smart Band: laat de zorgvrager zijn/haar hartslag, SpO2, Stress en ademhaling meten.
Quizzen: wat weet je allemaal over technologie binnen zorg en welzijn?
Bekijk de rollenspellen bij de technologische hulpmiddelen.
Hulp? Doe dit met je klasgenoot, waarbij een iemand de zorgvrager en de ander de zorgverlener is. 
Tijd? 10 minuten per rollenspel.
Klaar? Wissel van rol.
Na 10 minuten loop je naar het volgende rollenspel.
Resultaat? Je kan verschillende technologische hulpmiddelen gebruiken.

timer
10:00

Slide 10 - Slide

Leg het rollenspel uit.
Laat de leerlingen de opdracht herhalen:
Dus wat gaan we als eerst doen? Wat is hierbij belangrijk? Wat doe je als je klaar bent? Hoelang heb je hiervoor? Zijn er nog vragen?

Zet de timer en loop rond.

Disclaimer: de groepjes kunnen niet alle rollenspellen uitvoeren, omdat we maar 40 minuten hebben voor deze opdracht (missen 1 rollenspel).

In hoeverre heb je de doelen behaald op een schaal van 0 tot 10?
Je kan verschillende technologische hulpmiddelen benoemen, de functies uitleggen en toepassen.
010

Slide 11 - Poll

In hoeverre heb je de doelen behaald op een schaal van 0 tot 10? Waarom heb je ze deze score aan jezelf gegeven en hoe zorg je ervoor dat je de volgende keer hoger scoort?
Bevraag verschillende leerlingen.

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Wat vond je van de les? Bevraag verschillende leerlingen welke smiley ze hebben gekozen en waarom.
Afsluiting
  • Doelen
Je kan verschillende technologische hulpmiddelen benoemen, de functies uitleggen en toepassen.

  • Volgende keer
- ICT binnen zorg en welzijn.

Slide 13 - Slide

Herhaal welke doelen ze hebben behaald en geef een compliment. Vertel waar de volgende les over gaat.