Sprookje les 6: modern-sprookje schrijven

Sprookje les 6
Creatief schrijven Spelling

Nederlands VWO 1 - Periode 1 2022/2023
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Sprookje les 6
Creatief schrijven Spelling

Nederlands VWO 1 - Periode 1 2022/2023

Slide 1 - Slide

timer
1:00
Wat heb je vorige les geleerd over sprookjes?

Slide 2 - Mind map

Vooruitblik
Aan het eind van deze les:

... weet je waarop je wordt beoordeeld bij het sprookje.
... weet je hoe je je voorbereidt op de toets.

... heb je nog een keer geoefend met de opbouw van het sprookje.
... weet je hoe je een begin maakt aan een sprookje. Hoe je het aanpakt om een sprookje te schrijven.

Slide 3 - Slide

Modern sprookje
Omdat sprookjes werden doorverteld, is er door de jaren heen vast het één en ander aan veranderd. Dit gaan wij ook doen. Wij maken van een eeuwenoud sprookje een ultra-moderne versie. Zo kan Roodkapje de ziekenwagen bellen met haar gsm, assepoester wordt opgehaald in een nieuwe Porsche, etc. Alles is mogelijk. Het wordt allemaal overgelaten aan jouw fantasie.

Slide 4 - Slide

Creatief schrijven

De docent maakt groepjes van 3 leerlingen. 


1: Schrijf het begin van een sprookje (stabiele beginsituatie).


timer
3:00

Slide 5 - Slide

Creatief schrijven

2: Geef je blaadje door aan een ander van je groepje. Hij/zij schrijft het middenstuk van het sprookje (de stabiele beginsituatie wordt vestoord). 
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Creatief schrijven

3: Geef je blaadje door aan de laatste persoon van je groepje. Hij/zij schrijft het slot van het sprookje (de situatie wordt hersteld en iedereen is weer gelukkig).

timer
3:00

Slide 7 - Slide

Voorlezen


Een aantal sprookjes wordt voorgelezen!

Slide 8 - Slide

Aan het einde van deze les...

... heb je geoefend met creatief schrijven.

Hoe?
In groepjes van 3 leerlingen schrijf je een mini-sprookje.

Slide 9 - Slide

Creatief schrijven

De docent maakt groepjes van 3 leerlingen. 


1: Schrijf het begin van een sprookje (stabiele beginsituatie).


timer
3:00

Slide 10 - Slide

Creatief schrijven

2: Geef je blaadje door aan een ander van je groepje. Hij/zij schrijft het middenstuk van het sprookje (de stabiele beginsituatie wordt vestoord). 
timer
3:00

Slide 11 - Slide

Creatief schrijven

3: Geef je blaadje door aan de laatste persoon van je groepje. Hij/zij schrijft het slot van het sprookje (de situatie wordt hersteld en iedereen is weer gelukkig).

timer
3:00

Slide 12 - Slide

Voorlezen


Een aantal sprookjes wordt voorgelezen!

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Vorige les...
... heb je geoefend met creatief schrijven.

Vandaag luisteren we naar een aantal van jullie creatieve creaties. 

Maar eerst: Wat vond je van de creatieve schrijfopdracht?


Slide 15 - Slide

Wat vond je van de creatieve schrijfopdracht? Makkelijk, moeilijk, leuk, saai, iets anders...?

Slide 16 - Open question

Sprookjes voorlezen

Wie wil zijn sprookje voorlezen?

Slide 17 - Slide

Aan het einde van deze les...
... heb je nog een keer geoefend met creatief schrijven.

Specifiek: in het creëren van een sprookjesachtige sfeer.

Ga naar de studiewijzer in Magister.
Maak de opdracht samen met je buur.

Slide 18 - Slide

Modern sprookje
Omdat sprookjes werden doorverteld, is er door de jaren heen vast het één en ander aan veranderd. Dit gaan wij ook doen. Wij maken van een eeuwenoud sprookje een ultra-moderne versie. Zo kan Roodkapje de ziekenwagen bellen met haar gsm, assepoester wordt opgehaald in een nieuwe Porsche, etc. Alles is mogelijk. Het wordt allemaal overgelaten aan jouw fantasie.

Slide 19 - Slide

Minisprookje schrijven
Als je bij ieder deel van het sprookje (beginsituatie, verstorend element, oplossing, eindsituatie) één of een paar regels schrijft, heb je een minisprookje geschreven. 

Minisprookje = hulpmiddel bij het schrijven
Dit minisprookje kan je helpen om een begin te maken aan een sprookje. 
Met behulp van het minisprookje kun jij je sprookje verder uit schrijven.

Slide 20 - Slide

Voorbeeld minisprookje
Stabiele beginsituatie: Er was eens een kleine haas. Hij woonde samen met zijn kleine broertjes en zusjes aan de rand van het bos in een klein huisje. De hazen waren niet stinkend rijk, maar toch best gelukkig.
Verstorend element: Op een dag hoorde kleine haas mama haas zeggen: 'Hadden we maar wat meer geluk'. Kleine haas besloot op zoek te gaan naar 'het geluk'. 
Oplossing: Hij ging op pad en kwam langs de wijze egel, de verzamelmuis en de sluwe vos, maar niemand wist waar kleine haas 'het geluk' kon vinden. Moe en uitgeput ging kleine haas terug naar het huisje aan de rand van het bos. 
Eindsituatie: Moeder haas was verrukt om kleine haas te zien, want wat had zij zich een zorgen gemaakt. Nooit meer ging kleine haas op zoek naar 'het geluk'. En toch leefden de hazen nog lang en best gelukkig, nu kleine haas weer veilig thuis was.   

Slide 21 - Slide

Schrijf 1 minisprookje
Kies een beginzin en een eindzin.

Het minisprookje begint met de zin:
  • Er was eens een klein krokodilletje ... 
  • Er was eens een alleraardigste tovenaar ...
  • Er was eens een machtige keizer ...

Het minisprookje eindigt met de zin:
  • Ze hadden nog nooit zoveel te eten gehad. 
  • En toen kon het feest toch nog losbarsten. 
  • En op een dag kwam zijn/haar allergrootste wens toch nog tot vervulling.


Slide 22 - Slide

Sprookje herschrijven
Wat Roald Dahl kan, kan jij ook!
Herschrijf een sprookje, zodat het een modern sprookje wordt.

Bijvoorbeeld: Hans en Grietje verdwalen niet in het bos, maar in de stad of in het winkelcentrum. En ze komen geen huisje van snoep tegen, maar een kermis.  

Slide 23 - Slide

Ga naar LessonUp

Log in.
Ga naar slide 8 en 9 en maak de opdrachten.

Slide 24 - Slide

Opdracht modern sprookje
Kies samen één van onderstaande sprookjes. 

Roodkapje

Slide 25 - Slide

Opdracht modern sprookje


  1. Kopieer het sprookje. (Klik op de link op de vorige slide.)
  2. Plak het in een word-document.
  3. Zet strepen onder de woorden die jij wilt veranderen.
  4. Bedenk nieuwe woorden voor de onderstreepte woorden.
  5. Vervang de onderstreepte woorden door de nieuwe, moderne woorden, die jij hebt bedacht. 
timer
10:00

Slide 26 - Slide

Moderne sprookjes voorlezen


Wie wil zijn sprookje voorlezen aan de klas?

Slide 27 - Slide

Modern sprookje
Omdat sprookjes werden doorverteld, is er door de jaren heen vast het één en ander aan veranderd. Dit gaan wij ook doen. Wij maken van een eeuwenoud sprookje een ultra-moderne versie. Zo kan Roodkapje de ziekenwagen bellen met haar gsm, assepoester wordt opgehaald in een nieuwe Porsche, etc. Alles is mogelijk. Het wordt allemaal overgelaten aan jouw fantasie.

Slide 28 - Slide