Laat foto's zien van de verschillende kledingstukken en vraag de studenten om de juiste namen te noemen in het Duits.
Wie heißen diese Kleidungsstücke?
das Hemd(-en)
die Bluse(-n)
das Shirt(-s)
der Schal(-s)
das Top(-s)
Slide 6 - Drag question
This item has no instructions
Die Kleidung aufDeutsch
das Hemd/die Bluse
die Jeans
der Handschuh
die Kappe
die Hose
die Uhr
der Regenmantel
das Kleid
der Schuh
die Tasche
die Socke
die Jacke
das T-Shirt
der Pullover
der Rock
de pet
de schoen
het overhemd
het horloge
de handschoen
de regenjas
de spijkerbroek
de sok
de jurk
de broek/pantalon
de tas
het t-shirt
de jas
de trui
de rok
Slide 7 - Drag question
This item has no instructions
die Hose
das T-Shirt
der Pullover
die Jacke
das Kleid
der Rock
die Socken
der Schuh
die Kleidung
grün
tragen
de broek
het T-shirt
de trui
het jack, vest
de jurk
de rok
de sokken
de schoen
de kleding
groen
dragen
Slide 8 - Drag question
This item has no instructions
Sätze über Kleidung - Was passt zusammen?
1) Was ....
2) Kann ich ...
3) Gibt es den Pullover ...
4) Kann ich auch mit ...
5) Sonst noch ...
auch in Größe M?
Karte zahlen?
etwas?
kostet das?
das umtauschen?
Slide 9 - Drag question
This item has no instructions
Farben
Slide 10 - Slide
This item has no instructions
Verbinde die niederländische Farben mit den deutschen Farben
rot
weiß
blau
schwarz
grün
orange
rosa
braun
groen
rood
blauw
bruin
zwart
oranje
wit
roze
Slide 11 - Drag question
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 13 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 14 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.