Lezen 1.3 les 1 tot en met 3

Boekpromotie
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Boekpromotie

Slide 1 - Slide

Planning
  • Leerdoelen paragraaf 1.3
  • Herhalen leesstrategie en tekstverbanden
  • Aan de slag
  • Afsluiting van de les
Donderdag toets bespreken

Slide 2 - Slide

1.3 lezen (p. 21)
Herhalen:
  • leesstrategieën
  • herkennen tekstverbanden (en 1 nieuwe)
  • benoemen tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
  • herkennen titels en benoemen onderwerp
  • benoemen hoofdgedachte

Slide 3 - Slide

Zoekend lezen doe je als je in de studiewijzer zoekt wat je moet maken voor de weektaak.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Waaraan kun je een alinea herkennen? 1 antwoord klopt niet.
Dat is antwoord: ....
A
Tekstblokje van twee of meer zinnen.
B
Tekstgedeelte dat over 1 onderwerp gaat.
C
Er staat een witregel tussen alinea's.
D
De laatste zin van de alinea loopt niet door.

Slide 5 - Quiz

Aan welke woorden kun je het tekstverband tussen zinnen/alinea's herkennen?

Slide 6 - Open question

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: omdat?
A
opsommend
B
tegenstellend
C
redengevend
D
concluderend

Slide 7 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: met andere woorden?
A
opsommend
B
tegenstellend
C
tijdsvolgorde
D
uitleggend

Slide 8 - Quiz

Welke vier leesstrategieën ken je?

Slide 9 - Open question

Verkennend lezen (p. 22)
Vanaf nu ook elke eerste zin van alle alinea's.

Slide 10 - Slide

Nauwkeurig lezen (p. 231)






Onderwerp, tekstsoort, tekstdoel, opbouw, bron/schrijver.

Slide 11 - Slide

Tekstverband/signaalwoorden (p.23)

Een goede tekst heeft logische samenhang.
Er is verband/relatie tussen woorden, zinnen, alinea's.
Verschillende soorten tekstverbanden.

Signaalwoord helpt je het soort tekstverband te herkennen.

Slide 12 - Slide

Nieuw: vergelijkend tekstverband
Gebruik: als je personen/dingen wilt vergelijken.

Signaalwoorden: net als, zoals, evenals

Evenals mijn moeder houdt mijn vader van appeltaart.
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.

Slide 13 - Slide

Werkmoment = weektaak
  • Maak de opdrachten in je werkboek/schrift.
  • Kijk zelf na, verbeter met een andere kleur.

Opdracht 2 tot en met 4: leesstrategie en tekstverband
Opdracht 5 tot en met 8: toepassen op tekst 1

Slide 14 - Slide

Afsluiting
Hoe ver ben je met de opdrachten?

Welke vragen heb je?

Slide 15 - Slide

Planning
  • Vragen tot nu toe?
  • Herhalen theorie lezen vorig jaar: deel 2
  • Aan de slag
  • Toets bespreken
Les 2

Slide 16 - Slide

Vragen tot nu toe?


Opdrachten 2 tot en met 4.
Start op pagina 23.

Slide 17 - Slide

1.3 lezen (p. 21)
Herhalen:
  • leesstrategieën
  • herkennen tekstverbanden (en 1 nieuwe)
  • benoemen tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
  • herkennen titels en benoemen onderwerp
  • benoemen hoofdgedachte

Slide 18 - Slide

Tekstdoel, -soort en tekstvorm (p. 26)






Tekstdoel is altijd een werkwoord. De schrijver wil ...
tekstdoel
uitleg
tekstsoort
vorm
informeren
de lezer informatie geven
informerende tekst
verslag
overtuigen
de lezer overtuigen (mening)
betogende tekst
boekbespreking
activeren
de lezer iets laten doen
activerende tekst
advertentie
amuseren
de lezer vermaken
amuserende tekst
stripboek

Slide 19 - Slide

Tekst 1 verkennend lezen (p. 24)
onderwerp
tekstsoort
tekstdoel
opbouw
bron/schrijver

Slide 20 - Slide

Tekst 1 verkennend lezen (p. 24)
Onderwerp:    spullenobesitas
Tekstsoort:     informatieve tekst
Tekstdoel:      informeren
Opbouw:        tweedeling inleiding (1) kern (2 t/m 7)
Schrijver:        Irene van den Berg 
Bron:              AD.nl

Slide 21 - Slide

Werkmoment = weektaak
  • Maak de opdrachten in je werkboek/schrift.
  • Kijk zelf na, verbeter met een andere kleur.

Opdracht 2 tot en met 4: leesstrategie en tekstverband
Opdracht 5 tot en met 8: toepassen op tekst 1
Opdracht 10, 12 tot en met 15: tekstsoorten, hoofdgedachte.

Slide 22 - Slide

Toets bespreken


  • Vraag over de toets?         * ervoor. 
  • Bij ophalen van de toets, kun je de vraag stellen. 
  • Toetsen moeten dus weer terug.

Slide 23 - Slide

Planning
  • Vragen tot nu toe?
  • Herhalen theorie lezen vorig jaar: deel 3
  • Aan de slag
  • Afsluiting van de les
Les 3

Slide 24 - Slide

Vragen tot nu toe?


Opdracht 5 tot en met 8: toepassen op tekst 1

Slide 25 - Slide

1.3 lezen (p. 21)
Herhalen:
  • leesstrategieën
  • herkennen tekstverbanden (en 1 nieuwe)
  • benoemen tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
  • herkennen titels en benoemen onderwerp
  • benoemen hoofdgedachte

Slide 26 - Slide

Titel(s) en onderwerp (p. 27)
De titel (kop) staat bovenaan de tekst.
De titel geeft vaak een aanwijzing over het onderwerp.
In kranten of tijdschriften: vaak een ondertitel of boventitel

Het onderwerp vind je vaak in de titel
en in de eerste alinea. Dit geef je 
weer in steekwoorden.

Slide 27 - Slide

Hoofdgedachte (p. 27)
Het belangrijkste wat de schrijver zegt. Zoek deze in inleiding en/of slot van de tekst. De hoofdgedachte geeft meestal in één of twee zinnen kort weer waar de tekst over gaat.

Slide 28 - Slide

Werkmoment = weektaak
  • Maak de opdrachten in je werkboek/schrift.
  • Kijk zelf na, verbeter met een andere kleur.
  • Stel je vragen.
Opdracht 2 tot en met 4: leesstrategie en tekstverband
Opdracht 5 tot en met 8: toepassen op tekst 1
Opdracht 8 maken we niet.
Opdracht 10, 12 tot en met 15: tekstvormen/doelen/soorten

Slide 29 - Slide

Afsluiten van de les
Hoe ver ben je met de weektaak?

Heb je het nagekeken?

Begreep je waarom antwoorden anders moesten zijn?

Verzamel je vragen voor de eerste les volgende week.

Slide 30 - Slide