2Vb

2Hd
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

2Hd

Slide 1 - Slide

2Vb
Nederlands

Slide 2 - Slide

Les 1
Doel:
1. We hebben met elkaar en het vak kennisgemaakt.
2. We hebben de planning van periode 1 doorgenomen.
3. We hebben de ELO getest.

Extra: We hebben spelling - paragraaf 9 gemaakt. 

Slide 3 - Slide

Wat wil je weten van je klasgenoten?

Slide 4 - Mind map

Les 2 & 3
Doel:
1. Je weet wat de fictie-opdracht inhoudt.
2. Je kunt uitleg geven over de onderdelen van werkwoordspelling. 
3. We hebben van spelling paragraaf 9 online gemaakt & nagekeken.

Extra: woordpuzzel maken (in tweetallen)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 15 - Quiz

Hoe spel je het voltooid deelwoord?
A
met 't kofschip of 't sexy fokschaap
B
op gevoel
C
ik-vorm of ik-vorm + t
D
stam + t

Slide 16 - Quiz

Welke zin heeft een onvoltooid deelwoord?
A
Jouw vrienden komen hun afspraken altijd na.
B
Ik heb gister lang gefietst.
C
Hij feliciteerde mij uitbundig.
D
Japan is het land van de rijzende zon.

Slide 17 - Quiz

Hoe spel je het onvoltooid deelwoord?
A
met 't kofschip of 't sexy fokschaap
B
op gevoel
C
ik-vorm of ik-vorm + t
D
hele ww/infinitief + d

Slide 18 - Quiz

Huiswerk
- Online: Spelling cursus 7, paragraaf 9
- Lezen in je leesboek

Klaar in de les?
- Woordpuzzel

Slide 19 - Slide

Les 4
Lesdoel:
1. We hebben de leesboeken geïnventariseerd. 
2. Je hebt aangegeven waar je qua werkwoordspelling nog aandacht aan moet besteden. 
3. Je hebt de oefenzinnen gemaakt en nagekeken.

Extra: Lezen in je leesboek

Slide 20 - Slide

Welk onderdeel verdient je aandacht nog?
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord / voltooide tijd
C
Onvoltooid deelwoord / onvoltooide tijd
D
Tijd bepalen

Slide 21 - Quiz

Les 6
Programma:
1. We hebben paragraaf 10 besproken.
2. Je kunt Engels werkwoorden op de correcte manier vervoegen. 
3. Je maakt paragraaf 11 van spelling. 

Extra: Lezen in je leesboek

Slide 22 - Slide

Hoe spel je Engelse werkwoorden?
A
Volgens de Nederlandse spellingsregels.
B
Volgens de Engelse spellingsregels.
C
Volgens aparte spellingsregels.
D
Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.

Slide 23 - Quiz

Engelse werkwoorden

Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde

Slide 24 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Hij (racen-vt)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete

Slide 25 - Quiz

Engelse werkwoorden
Ik heb (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
C
gepaintballt
D
gepaintbalt

Slide 26 - Quiz

Les 7
Programma:
1. We hebben paragraaf 11 van spelling besproken. 
2. Je kunt uitleggen wat samengestelde zinnen zijn. 
3. Je kunt de persoonsvormen uit samengestelde zinnen halen.
4. Je hebt de Diatoets afgemaakt (op het leerplein).  
5. Je maakt paragraaf 12 van spelling online. 

Extra: Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 27 - Slide

Wat is een samengestelde zin?
A
Een zin die meerdere betekenissen kan hebben
B
Een zin met meerdere werkwoorden
C
Een zin met meerdere persoonsvormen
D
Een zin die bestaat uit meerdere zinsdelen

Slide 28 - Quiz

Wat is een samengestelde zin?
A
Ik wil nog blijven, maar het mag niet van mijn moeder.
B
Ik wil graag naar huis toe lopen.
C
Wij gaan op de fiets naar school of ik rij met mijn moeder mee.
D
De school heeft door corona veel lesuitval.

Slide 29 - Quiz

Oefenzinnen
1. Tante Christa kookt het liefst driegangenmenu’s en houdt rekening met allerlei dieetwensen.

2. Als Suze op school arriveert met gelakte nagels, wil iedereen weten waar ze die kleur nagellak heeft gekocht. 

3. De opgeschepte ravioli was te veel afgekoeld, waardoor het eten de gasten niet meer smaakte. 






Slide 30 - Slide

Les 8
Programma:
1. We hebben paragraaf 12 van spelling besproken. 
2. Je kunt de werkwoordsvormen benoemen.
3. Je kunt de 8 werkwoordstijden van de zin bepalen. 
4. Je hebt de Diatoets afgemaakt (op het leerplein).  
5. Je maakt paragraaf 13 van spelling online. 

Extra: Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 31 - Slide

Aanvoegende wijs
Leren voor de toets:

1. Mogen
Voorbeeld: Wat ook moge gebeuren, ik zal je altijd helpen. 

2. Kosten
Voorbeeld: Wij willen koste wat het kost op tijd komen. 

Slide 32 - Slide

Werkwoordsvormen
- infinitief (inf) spelen
- persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) speelt
- persoonvorm verleden tijd (pvvt) speelde
- gebiedende wijs (gw) speel
- voltooid deelwoord (vd) gespeeld
- onvoltooid deelwoord (od) spelend

Slide 33 - Slide

Werkwoordstijden

Slide 34 - Slide

Oefenzinnen
1. Ben je naar de markt gegaan?

2. Rob wilde een iPad kopen. 

3. Rob zou een iPad gekocht willen hebben. 

4. Rob heeft een iPad willen kopen. 






v/o
t/v
t?
t

Slide 35 - Slide

Les 9

1. Je hebt de oefentoets werkwoordspelling gemaakt. 
2. We hebben de oefentoets nagekeken. 

OEFENEN VOOR DE TOETS: spelling paragraaf 15 (mixopdrachten)

Extra: Lezen in je leesboek

Slide 36 - Slide

Herhalingsles
Leren voor de toets:
- spelling PVVT, PVTT, VD, OD -> paragraaf 9
- spelling gebiedende wijs -> paragraaf 10 (aanvoegende wijs alléén (mogen/kosten -> moge/koste)
- spelling van Engelse werkwoorden -> paragraaf 11
- persoonsvormen in een samengestelde zin -> paragraaf 12
- werkwoordsvormen & werkwoordstijden -> paragraaf 13

Tijdens de les:
1. Oefentoets maken & nakijken
2. Mixopdrachten paragraaf 15 (klassikaal of zelfstandig) maken
3. Lezen in je leesboek
4. 'MEER DAN LEZEN' -> paragraaf 1 uit je boek maken

Slide 37 - Slide

Toetsles
Klaar met de toets?

1. Lezen in je leesboek
OF 
2. 'MEER DAN LEZEN' -> paragraaf 1 online maken

Volgende les: boek + schrift meenemen

Slide 38 - Slide