What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Bijvoeglijk naamwoord + bijwoord
Basis-
grammatica
+ bijwoord
+ trappen van vergelijking
1 / 53
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
53 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Basis-
grammatica
+ bijwoord
+ trappen van vergelijking
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Na deze les kan ik het bijvoeglijk naam, bijwoord en de trappen van vergelijking gebruiken (en doe ik dit nooit meer fout :)).
Keuze:
1. Ik doe mee met de uitleg
2. Ik ga zelfstandig de LessonUp door.
3. Ik begin met de opdrachten in het boek en gebruik mijn manuel.
Slide 2 - Slide
Een bijwoord kan NOOIT
iets zeggen over...
timer
0:20
A
een werkwoord
B
een ander bijwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
een bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Quiz
BIJWOORD
Zegt iets over:
- een werkwoord
- een bijvoeglijk naamwoord
- een ander bijwoord
- de hele zin
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
Zegt iets over:
- een zelfstandig naamwoord
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat klopt er niet?
Slide 11 - Slide
Les adverbes
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
qu'est-ce qu'ils disent?
Slide 18 - Slide
Le comparatif
Jean est grand, Pierre est
plus
grand
Marie est grand
e
, Sophie est
plus
grand
e
Jean et Pierre sont
moins
grand
s
Marie et Claire sont
aussi
grand
es
Plus, moins, aussi
Slide 19 - Slide
Le comparatif
Il est
plus
beau
que
moi (meer dan)
elle est
moins
petite
que
moi (minder dan)
elles sont
a
ussi
grandes
que
nous (even als)
Slide 20 - Slide
Le superlatif
Pierre est
le plus
grand de la classe
Noa est
la plus
grand
e
de la classe
Pierre et Noa sont
les plus
grand
s
de la classe
Ils sont
les moins
grand
s
Le/la/les plus
Le/la/les moins
Slide 21 - Slide
Attention:
Tesse est une
belle
fille
Tesse est une fille
charmante
Tess est
la plus belle
fille.
Tess est
la
fille
la plus charmante
Tess est
la plus belle
fille
la plus charmante
De plaats van het bijv.nw verandert niet als je de superlatif gebruikt!
Slide 22 - Slide
l'adjectif BON
COMPARATIF SUPERLATIF
meilleur que Le meilleur
meilleure que La meilleure
meilleurs que Les meilleurs
meilleures que Les meilleures
Cette voiture est
meilleure que
celle-là => C'est
la meilleure
voiture
Slide 23 - Slide
l'adverbe BIEN
COMPARATIF SUPERLATIF
mieux que le mieux
BIEN verandert nooit van vorm!!
Cette fille danse
mieux que
celle-là => Elle danse
le mieux
Slide 24 - Slide
"mauvais" vs "mal"
ADJECTIF ADVERBE
mauvais(e)(s)
mal
plus mauvais(e)(s)
pire
le (la, les) plus mauvais (e)(s)
le pire
C'est
la plus mauvaise chanson
Elle chante
le pire
Slide 25 - Slide
à vous maintenant
Faites: 3,4,5 Grammaire 1.
Slide 26 - Slide
Nog een paar controlevragen...
Slide 27 - Slide
Welk bijvoeglijk naamwoord is juist?
J'adore les plantes ...?...
A
vert
B
verts
C
verte
D
vertes
Slide 28 - Quiz
Wat betekent de zin uit de vorige vraag eigenlijk...?
A
Ik hou van mooie planten.
B
Ik ben gek op groene planten.
C
Ik ben dol op mooie planten.
D
Ik hou van groene planten.
Slide 29 - Quiz
Waar staat in de basisregel het bijvoeglijk naamwoord in de zin?
Slide 30 - Open question
Welke bijvoeglijke naamwoorden
komen VOOR het zn?
Slide 31 - Mind map
En dan nu het bijwoord:
hoe vorm je het bijwoord in het Frans?
Slide 32 - Open question
Als het bvnw NIET op een klinker eindigt, dan moet je het eerst...
A
een -e achter zetten
B
vrouwelijk maken
Slide 33 - Quiz
Vrai ou faux?
Exactment
A
vrai
B
faux
Slide 34 - Quiz
Vrai ou faux?
Activement
A
vrai
B
faux
Slide 35 - Quiz
Vrai ou faux?
Heureuxement
A
vrai
B
faux
Slide 36 - Quiz
Het bv.nw. GRAND komt achter het zn.
A
vrai
B
faux
Slide 37 - Quiz
Welke vertaling is juist voor
'wat een leuk meisje!'
A
Quelle jolie fille!
B
Quelle fille jolie!
C
Quelle joli fille!
D
Quelle fille joli!
Slide 38 - Quiz
Welke vertaling is juist voor:
de rode auto
A
la rouge voiture
B
la voiture rougee
C
la voiture rouge
D
la rougee voiture
Slide 39 - Quiz
Twee mooie boeken.
Deux ... livres ...
A
Deux beau livres.
B
Deux livres beaux.
C
Deux beaux livres.
D
Deux belles livres.
Slide 40 - Quiz
Hij is een goede zanger.
A
Il est un bon chanteur.
B
Il est un bien chanteur.
Slide 41 - Quiz
Hij zingt goed.
A
Il chante bon.
B
Il chante bonnement.
C
Il chante bien.
D
Il chante biennement
Slide 42 - Quiz
Je me sens ... à l'aise.
A
mauvais
B
mal
C
mauvaise
D
mauvaisement
Slide 43 - Quiz
Un nouveau portable, ça coûte ...
A
chère
B
chèrement
C
cher
Slide 44 - Quiz
Noteer het juiste bijwoord in het Frans;
Cette leçon dure déjà trop ... (lang)...
Slide 45 - Open question
Ik ben kleiner dan Marie.
A
Je suis aussi petit que Marie.
B
Je suis moins petit que Marie.
C
Je suis plus petit que Marie.
D
Je suis petit que Marie
Slide 46 - Quiz
Chantal is minder groot dan Lisa.
A
Chantal est moins grand que Lisa
B
Chantal est moins grande que Lisa
C
Chantal est plus grande que Lisa
D
Chantal est aussi grande que LIsa
Slide 47 - Quiz
De auto is net zo nieuw als de fiets.
A
La voiture est aussi nouveau que le vélo.
B
La voiture est plus nouvelle que le vélo.
C
La voiture est moins nouvelle que le vélo.
D
La voiture est aussi nouvelle que le vélo.
Slide 48 - Quiz
Xavier danst beter dan ik.
A
Xavier danse meilleur que moi
B
Xavier danse mieux que moi
C
Xavier danse le mieux
D
Xavier danse le mieux que moi
Slide 49 - Quiz
Nadège is de sympathiekste
A
Nadège est la sympathique
B
Nadège est sympathique la plus
C
Nadège est la plus sympathique
D
Nadège est le meilleur sympathique
Slide 50 - Quiz
Claire is het kleinst
A
Claire est la petite
B
Claire est plus petite
C
Claire est petite
D
Claire est la plus petite
Slide 51 - Quiz
il est le .....(beste).......rappeur
A
mieux
B
meilleure
C
meilleur
D
plus bon
Slide 52 - Quiz
ce sont les (beste)disques (vmv)
A
mieux
B
meilleurs
C
meilleures
Slide 53 - Quiz
More lessons like this
Les Comparaisons (le comparatif)
May 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
5V Gram.II. Le comparatif & le superlatif
March 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Les comparaisons
9 days ago
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Les comparaisons
October 2022
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Les comparaisons 3 Havo
May 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Klas 4 - Grammaire C - Les comparaisons
October 2023
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Les comparaisons 3V
May 2023
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Les comparaisons GA3
May 2023
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3