2.3 Voltooid en tegenwoordig deelwoord

Nederlands

1 / 17

Slide 1: Slide

NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Taalverzorging

H 2 WERKWOORDSPELLING

2.1 Persoonsvorm in de t.t.

2.2 Persoonsvorm in de v.t.

2.3 Voltooid en tegenwoordig deelwoord

2.4 Engelse werkwoorden

Slide 7 - Slide

Lesdoel

Je spelt het voltooid en tegenwoordig deelwoord correct

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Het werkwoord 'stranden'

het vrachtschip ......... (t.t.)

het vrachtschip ......... (v.t.)

het vrachtschip is ......... (vd)

het ...................... vrachtschip (bnw)

Slide 10 - Slide

voltooid en tegenwoordig deelwoord

Is het een pv?

NEE? Schrijf het werkwoord zo simpel mogelijk (langer maken)

Slide 11 - Slide

We maken van 2.3 opdracht 4 samen

Slide 12 - Slide

Aan de slag

2.3: opdracht 1, 2, 3

KLAAR?

De extra opdrachten

timer

20:00

Slide 13 - Slide

Hoe goed ben je in werkwoordspelling?

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Slide

tot de volgende les

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

2.3 Voltooid en tegenwoordig deelwoord

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

More lessons like this

12-10-22 2.3 Voltooid en tegenwoordig deelwoord

13-10-22 2.3 Voltooid deelwoord en Eng. ww's

3.3

spelling van niet-persoonsvormen

2.4 Engelse werkwoorden

2.4 Engelse werkwoorden

26-10-22 2.4 Engelse werkwoorden

p3 Werkwoordspelling voltooid en tegenwoordig deelwoord + combi