Woordenschat Kleidung. NIET

Doel
- We kennen een aantal woorden in het Duits die met kleren te maken hebben.
- Je kent de kleuren in het Duits
- We kunnen de woordjes in een oefening toepassen. 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Doel
- We kennen een aantal woorden in het Duits die met kleren te maken hebben.
- Je kent de kleuren in het Duits
- We kunnen de woordjes in een oefening toepassen. 

Slide 1 - Slide

Die Kleidung auf Deutsch
das Hemd/die Bluse
die Jeans
der Handschuh
die Kappe
die Hose
die Uhr
der Regenmantel
das Kleid
der Schuh
die Tasche
die Socke
die Jacke
das T-Shirt
der Pullover
der Rock
de pet
de schoen
het overhemd
het horloge
de handschoen
de regenjas
de spijkerbroek
de sok
de jurk
de broek/pantalon
de tas
het t-shirt
de jas
de trui
de rok

Slide 2 - Drag question

die Hose
das T-Shirt
der Pullover
die Jacke
das Kleid
der Rock
die Socken
der Schuh
die Kleidung
grün
tragen
de broek
het T-shirt
de trui
het jack, vest
de jurk
de rok
de sokken
de schoen
de kleding
groen
dragen

Slide 3 - Drag question

de trui
A
der Pullover
B
die Kapuze

Slide 4 - Quiz

de broek
A
die Hose
B
die Brücke

Slide 5 - Quiz

der Stiefel
A
de schoen
B
de sjaal
C
de laars

Slide 6 - Quiz

de sportschoen

Slide 7 - Open question

de jas

Slide 8 - Open question

de broek

Slide 9 - Open question

de trui

Slide 10 - Open question

Vertaal in het Duits:
Hij wil graag witte truien.
timer
0:20
A
Er will weiße Treuen
B
Er möchte weiße Treuen
C
Er möchte weiße Pullover
D
Er will weiße Pullover

Slide 11 - Quiz

Was siehst du hier?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Was fehlt? Zoek het woord op in het Duits en vul in op de volgende slide.

Slide 14 - Slide

Vertaal in het Duits:
Ik hou van gele rokken.
timer
0:20
A
Ich möchte gelbe Röcke
B
Ich darf gelbe Röcke
C
Ich möge gelbe Röcke.
D
Ich mag gelbe Röcke.

Slide 15 - Quiz

Vertaal in het Duits:
Deze week moet ik de schoenen kopen.
timer
0:20
A
Diese Woche muss ich die Schuhe kaufen.
B
Diese Woche müss ich die Schuhe kaufen.
C
Diese Woche musse ich die Schuhe kaufen.
D
Diese Woche müsse ich die Schuhe kaufen.

Slide 16 - Quiz

Vertaal in het Duits:
Hij wil die groene jas.
timer
0:30

Slide 17 - Open question

Wat zag je op de vorige slide (in Duits)

Slide 18 - Open question

Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.
timer
1:00
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
weiß
orange
pink
braun

Slide 19 - Drag question

 Lektion 2  Kleidungstücke
     
s.o.
Kleidung kaufen
Was fehlt (wat mist)? Zoek het woord op in het Duits en vul in op de volgende slide. 

Slide 20 - Slide

Vertaal in het Duits:
Ik wil graag de gele broek
timer
0:30

Slide 21 - Open question

Vertaal in het Duits:
Jij kunt de rode jurk kopen.
timer
0:30

Slide 22 - Open question

Vertaal in het Duits:
Wij moeten de bloes betalen
timer
0:30

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video

Wat mist er op de vorige slide?

Slide 25 - Open question

de bruine jas
de rok
het groene overhemd
de trui
De blouse
de rode jurk
de gele broek
die braune Jacke
die gelbe Hose
der Rock
das grüne Hemd
der Pullover
das rote Kleid
die Bluse

Slide 26 - Drag question

Wat mist er op de vorig slide?

Slide 27 - Open question