voltooid deelwoord (gepraat, gekocht, verkocht, gegeten etc)
werkwoorden op -er: r weg, -> é (parler wordt parlé)
werkwoorden op -ir: r weg, -> i (partir wordt parti)
werkwoorden op -re: re weg, ->u (vendre wordt vendu)
Wat moet je gebruiken als hulpwerkwoord? avoir of être.