Groente en fruit; goedkoop of duur

Goedkoop

Het kost weinig geld

Duur

Het kost veel geld

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Goedkoop

Het kost weinig geld

Duur

Het kost veel geld

Slide 1 - Slide

Duur
Goedkoop

Slide 2 - Drag question

Lees mee!

Slide 3 - Slide

De bloemkool is € 2 ...
A
per bos
B
per kilo
C
per stuk

Slide 4 - Quiz

Lees mee!

Slide 5 - Slide

Hoe duur is de sla?
A
1 euro
B
2 euro

Slide 6 - Quiz

Lees mee!

Slide 7 - Slide

Welk fruit is goedkoop?
A
appel
B
banaan
C
peer

Slide 8 - Quiz

Lees mee!

Slide 9 - Slide

De banaan is € 2 ...
A
per bos
B
per kilo
C
per stuk

Slide 10 - Quiz

Hoe duur is bospeen?
A
1 euro
B
2 euro

Slide 11 - Quiz

Lees mee!

Slide 12 - Slide

Wat kost meer, sla of tomaat?
A
sla
B
tomaat

Slide 13 - Quiz

Lees mee!

Slide 14 - Slide

Lees mee!

Slide 15 - Slide

fruit

Slide 16 - Mind map

Welke groente vind jij lekker?

Slide 17 - Open question

Schrijf een zin met DUUR. Denk aan het werkwoord.

Slide 18 - Open question

Wat is een folder?
Wie leest folders?

Slide 19 - Slide

Wat kun je lezen in een folder?

Slide 20 - Slide

Woorden uit de folder

Slide 21 - Mind map