What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
B1 Hoofdstuk 5 niet gemaakt
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Beroepsopleiding
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Harry Piekema
Slide 2 - Slide
filmpje
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
de aanpak
achterhaald
afdwingen
afkomstig
behandelen
geruime tijd
inrichten
inspelen op
de leiding
onderhouden
opeisen
opvatting
schetsen
wijden aan
2
3
4
5
6
17
15
8
14
dankzij
18
Slide 5 - Slide
inrichten
opdracht 10
leidinggevende
afdwingen
afkomst
onderdrukken
opeisen
voortijdig
wijden aan
behandelen
opvatting
Slide 6 - Slide
perfectum
relatie met het heden
heden en verleden
informatie geven
imperfectum
opeenvolging van zinnen
vertellen
beschrijven
na 'toen'
plusquamperfectum
informatie over iets dat (nog) eerder is gebeurd
vertellen
na 'toen'
Slide 7 - Slide
Johan
heeft
in de jaren negentig Nederlands
gestudeerd
.
(Dat doet hij nu niet meer. Hij is inmiddels docent.)
In zijn studententijd
heeft
hij nog aan de 'Vier mijl van Groningen'
meegedaan
.
(Dat was een incident, geen gewoonte.)
perfectum
legt een relatie tussen heden en verleden
focust
niet
op een bepaald moment
beschrijft
geen
gewoonte in het verleden
Slide 8 - Slide
Johan
studeerde
in de jaren negentig Nederlands.
(Is hij gestopt? Studeert hij nog steeds Nederlands? Is hij opnieuw begonnen?)
In zijn studententijd
deed
hij nog mee aan de 'Vier mijl van Groningen'.
(Hij schreef zich elk jaar in.)
imperfectum
legt
geen
relatie tussen heden en v erleden
focust op een bepaald moment
beschrijft een gewoonte in het verleden
Slide 9 - Slide
imperatief
Maak verse en minimaal bewerkte voedingsmiddelen tot basis van uw voedingspatroon.
Eet je bord leeg!
Eet je bord maar even leeg.
Eet je bord nou eens leeg.
bevel, instructie, gebod
gebruik de ik-vorm van het werkwoord als eerste woord.
Slide 10 - Slide
modale partikels
Kom binnen
Kom maar binnen
Kom even binnen.
Kom maar even binnen.
Ga zitten.
Ga maar zitten.
Ga even zitten.
Ga maar even zitten.
Kijk op blz. 20.
Kijk maar op blz. 20.
Kijk even op blz. 20.
Kijk maar even op blz. 20.
Slide 11 - Slide
modale partikels
Ik zou er goed over nadenken.
Ik zou er
nou toch nog maar wel even
goed over nadenken.
Ze hebben betrekking op de hele zinsinhoud en nuanceren deze op subtiele wijze".
verzachten
versterken
verbazing en ongeduld
verzoek of voorstel
van gedachten veranderd
Slide 12 - Slide
modale partikels
Ik zou er goed over nadenken.
Ik zou er
nou toch nog maar wel even
goed over nadenken.
Ze hebben betrekking op de hele zinsinhoud en nuanceren deze op subtiele wijze".
Kijk nou! - verbazing / ongeduld
Kijk dan! - ongeduld / verbazing
Kijk maar! - suggestie / toestemming
Kijk eens! - verzoek / trots
Geef de boeken dan nu toch maar eens even hier.
Zo is het toevallig dan toch ook nog wel eens even.
verzachten
versterken
verbazing en ongeduld
verzoek of voorstel
van gedachten veranderd
Kijk!
Slide 13 - Slide
modale partikels
verzachten
versterken
verbazing en ongeduld
verzoek of voorstel
van gedachten veranderd
Ik zou er goed over nadenken.
Ik zou er
nou toch nog maar wel even
goed over nadenken.
Ze hebben betrekking op de hele zinsinhoud en nuanceren deze op subtiele wijze".
Kijk nou! - verbazing / ongeduld
Kijk dan! - ongeduld / verbazing
Kijk maar! - suggestie / toestemming
Kijk eens! - verzoek / trots
Geef de boeken dan nu toch maar eens even hier.
Zo is het toevallig dan toch ook nog wel eens even.
verzachten
versterken
verbazing en ongeduld
verzoek of voorstel
van gedachten veranderd
Kijk!
Slide 14 - Slide
https:
Slide 15 - Link
huiswerk
opdracht 21
Lees tekst A of B
bestudeer de vocabulaire van beide teksten
Slide 16 - Slide
opdracht 24 en 25, blz. 168 / 169
Slide 17 - Slide
leenwoorden en barbarismen
Arabisch
abrikoos, alcohol, atlas, caravan, fanfare, giraffe, gitaar, kabel, koffie, masker, oranje, papegaai, spinazie, suiker
Frans
ambulance, ballon, contant, etage, humeur, nuance, parlement, quiche, succes, type
Engels
foto, film, album, motor, output, computer, entry, website, content, muisklik, marketing, hrm-manager, developer, quality time
Duits
sowieso, aha-erlebnis, fingerspitzengefülh (vingerspitsengevoel), fröbelen, föhn, muesli, über-
Barbarismen
in strijd met het Standaardnederlands. output en überhaupt.
on-Nederlandse letterlijke vertaling wolkenkrabber (skyscraper)
Slide 18 - Slide
https:
Slide 19 - Link
Op zee
Slide 20 - Slide
Ik vertrek
Slide 21 - Slide
Zou
je dat
kunnen
herhalen.
Zou
je dat
willen
herhalen.
Zou
ik dat
mogen
herhalen.
kunnen
Als ik
vloeiend Spaans
zou
spreken
,
zou
ik in Spanje
wonen
.
Als ik
vloeiend Spaans zou spreken, woonde ik in Spanje.
Als ik
vloeiend Spaans sprak, woonde ik in Spanje.
willen
We zouden graag op vakantie naar Griekenland (willen) gaan.
Ik zou graag in een warm land willen wonen.
zouden
infinitief
+
/
/
mogen
+
zou
als...,
+
infinitief
zou
+
graag
+
(
willen
)
+
infinitief
Slide 22 - Slide
zullen en zouden
Over drie minuten zal de trein arriveren.
Zullen we vanavond naar de bioscoop gaan?
Ik zal je die informatie zo snel mogelijk geven.
Ze zal zo wel komen.
Je zult maar de winnaar van de jackpot zijn.
Ik zál dat examen halen.
Zal ik een nieuwe fiets kopen of een tweedehands?
zullen
voorstel
belofte
waarschijnlijkheid
beleefde vraag
vragen om advies
inleven in een situatie
toekomst
Slide 23 - Slide
zullen en zouden
Zou je dat nog een keer kunnen uitleggen?
Je zou eens wat vaker aan sport moeten doen.
Als ik de loterij zou winnen, zou ik een wereldreis maken.
Er zouden geen doden zijn gevallen.
Zou ze in de file staan?
Jij zou vandaag koken.
Ik zou wel naar IJsland op vakantie willen.
onwerkelijkheid
mogelijkheid
van horen zeggen
wens uitdrukken
advies geven
herinneren aan een afspraak
beleefde vraag
zouden
Slide 24 - Slide
zal of zou
Ik z.. je graag willen helpe, maar ik heb geen tijd.
je z.. je scriptie door een vriend kunne laten nakijken.
Als ik mocht kiezen, z.. ik sushi gaan eten.
Morgen ga ik de MV beklimmen en ik z.. de top bereiken.
Waar is Paul eigenlijk? Z.. hij misschien ziek zijn?
Is het eten nog niet klaar? Jij z.. toch koken?
Wat een donkere wolken! Het z.. zo wel gaan regenen.
Wat een donkere wolken! Ja, het z.. vandaag gaan regenen.
Er is een ongeluk gebeurd. Er z..... twee gewonden zijn gevallen.
Je z.. maar met een BN'er getrouwd zijn.
onwerkelijkheid
mogelijkheid
van horen zeggen
wens uitdrukken
advies geven
herinneren aan een afspraak
beleefde vraag
zouden
voorstel
belofte
waarschijnlijkheid
beleefde vraag
vragen om advies
inleven in een situatie
toekomst
zullen
Slide 25 - Slide
zouden / irrealis
Als [...] zou(den) verb, zou(den) [...] verb.
Als [...] imperfectum, zou(den) [...] verb.
Als [...] zou(den) verb, imperfectum [...].
Als [...] imperfectum, imperfectum [...].
Als [ik de loterij] zou winne
n, zou [ik naar Frankrijk] verhuizen.
Als [ik de loterij] won, zou [ik naar Frankrijk] verhuizen.
Als [ik de loterij] zou winnen, verhuisde [ik naar Frankrijk].
Als [ik de loterij] won, verhuisde [ik naar Frankrijk].
opdracht 40
Slide 26 - Slide
verstomd
A
zeer verbaasd
B
doof
Slide 27 - Quiz
ontrafeld
A
gemaakt
B
opgelost
Slide 28 - Quiz
bovenal
A
allereerst
B
opgelost
Slide 29 - Quiz
More lessons like this
hoofdstuk 6 | deel 3
April 2024
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Lezen
+2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5,6
prefixen en imperatief - modale partikels
February 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Beroepsopleiding
Les 35-36
March 2024
- Lesson with
20 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Les 9
September 2024
- Lesson with
10 slides
Taal leren
January 2021
- Lesson with
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 4
April 2020
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Beroepsopleiding
BROER - Les 3
January 2024
- Lesson with
32 slides
by
Phion
Muziek
Basisschool
Groep 5-8
Phion
V2 Grieks vr 10 feb
February 2023
- Lesson with
26 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2