This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland.
pv= is
vd= geland
VB: Robin heeft geen straf gekregen.
pv=heeft
vd=gekregen
Een onvoltooid deelwoord kun je net als
het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken:
Een lachende vrouw.
De gillende kinderen.
De huilende man.